direct naar inhoud van 2.2 Provinciaal beleid
Plan: Inpassingsplan N348
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9925.IPN348Zutphen-vst1

2.2 Provinciaal beleid

Streekplan Gelderland 2005

Het Streekplan (thans structuurvisie als bedoeld in de nieuwe Wro) onderscheidt drie zones: het groenblauwe raamwerk, het rode raamwerk en het multifunctionele gebied. Het groenblauwe raamwerk en het rode raamwerk vormen de ruimtelijke hoofdstructuur. De ontwikkeling en het behoud hiervan is aangemerkt als een provinciaal belang.

Het rode raamwerk heeft betrekking op de hoogdynamische functies die samenhangen met de hoofdinfrastructuur en intensieve vormen van ruimtegebruik zoals stedelijke functies, intensieve vormen van recreatie, met stedelijke ontwikkeling samenhangende groenontwikkeling en intensieve agrarische teelten. Het groenblauwe raamwerk omvat de meer kwetsbare functies als natuurgebieden en waterbergingsgebieden.

Het doel van het ruimtelijke-infrastructurele beleid van de provincie is het streven naar een goede bereikbaarheid van en in Gelderland. De economische centra en de grote steden dienen goed bereikbaar te zijn voor burgers en bedrijven. Voorop staat dat het huidige verkeers- en vervoerssysteem wordt behouden en goed wordt onderhouden. Waar nodig moet het systeem worden verbeterd. Bereikbaarheids- en leefbaarheidproblemen kunnen worden voorkomen door stedelijke ontwikkeling af te stemmen op de vervoerscapaciteit en milieubelasting van bestaande (en reeds geplande) infrastructuur. In de tweede plaats moet gezocht worden naar verstedelijkingslocaties die goed aansluiten op de bestaande (en reeds geplande) infrastructuur en deze benutten.

Op de streekplanplankaart 'ruimtelijke ontwikkeling' is de N348 bij Zutphen en Eefde aangegeven voor 'aanpassing regionale ontsluitingsweg' en 'functieverandering regionale weg'. Het streekplan vermeldt dat gestart is met een voorbereidingstraject voor de ontsluiting van het industrieterrein De Mars en de omleiding bij de kern Eefde.

afbeelding "i_NL.IMRO.9925.IPN348Zutphen-vst1_0003.png"

Figuur 3: Uitsnede uit de beleidskaart ruimtelijke ontwikkeling (Streekplan, 2005)


In het streekplan (2005) is het laaggelegen gebied ten westen van Eefde als 'zoekgebied voor waterberging' aangegeven. De waterbergingsgebieden zijn bedoeld voor het tijdelijk bergen van water uit het regionale systeem ten tijde van grote neerslaghoeveelheden. De zoekgebieden uit het streekplan zijn in 2006 definitief begrensd en vastgelegd in de streekplanuitwerking "waterberging" (vastgesteld door GS op 19 december 2006).
Het definitief begrensde waterbergingsgebied bij Eefde-west betreft deels een functiecombinatie met een bedrijventerrein, met de aanleg van een wegtracé en met EHS-verweving. Conform de bestuurlijke afspraken tussen provincie, waterschap en gemeenten (mei 2006) zal binnen de functiecombinatie en de daarbij behorende ontwerpopgave 280.000 m3 voor waterberging gereserveerd worden (250.000 m3 regionale berging en 30.000 m3 lokale berging). Figuur 4 geeft het definitief begrensde waterbergingsgebied bij Eefde-West weer. De combinatie van waterberging en EHS-verweving zal ten westen van de N348 plaatsvinden en de combinatie met het bedrijventerrein ten oosten van deze weg.

afbeelding "i_NL.IMRO.9925.IPN348Zutphen-vst1_0004.png"  












Figuur 4: Definitief begrensd waterbergingsgebied (uit: Streekplanuitwerking waterberging)  

Door de realisatie van de rondweg N348 neemt het bergend vermogen van het gebied af. Het weglichaam ontneemt 16.000 m3 van de waterberging. Hiervoor worden in het plan compenserende maatregelen genomen, waardoor de totale bergingscapaciteit gewaarborgd blijft.

Provinciaal Verkeer en Vervoersplan 2
Het provinciaal beleid voor verkeer een vervoer is vastgelegd in het Provinciaal Verkeer en Vervoerplan 2 (PVVP 2, 2004). Het PVVP 2 geeft tot 2015 richting aan het provinciale verkeers- een vervoersbeleid, waarbij naar een duurzame balans wordt gezocht tussen bereikbaarheid, leefomgeving en veiligheid. Voor elk van deze aspecten formuleert het PVVP ambities.


Ambities voor bereikbaarheid:

  • het verkeers- en vervoersysteem optimaliseren ten dienste van bereikbaarheid;
  • de bereikbaarheid van stedelijke gebieden, bedrijventerreinen en voorzieningen waarborgen.


De afgelopen jaren heeft groei van de mobiliteit plaatsgevonden, waardoor zowel het aantal verplaatsingen als de afgelegde afstand is toegenomen. Door deze toename van mobiliteit doen zich ook bereikbaarheidsproblemen voor. De verbinding Zutphen-Deventer via de N348 wordt in het PVVP 2 aangegeven als een verbinding waar de bereikbaarheid onder druk staat. Daarnaast is Zutphen een knelpunt wat betreft stedelijke distributie. Dit komt door een verslechterende bereikbaarheid van bedrijventerrein(en) en stedelijke gebied(en).


Ambities voor veiligheid:

  • zorgen voor een veilige mobiliteit;
  • evenwichtige inzet van middelen, met een gezamenlijke verantwoordelijkheid van overheden en bedrijven.


Onveiligheid in het wegverkeer is een groot maatschappelijk probleem. De provincie wil dan ook zorgdragen voor een veilige mobiliteit, waarbij zowel een aanpak van gevaarlijke wegvakken en kruispunten een rol speelt, als ook de aanpak van knelpunten met betrekking tot weggebruikers zoals jeugdige weggebruikers en beginnende bestuurders. De provinciale weg N348 tussen Zutphen en Gorssel heeft een tot 2 keer zo hoog gemiddeld risicocijfer ten aanzien van ongevallen.


Specifiek voor de Regio Stedendriehoek formuleert het PVVP 2 de opgaven om de mobiliteitsgroei op een verantwoorde wijze op te vangen, de interne samenhang te versterken en in te zetten op een goede relatie tussen hoofdwegennet en het stedelijke en regionale net. Deze opgaven bestaan uit de volgende aandachtspunten:

  • Netwerkstad Stedendriehoek;realiseren optimale onderlinge bereikbaarheid van de steden Zutphen, Deventer en Apeldoorn;
  • doorgaand en regionaal verkeer op de A1 en A50; aanpak bereikbaarheidsproblemen (doorstroming) op het hoofdwegennet en sluipverkeer, en daarmee samenhangende veiligheids- en leefomgevingsproblematiek, op het onderliggende wegennet;
  • perifere ligging Zutphen;aanpak van autoverkeer dat door de perifere ligging van Zutphen door de kernen Eefde, Voorst en De Hoven gaat. Dit betreft zowel doorgaand verkeer als regionaal verkeer. Bovendien is er sprake van veel vrachtverkeer doordat bedrijventerrein De Mars hier ook ontsloten wordt;
  • kwaliteit van de leefomgeving en verkeersveiligheid; oplossen van problemen met verkeer dat zijn weg vindt door kernen of kwetsbare natuur;
  • bereikbaarheid van voorzieningen in de steden; omliggende kernen zijn aangewezen op de steden van de Stedendriehoek voor veel van hun voorzieningen. Deze moeten vanuit de omliggende regio vooral goed bereikbaar zijn met openbaar vervoer en de fiets, maar ook met de auto.


Gelders Milieuplan 3

Het Gelders Milieuplan 3 (GMP3, 2004) geeft een nadere invulling aan de ambitie uit het PVVP2 en het Streekplan ten aanzien van de leefomgeving, waaronder geluid en luchtkwaliteit. De doelstelling van het milieubeleid in het GMP3 is dat iedereen in Gelderland in 2010 in een gezonde en veilige omgeving woont, zonder structurele geluidsoverlast en te hoge luchtverontreiniging.


Bestaande woningen langs provinciale wegen met een geluidsbelasting van meer dan 63 dB binnenstedelijk en 58 dB buitenstedelijk moeten in 2010 zo geïsoleerd zijn dat het geluidsniveau binnen de woning niet meer is dan 33dB. Bij het bouwen van nieuwe woningen of bij de aanleg van een nieuwe weg, mag de geluidsbelasting door wegverkeer niet meer zijn dan 63 dB en binnenshuis niet meer dan 33 dB.


Vier jaar na de vaststelling van het GMP3 ligt de uitvoering voor de meeste hoofddoelstellingen uit het beleid nog steeds op koers. Bij verkeerslawaai is dat nog niet het geval. Daarom is er een actieplan geluid opgesteld. Dit moet ertoe leiden dat het huidige aantal knelpunten over vier jaar met 80% is afgenomen.


Waterplan Gelderland 2010-2015

Het Waterplan Gelderland is op 11 november 2009 door Provinciale Staten vastgesteld en op 22 december 2009 in werking getreden. Het Waterplan is de opvolger van het derde Waterhuis-houdingsplan (WHP3). Het beleid uit WHP3 wordt grotendeels voortgezet. Het Waterplan Gelderland is tegelijk opgesteld met de water(beheer)plannen van het Rijk en de waterschappen. In onderlinge samenwerking zijn de plannen zo goed mogelijk op elkaar afgestemd.


In het plan staan de doelen voor het waterbeheer, de maatregelen die daarvoor nodig zijn en wie ze gaat uitvoeren. Voor oppervlaktewaterkwaliteit, hoogwaterbescherming, regionale wateroverlast, watertekort en waterbodems gelden provinciebrede doelen. Voor een aantal functies, zoals landbouw, natte natuur, waterbergingsgebieden en grondwaterbeschermingsgebieden, zijn specifieke doelen geformuleerd.


Voor de realisatie van een aantal waterdoelen zijn ruimtelijke maatregelen nodig. Hiervoor krijgt het Waterplan Gelderland op basis van de nieuwe Waterwet de status van structuurvisie. Eén van de waterdoelen die ook voor onderhavig plan van belang is, is de regionale waterberging. In het Waterplan is de definitieve begrenzing van de waterbergingsgebieden uit de Streekplanuitwerking Waterberging overgenomen. De waterschappen zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling/totstandkoming van waterberging. In samenwerking met gemeenten zorgen zij voor de vastlegging in bestemmingsplannen. De provincie bewaakt dat de waterberging daadwerkelijk tot stand komt en dat geen ontwikkelingen plaatsvinden in de aangewezen waterbergingsgebieden die waterberging in de weg staan.