direct naar inhoud van 5.3 Toelichting op de regels
Plan: Inpassingsplan N348
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9925.IPN348Zutphen-vst1

5.3 Toelichting op de regels

De regels bestaan uit de volgende hoofdstukken:

  • hoofdstuk 1: inleidende regels;
  • hoofdstuk 2: bestemmingsregels;
  • hoofdstuk 3: algemene regels;
  • hoofdstuk 4: overgangs- en slotregels.

Hoofdstuk 1: Inleidende regels

In de inleidende regels worden begrippen en afkortingen verklaard die in de regels worden gebruikt (art. 1). Deze zijn opgenomen om de regels eenduidig te kunnen uitleggen. In art.2 is aangegeven op welke wijze moet worden gemeten.

Hoofdstuk 2: Bestemmingsregels

In de bestemmingsartikelen zijn de regels voor de verschillende bestemmingen omschreven. Elke bestemmingsregel is overeenkomstig de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (uitgave 2008), in beginsel opgebouwd uit:

  • een bestemmingsomschrijving; een omschrijving van de doeleinden waarvoor de gronden zijn bestemd en de toegelaten bijbehorende bebouwing;
  • bouwregels; deze regels bevatten de voorgeschreven maatvoering van de bouwwerken;
  • nadere eisen;
  • ontheffing van de bouwregels;
  • aanlegvergunning;
  • wijzigingsbevoegdheid.

De bestemmingen zijn in alfabetische volgorde opgenomen.

Bestemming 'Agrarisch'

De bestemming 'Agrarisch' is gegeven aan een overhoekje in het plangebied waar een reconstructie van een aansluitende weg plaatsvindt. De Teenkweg krijgt een nieuwe aansluiting op de Eefdese Enkweg. Het deel van de Teenkweg dat zijn functie verliest kan bij de agrarische percelen worden getrokken.


Voor de bestemmingsregeling van deze agrarische grond is aansluiting gezocht bij het nieuwe ontwerp-bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Lochem. Volgens de systematiek van dit plan behoort dit perceel tot het essenlandschap. De landschappelijke waarden worden via aanlegvergunningen beschermd. In het gebied mag niet worden gebouwd, behoudens perceelsafscheidingen.


Bestemming 'Agrarisch met waarden'

De bestemming 'Agrarisch met waarden' is gegeven aan het gebied dat is aangewezen als compensatiegebied voor natuur. Het hoofdgebruik blijft echter agrarisch. Binnen de agrarische bestemming is het mogelijk om landschapselementen aan te leggen om zo de beoogde natuurcompenserende maatregelen voor de das en steenuil te realiseren.


Een deel van het gebied mag worden afgegraven ten behoeve van de compensatie waterberging. Dit is met een aanduiding op de kaart weergegeven (specifieke vorm van agrarisch met waarden - compensatie waterberging).


Bestemming 'Verkeer'

De bestemming 'Verkeer' is de belangrijkste bestemming in het plangebied. Er is een onderscheid gemaakt in 'Verkeer - Wegverkeer' en 'Verkeer - Railverkeer Wegverkeer'. Deze laatste ligt op de plek waar de rondweg de spoorlijnen kruist.


Binnen de bestemming 'Verkeer' valt niet alleen de weg zelf, maar ook de aanliggende bermen, afwateringssloten, fietspaden, geluidwerende voorzieningen e.d.


Er mogen geen gebouwen worden gebouwd. Wel toegestaan zijn bouwwerken. Hieronder vallen de civiele kunstwerken (zoals viaducten, bruggen, tunnels, faunapassages) en voorzieningen ten behoeve van het wegverkeer, zoals bewegwijzering en lichtmasten. In de regels zijn maximale hoogtes voor deze voorzieningen opgenomen. Om de hoogteligging van de weg vast te leggen wordt verwezen naar het lengteprofiel, dat als bijlage is opgenomen.


Bestemming 'Water'

De bestemming 'Water' is nader verdeeld in A-watergang en kanaal. Dit onderscheid is van belang in verband met het verschil in gebruiksdoeleinden. Binnen de bestemming zijn uitsluitend bouwwerken ten behoeve de bestemming toegelaten.


Dubbelbestemming 'Leiding'

Er zijn verschillende hoofdtransportleidingen die het plangebied doorkruisen. Het betreft leidingen voor brandstof, aardgas, een bovengrondse hoogspanningsverbinding en rioolpersleidingen. De opgenomen dubbelbestemming creëert een voorrangsregeling ten opzichte van onderliggende (basis)bestemmingen voor de instandhouding van de leiding. Voor alle leidingen geldt een vrijwaringszone aan weerszijden van de leiding waarbinnen niet gebouwd mag worden en geen werken of werkzaamheden mogen worden uitgevoerd. Burgemeester en wethouders kunnen hier wel een ontheffing of aanlegvergunning voor verlenen, maar pas na advies ingewonnen te hebben bij de betreffende beheerder van de leiding.

De leidingen kennen de volgende vrijwaringszones:

Brandstof: 5 meter

Gas: 4 meter

Hoogspanningsverbinding: 22,5 meter

Riool: 5 meter


Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie'

Deze dubbelbestemming is gegeven aan die delen van het tracé die in archeologisch waardevol gebied liggen. Voor dit gebied geldt dat voor bepaalde werken en werkzaamheden eerst een aanlegvergunning moet worden aangevraagd. Voordat een aanlegvergunning kan worden verleend, wordt van de aanvrager verlangd dat hij een rapport overlegd waarin onderzoek is gedaan naar de archeologische waarden.


Dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering'

Deze dubbelbestemming is gericht op de instandhouding van de aanwezige waterkering. De regeling creëert een voorrangsregeling voor de bescherming van de waterstaatsbelangen ten opzichte van de onderliggende (basis)bestemming 'Verkeer'. Dat betekent dat alvorens kan worden gebouwd (van bouwwerken) of andere werken of werkzaamheden plaatsvinden, eerst advies ingewonnen dient te worden bij de beheerder (waterschap).


Dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie'

Deze dubbelbestemming is gelegd op het Twentekanaal. Ook hier wordt een voorrangsregeling gecreëerd en dient altijd eerst advies ingewonnen te worden bij de beheerder (Rijkswaterstaat).


Hoofdstuk 3: Algemene regels

De algemene regels tenslotte bestaan uit regels die voor alle onderdelen van het plan van toepassing zijn. Deze bestaan uit een anti-dubbeltelregel, algemene ontheffings- en wijzigingsregels en algemene procedureregels.


De ontheffingsregel voorziet in de mogelijkheid om op ondergeschikte onderdelen af te wijken van de regels van het inpassingsplan. De in het plan opgenomen wijzigingsbevoegdheid laat meer ingrijpende afwijkingen toe en wordt daarom gekoppeld aan een zwaardere procedure dan bij het verlenen van ontheffing.


Hoofdstuk 4: Overgangsrecht en slotregel

In de loop van de tijd kan het gebruik van grond of een gebouw gaan afwijken van datgene wat mogelijk is op basis van het bestemmingsplan. In de overgangsregels wordt geregeld tot hoeverre deze afwijkingen zijn toegestaan. In de slotregel wordt de naam van het plan aangehaald.