direct naar inhoud van Artikel 5 Verkeer
Plan: Traverse Dieren
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9925.IPTraverseDieren-VST1

Artikel 5 Verkeer

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebiedsonsluitingswegen met maximaal 2x2 doorgaande rijstroken, erftoegangswegen en overige lokale wegen met de daarbij behorende technische voorzieningen, bouwwerken en gebouwen;
  • b. (on)gelijkvloerse kruisingen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer', spoorwegen met de daarbij behorende technische voorzieningen, bouwwerken en gebouwen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'tunnel', een tunnel;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parallelweg', een ontsluitingsweg;
  • f. voetgangersviaducten en-bruggen;
  • g. geluidwerende voorzieningen;
  • h. passages ten behoeve van faunaverkeer (hopovers, ecoducten en dergelijke);
  • i. groen- en parkeervoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding (zoals hemelwaterriolering, infiltratievoorzieningen, greppels, waterlopen en vijvers) en rioleringswerken;
  • j. straatmeubilair, kiss&ride, bushaltes, toiletten, fietsenstallingen, kabels en leidingen en andere bijbehorende voorzieningen.
5.2 Bouwregels

Op of in de in lid 5.1 bedoelde gronden zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde die ten dienste staan van deze bestemming, waarbij tevens wordt voldaan aan de volgende regels:

5.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt dat de bouwhoogte maximaal 10 meter mag bedragen, met uitzondering van:

  • a. geluidsschermen en geluidwerende voorzieningen, waarvan de bouwhoogte maximaal 2 meter mag bedragen;
  • b. vrijstaande reclame uitingen, waarvan de bouwhoogte maximaal 1,25 meter bedraagt;
  • c. erf- en perceelsafscheidingen, waarvan de bouwhoogte maximaal 2,5 meter bedraagt.
  • d. tunnels, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'tunnel' waarvan de diepte maximaal 12 meter bedraagt.
5.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in lid 5.2 en toestaan dat van de aangegeven diepte wordt afgeweken:

  • a. indien en voor zover uit overleg met de wegbeheerder blijkt dat daartegen uit hoofde van het wegbeheer, de verkeersveiligheid daaronder begrepen, geen bezwaar bestaat, en;
  • b. indien uit akoestisch onderzoek blijkt dat voldaan wordt aan het bepaalde in de Wet geluidhinder;
  • c. indien uit ecologisch onderzoek blijkt dat voldaan wordt aan het bepaalde in de natuurbeschermingswet.