| Plan: | TAM-Omgevingsplan Hoofdstuk 22b 'Fazantlaan-Oost' |
|---|---|
| Status: | ontwerp |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.1771.TAMOPH22b-ON01 |
Preambule
Dit TAM-IMRO omgevingsplan is gericht op het faciliteren van gebiedsontwikkeling op de locatie 'Fazantlaan-Oost'. Dit TAM-IMRO omgevingsplan vormt juridisch een nieuw hoofdstuk (hoofdstuk 22b) van het omgevingsplan van de gemeente Geldrop-Mierlo. Dit hoofdstuk is op grond van artikel 11.1 van het Besluit elektronische publicaties, bekend gemaakt en digitaal beschikbaar gesteld met de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl. Het is met deze landelijke voorziening niet mogelijk dit hoofdstuk conform de juridische vormgeving van het omgevingsplan in STOP-TPOD beschikbaar te stellen.
De in dit op www.ruimtelijkeplannen.nl uitgegeven deel van het omgevingsplan (hierna: dit deel) weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als paragrafen van hoofdstuk 22b van het omgevingsplan van de gemeente Geldrop-Mierlo. In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer '22b.' gelezen worden. In de kop van de bijlagen bij het in dit deel weergegeven hoofdstuk moet na het woord 'Bijlage', na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage '22b.' gelezen worden.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk gelden de volgende begripsbepalingen:
een aan een hoofdgebouw toegevoegde, afzonderlijke ruimte die qua afmetingen en/of visueel opzicht (onder meer voor wat betreft goothoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
de lijn waarin de achtergevel van het hoofdgebouw is gelegen alsmede het verlengde daarvan;
de grens van het bouwvlak die evenwijdig loopt aan de achtergevel van de woning;
De beleidsregel 'Beeldkwaliteitsplan Fazantlaan-Oost, Gemeente Geldrop-Mierlo september 2025', zoals vastgesteld op PM of diens rechtsopvolger;
bebouwing, zoals legaal, met vergunning, aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van dit hoofdstuk, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde en verleende of te verlenen vergunning;
het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip dit hoofdstuk rechtskracht heeft verkregen;
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht qua afmetingen en/of visueel opzicht (onder meer voor wat betreft goothoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens dit hoofdstuk een functioneel zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
het geschikt maken van de grond voor bebouwing;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen de zijnde, zijn toegestaan;
de specifieke vorm van een dak, zoals een zadeldak, schilddak, mansardedak, asymetrisch dak of plat dak;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
dienstverlening middels een aan huis uitgeoefend beroep op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied in een woning en/of daarbij behorende bijgebouwen en welke activiteit wordt uitgeoefend door ten hoogste twee personen, waarvan er ten minste één woonachtig is in de betreffende woning;
de bouwlaag op de begane grond;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienst van het gebruik van dat gebouw;
de natuurlijke persoon, groep of rechtspersoon die bedrijfsmatig, of van omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte (van een seksinrichting) wordt uitgeoefend;
gebruiksoppervlakte als bedoeld in NEN 2580 is de bruikbare vloeroppervlakte, geschikt voor het beoogde gebruik;
geluidgevoelig gebouw zoals bedoeld in bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving;
een zijde van een gebouw waar ten aanzien van alle geluidbronnen de standaardwaarde zoals bedoeld in het Besluit kwaliteit leefomgeving niet wordt overschreden;
een pand, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige functie van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die functie het belangrijkst is;
een persoon, of groep personen die een (duurzame) gemeenschappelijke huishouding voert. Indien het huishouden uit twee of meer personen bestaat, betreft het een leefvorm of samenlevingsvorm met een continuïteit in de samenstelling en een onderlinge verbondenheid. Kenmerken van continuïteit in de samenstelling en een onderlinge verbondenheid zijn:
Bedrijfsmatige kamerverhuur en bijzondere woonvormen vallen niet onder het begrip 'huishouden';
aanleg of aanpassing van straten, wegen, fietspaden, trottoirs, verlichtingen, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, waterbergende en -afvoerende voorzieningen, waterpartijen, speelvoorzieningen, straatmeubilair, het plaatsen van brandkranen, verkeers- en straatnaamborden, artistieke, sierende en overige inrichtingselementen;
Het al dan niet bedrijfsmatig verhuren of aanbieden van kamers binnen een woning;
ondergrondse en bovengrondse voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;
de ruimte die bedoeld is voor gebruik of beleving door een ieder, zoals wegen en bermen, riolen, voet- en fietspaden, parkeerplekken, groenelementen danwel plantsoenen of parken, speelplekken, straatverlichting, brandkranen, kunstwerken zoals bruggen en tunnels, duikers, elementen voor de buffering en/of afvoer van water (zowel boven- als ondergronds), waterpartijen;
functie die zowel qua gebruik (maximaal 30% van de vloeroppervlakte van de hoofdfunctie) als ruimtelijke uitstraling ondergeschikt is aan de hoofdfunctie;
een dakconstructie vrijstaand met maximaal één wand dan wel aan maximaal één zijde begrensd door de gevel van een belendend gebouw;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
de grens van het bouwperceel;
een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostitué/prostituee tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen met als doel het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
de voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden;
zich op de openbare weg respectievelijk op openbare ruimten of in een zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimte bevindend voertuig beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
Een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen regievoerder of (hoofd)ontwerper om stedenbouwkundige en/of architectonische kwaliteit en samenhang tussen veschillende gebouwen, complexen of deelgebieden in een plangebied te bereiken. Een supervisor stuurt op de inrichting van de openbare ruimte en/of stedenbouw en/of architectuur en is gebonden aan de vastgestelde criteria, zoals vastgelegd in het beeldkwaliteitsplan.
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht qua afmetingen en/of visueel opzicht (onder meer voor wat betreft goothoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van dit hoofdstuk kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt;
de op de verbeelding, middels de aanduiding ‘gevellijn’ aangegeven, lijn die direct langs een voorgevel van een gebouw of in het verlengde ervan is gelegen;
de grens van het bouwvlak die gericht is naar de weg en waarop de bebouwing is georiënteerd;
al het oppervlakte water zoals sloten, greppels, (infiltraties)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen;
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit;
het gehuisvest zijn in een woning;
een (gedeelte van) een gebouw dat dient voor de huisvesting van:
het wijzigen van een bestaande woning in twee of meer woningen;
gedeelte van tuin of erf gelegen aan de zijkant(en) van de woning.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk gelden de volgende meet- en rekenbepalingen:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580;
tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping;
bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit een lijn op de (digitale) verbeelding.
De aanvraagvereisten, bedoeld in paragraaf 22.5.2 van dit omgevingsplan, zijn van overeenkomstige toepassing op een omgevingsvergunning die is vereist op grond van dit hoofdstuk.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Groen'.
Een als Groen aangewezen locatie heeft de volgende functies:
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
Het verbod, bedoeld in artikel 22.26, geldt niet voor activiteiten, bedoeld in dat artikel, als die voldoen aan de regels van artikel 6.3.1 en de activiteiten betrekking hebben op een van de bouwwerken zoals bedoeld in artikel 22.27.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Verkeer'.
Een als Verkeer aangewezen locatie heeft de volgende functies:
De bouwhoogte bedraagt maximaal:
Het verbod, bedoeld in artikel 22.26, geldt niet voor activiteiten, bedoeld in dat artikel, als die voldoen aan de regels van artikel 7.3.1 en de activiteiten betrekking hebben op een van de bouwwerken zoals bedoeld in artikel 22.27.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Wonen'.
De als Wonen aangewezen locaties hebben de volgende functies:
Met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de ruimtelijke kwaliteitskaders zoals opgenomen in het Beeldkwaliteitsplan Fazantlaan-Oost, Gemeente Geldrop-Mierlo september 2025. Dit wordt getoetst door de supervisor.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan-, uitbouwen en bijgebouwen achter de voorgevellijn bij hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen voor de voorgevellijn bij hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag toetst bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen of wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid. Hiervoor gelden de volgende aanvullende beoordelingsregels:
Het bepaalde in artikel 22.36 onder b. is niet van toepassing op dit hoofdstuk.
Het gebruik van de gronden ten behoeve van de in 8.2 genoemde doeleinden is uitsluitend toegestaan, indien er binnen alle locaties Wonen tezamen ten minste 9 woningen in het sociale huursegment en 20 woningen in het sociale koopsegment zijn gerealiseerd en deze in stand worden gehouden conform het gestelde in de Doelgroepenverordening Gemeente Geldrop-Mierlo 2022 of de rechtsopvolger daarvan.
Het bevoegd gezag verleent in afwijking van het bepaalde in 8.8.2 onderdeel 2 onder d en 8.8.3 onderdeel 2 onder d een omgevingsvergunning ook en staat toe dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, indien:
Een aan huis verbonden beroep is toegestaan indien:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het uitvoeren van grondwerkzaamheden en het verwijderen van groenelementen is uitsluitend toegestaan indien: