Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Eendenpoel8Mierlo
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1771.WPEendenpoel8-BVA1

Artikel 4 Agrarisch met waarden - 3

 
4.1 Bestemmingsomschrijving
 
De voor 'Agrarisch met waarden - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. agrarische doeleinden, in de vorm van agrarische bodemexploitatie met bijbehorende voorzieningen;
  2. verharde en onverharde paden, wegen en parkeervoorzieningen;
  3. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  4. extensief recreatief medegebruik;
  5. behoud, herstel en/of ontwikkeling van de natuurwaarden in het algemeen en in het bijzonder voor:
    1. natuurontwikkelingsgebieden ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch met waarden – natuurontwikkelingsgebied´; behoud;
    2. struweelvogels ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch met waarden – struweelvogels´;
    3. ecologische verbindingszone ter plaatse van de aanduiding ‘ecologische verbindingszone’.
4.2 Bouwregels
  1. Op de gronden binnen deze bestemming mag zowel ondergronds als bovengronds niet worden gebouwd.
4.3 Afwijking van de bouwregels
 
4.3.1 Omgevingsvergunning tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de bouwregels voor het bouwen van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen ten behoeve ven agrarisch gebruik, onder de volgende bepalingen:
  1. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m, met uitzondering van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen ten behoeve van fruitteelt waarvoor geen maximale bouwhoogte geldt.
  2. De oppervlakte mag niet meer bedragen dan 2 ha.
  3. De in de bestemmingsomschrijving aangegeven waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.
4.3.2 Omgevingsvergunning bouwen rijbakken
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de bouwregels ten behoeve van de bouw van rijbakken onder de volgende voorwaarden:
  1. De rijbak wordt gesitueerd direct grenzend aan het bestemmingsvlak van de bestemmingen ‘Agrarisch - Bouwvlak’, ‘Bedrijf’ en ‘Wonen’.
  2. De oppervlakte niet meer mag bedragen dan 800 m².
  3. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer mag bedragen dan 1 m.
  4. De belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
  5. De in het gebied aanwezige waarden niet onevenredig worden aangetast.
4.4 Specifieke gebruiksregels
 
Als verboden gebruik wordt in ieder geval aangemerkt:
  1. het gebruik van de gronden ten behoeve van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen voor zover deze geen bouwwerken zijn;
  2. opslag van hooibalen;
  3. het gebruik van de gronden ten behoeve van kleinschalig kamperen.
4.5 Afwijking van de gebruiksregels
 
4.5.1 Omgevingsvergunning kleinschalig kamperen
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de gebruiksregels voor het realiseren van kleinschalig kamperen, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
  1. Het aantal kampeermiddelen per agrarisch bedrijf of woning mag niet meer bedragen dan 15.
  2. In afwijking van het bepaalde onder a mag het aantal kampeermiddelen ter plaatse van de aanduiding ‘bebouwingsconcentratie’ niet meer bedragen dan 25.
  3. De oppervlakte niet meer mag bedragen dan 0,5 ha.
  4. Kampeermiddelen zijn uitsluitend toegestaan grenzend aan de bestemming Agrarisch - Bouwvlak of Wonen.
4.5.2 Omgevingsvergunning tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.4 voor het gebruik van de gronden voor tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen voor zover deze geen bouwwerken zijn,
waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
  1. De oppervlakte mag niet meer bedragen dan 2 ha.
  2. De in de bestemmingsomschrijving aangegeven waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.
4.6 Omgevingsvergunning voor het aanleggen
 
4.6.1 Werken en werkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het aanleggen de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
  1. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden – natuurontwikkelingsgebied':
    1. het verzetten of vergraven van grond waarbij het maaiveld over meer dan 100 m² per perceel of met meer dan 0,40 m wordt gewijzigd of waarbij de maaiveldniveaus van een steilrand worden gewijzigd;
    2. het omzetten van grond of uitvoeren van bodemingrepen dieper dan 0,40 m onder maaiveld;
    3. het verlagen van de grondwaterstand door aanleg van drainage of bemaling;
    4. het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom- of bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren;
    5. het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie;
    6. het aanleggen en/of verharden van wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, anders dan containervelden, voor zover groter dan 100 m² per perceel.
4.6.2 Uitzonderingen
Het in lid 4.6.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
  1. Het normale onderhoud en/of gebruik betreffen.
  2. Reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende omgevingsvergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
4.6.3 Toelaatbaarheid
De in lid 4.6.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden.
 
4.7 Wijzigingsbevoegdheid
 
4.7.1 Bouwen permanente grondgerelateerde teeltondersteunende voorzieningen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen ten behoeve van de bouw van permanente grondgerelateerde teeltondersteunende voorzieningen onder de volgende voorwaarden:
  1. De bouwhoogte van permanente grondgerelateerde teeltondersteunende voorzieningen mag niet meer bedragen dan 5 m.
  2. Uitbreidingen van het verhard oppervlak dienen hydrologisch neutraal ontwikkeld te worden.
  3. De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.
4.7.2 Bouwen permanente niet-grondgerelateerde teeltondersteunende voorzieningen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen ten behoeve van de bouw van permanente niet
-
grondgerelateerde teeltondersteunende voorzieningen onder de volgende voorwaarden:
  1. Permanente niet-grondgerelateerde teeltondersteunende voorzieningen zijn uitsluitend toegestaan indien sprake is van een grondgebonden agrarisch bedrijf.
  2. De bouwhoogte van permanente niet-grondgerelateerde teeltondersteunende voorzieningen mag niet meer bedragen dan 5 m.
  3. De gezamenlijke oppervlakte aan de permanente niet-grondgerelateerde teeltondersteunende voorzieningen en het bouwvlak van het desbetreffende agrarische bedrijf mag niet meer bedragen dan 1,5 ha.
  4. Permanente niet-grondgerelateerde teeltondersteunende voorzieningen zijn uitsluitend toegestaan grenzend aan de bestemming ‘Agrarisch - Bouwvlak’.
  5. Uitbreidingen van het verhard oppervlak dienen hydrologisch neutraal ontwikkeld te worden.
  6. De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.
4.7.3 Wijziging naar Bos of Natuur
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming ‘Bos’ of ‘Natuur’ ten behoeve van behoud en/of ontwikkeling van bos en/of natuur, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
  1. De wijziging uitsluitend plaats kan vinden ten behoeve van de realisatie van vastgesteld natuur- en landschapsbeleid, zoals dat voor de ecologische hoofdstructuur (EHS) ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van agra-risch met waarden – natuurontwikkelingsgebied’, een ecologische verbindingszone (EVZ) ter plaatse van de aan-duiding ‘ecologische verbindingszone’, het landschappelijk raamwerk en bos-, natuur-, en/of landschapscompen-satie buiten de Ecologische HoofdStructuur (EHS).
  2. De wijziging is uitsluitend toegestaan als de in het gebied aanwezige natuurwaarden, landschapswaarden, archeologische waarden, cultuurhistorische waarden en hydrologische waarden niet onevenredig worden aangetast.
4.7.4 Wijziging naar Water
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming ‘Water’ waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
  1. De wijziging uitsluitend plaats kan vinden ten behoeve van de realisatie van vastgesteld natuur- en landschapsbeleid, zoals dat voor de ecologische hoofdstructuur (EHS) ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch met waarden – natuurontwikkelingsgebied’, een ecologische verbindingszone (EVZ) ter plaatse van de aanduiding ‘ecologische verbindingszone’, het landschappelijk raamwerk en bos-, natuur-, en/of landschapscompensatie buiten de Ecologische HoofdStructuur (EHS), beekherstel, waterberging of waterzuivering.
  2. De wijziging is uitsluitend toegestaan als de in het gebied aanwezige natuurwaarden, landschapswaarden, archeologische waarde, cultuurhistorische waarden en hydrologische waarden niet onevenredig worden aangetast.
  3. De wijziging is uitsluitend toegestaan na afstemming met de waterbeheerder.