direct naar inhoud van 2.1 Provinciaal beleid
Plan: Ontwikkelingsgebieden (1e Hoornerveenseweg 1-7)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0246.600ONTBP1EHOORNVWG-VA01

2.1 Provinciaal beleid

2.1.1 Ruimtelijke Verordening Gelderland

Met een ruimtelijke verordening stelt de provincie regels aan bestemmingsplannen van gemeenten. De provincie richt zich hierbij op onderwerpen die van provinciaal belang zijn, zoals verstedelijking, natuur, nationale landschappen, water en glastuinbouw. Voorafgaand aan het vaststellen van de ruimtelijke verordening is, in 2005, een streekplan opgesteld. Daarna zijn er nog uitwerkingen van het streekplan gemaakt. Het Streekplan 2005 is in 2011 opgegaan in de ruimtelijke verordening. Inhoudelijk zijn er geen wijzigingen en toevoegingen geweest. De hierna volgende tekst gaat nader in op het Streekplan 2005.

In het streekplan Gelderland 2005 staan de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2015. In dit streekplan presenteert de provincie een provinciale ruimtelijke hoofdstructuur, hierin ligt het 'rode' raamwerk (waar verstedelijking is geconcentreerd) en het "groen/blauwe" raamwerk (de ecologische hoofdstructuur, waardevolle open gebieden, waterbergingsgebieden en gebieden waar volgens Regio advies maatregelen in het kader van Ruimte voor de Rivier worden voorzien). Buiten deze raamwerken ligt het zogenaamde "multifunctioneel gebied" waar ook dit perceel deel van uitmaakt. De multifunctioneel gebieden worden, meer dan in het verleden, het domein van gemeenten. Zij werken daartoe samen in regionaal verband. De bemoeienis van de provincie met dit multifunctioneel gebied is beperkt.

Volgens de Beleidskaart Ruimtelijke Structuur behorende bij het Streekplan 2005 is het perceel van de heer Spek "bebouwd gebied". De provincie Gelderland laat het binnen stedelijk gebied aan de gemeenten over om te oordelen over de wenselijkheid om al dan niet mee te werken aan ontwikkelingen.

Aangezien het verzoek voor 1 juli 2008 is ingediend, kan nog meegewerkt worden aan het voornemen door middel van vrijstelling ex artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Op grond van de zogenaamde vrijstellingenlijst (in werking getreden op 13 december 2005) kan het college vrijstelling verlenen van het geldende bestemmingsplan voor (bouw)projecten voor woonfuncties in het stedelijk gebied, mits niet gesitueerd op een bedrijventerrein (categorie 1).