Plan: | Buitengebied West 1e wijziging Kamperweg 60 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0246.800BUWW01Kamperw60-VA01 |
Sinds 2007 is in Nederland de Wet op de archeologische monumentenzorg van kracht, die de volledige implementatie van het Verdrag van Malta (1992) in de Monumentenwet (1988) betekent. Op basis van de Wet op de archeologische Monumentenzorg is de overheid verplicht om bij het vaststellen van ruimtelijke plannen ook de archeologische (verwachtings)waarden bij de planvorming te betrekken.
Voor het plangebied is een hoge archeologische verwachtingswaarde van toepassing. Conform het geldende bestemmingsplan is een archeologisch onderzoeksrapport nodig, wanneer binnen dergelijke gebieden een bouwwerk van meer dan 100 m² wordt gerealiseerd. De herbouw van de woning vindt echter nagenoeg plaats op de funderingen van de bestaande woning. Geconcludeerd kan worden, dat de grond hier al dermate is verstoord, dat er geen archeologische waarden meer aanwezig zijn. Het te realiseren bijgebouw heeft een kleinere omvang en haalt de ondergrens van 100 m² niet. Het uitvoeren van een archeologisch onderzoek voor onderhavige ontwikkeling is dan ook niet nodig. Wel is overeengekomen dat op het moment dat er gestart wordt met de graafwerkzaamheden binnen het plangebied (bouwrijp maken), de realisator de regionaal archeoloog van de regio Noord Veluwe toelaat op het terrein om tijdens de werkzaamheden waarnemingen te doen. De regionaal archeoloog zal vervolgens de gemeente adviseren of het terrein zonder verder noodzakelijk archeologisch onderzoek vrij kan worden gegeven.
Behalve een waardevol bodemarchief kan er ook sprake zijn monumentale bebouwing. Het kan daarbij gaan om rijksmonumenten of gemeentelijke monumenten. Rijksmonumenten zijn beschermd op basis van de Monumentenwet (1988). Gemeentelijke monumenten zijn beschermd op basis van de gemeentelijke monumentenverordening. Een vertaling van deze regelgeving in het bestemmingsplan zou dan ook dubbelop zijn. Overigens zijn in het plangebied geen rijks- of gemeentelijke monumenten aanwezig.
Het aspect archeologie vormt geen belemmering voor de ontwikkeling van het plan.
De modernisering van de monumentenzorg (MOMO) heeft erin geresulteerd dat per 1 januari 2012 het Besluit ruimtelijke ordening is aangepast. Met deze aanpassing is cultureel erfgoed ingebed in de ruimtelijke ordening. Het is verplicht om in bestemmingsplannen aandacht te geven aan cultuurhistorie en de effecten van het initiatief op cultuurhistorische waarden die in het plangebied voorkomen. Daar waar nodig dient de bescherming van deze waarden ook te worden vastgelegd in de regels en verbeelding bij het bestemmingsplan.
In het plangebied komen geen cultuurhistorische waarden of karakteristieke bouwwerken voor. Het aspect cultuurhistorie vormt geen belemmering voor de ontwikkeling van het plan.