direct naar inhoud van 3.8 Wonen
Plan: Buitengebied West
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0246.00000800-vo01

3.8 Wonen

Het uitgangspunt van deze paragraaf is dat bestaande burgerwoningen positief worden bestemd. Daarbij is het zo dat nieuwe burgerwoningen op onbebouwde locaties niet zijn toegestaan. Bestaande burgerwoningen zijn (positief) bestemd als "Wonen". Wanneer sprake is van een (groot) landhuis met een aanzienlijke tuin, is gekozen voor de bestemming "Wonen - Landhuis". Bedrijfswoningen - agrarische en niet-agrarische - worden niet apart bestemd, deze zijn meegenomen binnen de verschillende bedrijfsbestemmingen, waar de woningen ten dienste van staan.

3.8.1 Wonen - Landhuis

De bestemmingsvlakken "Wonen" en "Wonen - Landhuis" worden in principe afgestemd op het feitelijke gebruik. Alleen de woningen die in het vorige bestemmingsplan de bestemming landhuis hadden, hebben dat in dit plan ook. Per bestemmingsvlak is één vrijstaande woning toegestaan, tenzij anders op de kaart is aangegeven. De oppervlakte van het woonhuis binnen de bestemming "Wonen" mag niet meer bedragen dan 150 m2 of zoveel meer als ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpplan aanwezig was. Voor de bestemming "Wonen - Landhuis" geldt voor het woonhuis een minimale oppervlaktemaat van 200 m2 en een maximale oppervlaktemaat van 400 m2.

3.8.2 Aan-, uitbouwen en bijbhorende bouwwerken

De oppervlakte van aan-, uitbouwen en bijbehorende bouwwerken van een woonhuis mag bij "Wonen" gezamenlijk ten hoogste 100 m2 bedragen. Indien een grotere oppervlakte aanwezig is, is de oppervlakte zoals die per bijbehorend bouwwerk bestond op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan toegestaan. Ook is in de bouwregels geregeld dat er sprake dient te zijn van een bebouwingsconcentratie (ruimtelijke eenheid).

3.8.3 Hobbybedrijven

Voor wat betreft de bijbehorende bouwwerken regeling is, binnen de bestemming "Wonen", een uitzondering gemaakt voor zogenaamde hobbybedrijven. Sommige burgers houden namelijk vee, maar niet in een omvang die een agrarische bedrijfsbestemming rechtvaardigt. Omdat deze burgers soms behoefte hebben aan een grotere oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken voor het huisvesten van vee, is in het bestemmingsplan een afwijkingsbepaling opgenomen, die het mogelijk maakt de oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken te vergroten tot 200 m2. Deze afwijking kan alleen worden verleend indien de noodzaak is aangetoond en er aansluitend aan de woning minimaal 5.000 m2 agrarische grond duurzaam in gebruik is bij de woning.

3.8.4 Paardenbakken

Voor het aanleggen van paardenbakken is een gemeentelijke beleidsnotitie opgesteld, die op 5 februari 2007 is vastgesteld door de gemeenteraad. In deze notitie is onder andere vastgelegd dat de afstand tussen de paardenbak tot een bestaand bouwvlak maximaal 40 meter mag bedragen (onder voorwaarden mag deze afstand vergroot worden tot maximaal 60 meter). Op deze manier wordt voorkomen dat solitaire paardenbakken in het buitengebied worden opgericht. In het bestemmingsplan is een afwijkingsbepaling voor paardenbakken opgenomen. Bij het toepassen van deze bepaling wordt getoetst aan de beleidsnotitie paardenbakken.

3.8.5 Saneringsregeling voor bijbehorende bouwwerken

In het bestemmingsplan is een saneringsregeling voor bijbehorende bouwwerken opgenomen. Als gewoond wordt op een voormalig agrarisch bedrijfscomplex is veelal sprake van een grote oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken dan wel schuren. In het bestemmingsplan is een saneringsregeling opgenomen, waarmee gestimuleerd wordt overtollige en beeldverstorende bebouwing af te breken. Dit houdt in dat bestaande bijbehorende bouwwerken met een oppervlakte groter dan 100 m2 kunnen worden vervangen door één nieuw bijbehorend bouwwerk. Concreet houdt de saneringsregeling in dat maximaal 100 m2 plus 50% van het meerdere boven de 100 m2 mag worden teruggebouwd, waarbij geldt dat de oppervlakte van het nieuwe bijbehorend bouwwerk ten hoogste 250 m2 mag bedragen.

Het in gebruik nemen van voormalige agrarische bedrijfsbebouwing wordt niet met het voorliggende bestemmingsplan mogelijk gemaakt. Wanneer de intentie bestaat voor een functieverandering van agrarische bedrijfsbebouwing naar een woonbestemming moet dit door middel van een een separate procedure worden geregeld.