direct naar inhoud van Artikel 3 Gemengd
Plan: De Statie, herziening Life Style Village
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0677.BPdeStatie-on01

Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Algemeen

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een 'Life Style Village Hulst' met een totale maximale bruto (bedrijfs)vloeroppervlakte van 87.000 m²;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - woonthemacentrum', een woonthemacentrum;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel grootschalig', grootschalige detailhandel;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel perifeer', perifere detailhandel;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'wonen', maximaal 30 woningen, uitsluitend boven de begane grondlaag op de verdiepingen;
  • f. voor de genoemde functies in sub c en sub d geldt dat de totale gezamenlijke maximale bruto (bedrijfs)vloeroppervlakte ter plaatse van de aanduidingen 'detailhandel grootschalig' en 'detailhandel perifeer' 27.000 m² bedraagt;

met daaraan ondergeschikt:

  • g. wegen en paden;
  • h. erven, terreinen en in- en uitritten;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. terrassen;
  • k. evenementen;
  • l. een seizoens- en entertainmentplein met een maximale vloeroppervlakte van 9.000 m², met dien verstande dat de maximale bruto (bedrijfs)vloeroppervlakte van het bebouwd ruimtedeel voor verkoop, commerciële diensten, showroom- en tentoonstellingsfunctie maximaal 6.000 m² bedraagt;
  • m. passage(s);
  • n. openbare verblijfsruimten;
  • o. voorzieningen van algemeen nut;
  • p. parkeervoorzieningen, waarbij binnen de bestemming 'Gemengd' en de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' tezamen, minimaal 1.585 parkeerplaatsen gerealiseerd dienen te worden;
  • q. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

met de daarbij behorende:

  • r. gebouwen;
  • s. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • t. bijbehorende voorzieningen.

3.1.2 Nadere detaillering

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 3.1.1.

a Specifieke vorm van detailhandel - woonthemacentrum

De op de verbeelding als 'specifieke vorm van detailhandel - woonthemacentrum' aangeduide gronden zijn uitsluitend bestemd voor een woonthemacentrum met een maximale bruto (bedrijfs)vloeroppervlakte van 60.000 m², met daaraan ondergeschikt:

  • a. horeca in categorie 1, 2 en/of 3, uitsluitend ter ondersteuning van de detailhandelsfuncties in het woonthemacentrum met een maximale bruto (bedrijfs)vloeroppervlakte van 1.750 m²;
  • b. detailhandel in de branche bouwmarkt (doe-het-zelf), met dien verstande dat de totale gezamenlijke maximale winkelverkoopvloeroppervlakte in de branche bouwmarkt binnen de bestemming 'Gemengd' 6.300 m² bedraagt;
  • c. detailhandel in de branche tuincentrum type IV, met dien verstande dat de totale gezamenlijke maximale winkelverkoopvloeroppervlakte in de branche tuincentrum binnen de bestemming 'Gemengd' 7.600 m² bedraagt;
  • d. ondersteunende specifieke publieksgerichte dienstverlening op het gebied van advies, ontwerp, inrichting en bemiddeling, uitsluitend ten dienste van het thema wonen (wonen, interieur, huis en tuin) met een maximale bruto (bedrijfs)vloeroppervlakte van 250 m²;
  • e. administratieve dienstverlening uitsluitend ten dienste van de toegelaten functies in het 'woonthemacentrum';
  • f. detailhandel ten dienste van het en passend binnen het concept van het 'woonthemacentrum' in de vorm van interne detailhandelspunten (onder andere zelfstandige commerciële ruimten - shop-in-shop) en externe detailhandelspunten (kiosken) met een maximale winkelverkoopvloeroppervlakte van 5.000 m², met dien verstande dat zijn toegestaan:
    • 1. maximaal 10 winkels met een winkelverkoopvloeroppervlakte tot 250 m²;
    • 2. maximaal 5 winkels met een winkelverkoopvloeroppervlakte vanaf 250 m² tot 500 m²;
    • 3. maximaal 5 winkels met een winkelverkoopvloeroppervlakte vanaf 500 m² tot 750 m²;

met dien verstande dat interne en externe detailhandelspunten met minder dan 10 m² winkelverkoopvloeroppervlakte niet worden toegerekend tot de 5.000 m² winkelvloeroppervlakte als hiervoor aangegeven, maar worden toegerekend tot het groter geheel als bedoeld in de aanhef van sub a;

  • g. leisure;
  • h. openbare verblijfsruimten;
  • i. passage(s);
  • j. erven, terreinen, in- en uitritten;
  • k. groenvoorzieningen;
  • l. parkeervoorzieningen;
  • m. voorzieningen van algemeen nut;

met de daarbij behorende:

  • n. gebouwen;
  • o. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • p. voorzieningen.

b Detailhandel perifeer

De op de verbeelding als 'detailhandel perifeer' aangeduide gronden zijn uitsluitend bestemd voor de volgende functies met een totale gezamenlijke bruto (bedrijfs)vloeroppervlakte van 27.000 m², met dien verstande dat de minimale bruto (bedrijfs)vloeroppervlakte2.500 m² per detailhandelsvestiging bedraagt, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - tussengebied' waar de minimale winkelverkoopvloeroppervlakte 500 m² per detailhandelsvestiging bedraagt:

  • a. een woonthema-outlet;
  • b. volumineuze detailhandel in de branche outdoor- en kampeerartikelen;
  • c. volumineuze detailhandel in de branche recreatie;
  • d. volumineuze detailhandel in de branche caravans;
  • e. volumineuze detailhandel in de branche tenten;
  • f. volumineuze detailhandel in de branche bouwmarkt (doe-het-zelf), met dien verstande dat detailhandel in de branche bouwmarkt niet is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - tussengebied' en de totale gezamenlijke maximale winkelverkoopvloeroppervlakte in de branche bouwmarkt binnen de bestemming 'Gemengd' 6.300 m² bedraagt;
  • g. volumineuze detailhandel in de branche tuincentrum type IV, met dien verstande dat de totale gezamenlijke maximale winkelverkoopvloeroppervlakte in de branche tuincentrum binnen de bestemming 'Gemengd' 7.600 m² bedraagt;
  • h. een antiekmarkt en woondiscountmarkt specifiek bestemd, ingericht en geprofileerd op de verkoop van artikelen voor huis, tuin en inrichting;
  • i. een veilinghal specifiek bestemd, ingericht en geprofileerd op de verkoop van artikelen voor huis, tuin en inrichting;
  • j. leisure;
  • k. voor de genoemde functies in sub a t/m sub j geldt dat deze op de begane grondlaag en/of de verdiepingen kunnen worden gesitueerd;

met daaraan ondergeschikt:

  • l. horeca in categorie 1, 2 en/of 3, uitsluitend ter ondersteuning van de hierboven genoemde functies met een maximale bruto (bedrijfs)vloeroppervlakte van 250 m²;
  • m. erven, terreinen, in- en uitritten;
  • n. groenvoorzieningen;
  • o. parkeervoorzieningen;
  • p. voorzieningen van algemeen nut;

met de daarbij behorende:

  • q. gebouwen;
  • r. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • s. voorzieningen.
c Detailhandel grootschalig

De op de verbeelding als 'detailhandel grootschalig' aangeduide gronden zijn uitsluitend bestemd voor:

  • a. grootschalige detailhandelsvestigingen met een totale gezamenlijke maximale bruto (bedrijfs)vloeroppervlakte van 18.000 m², met dien verstande dat de minimale bruto (bedrijfs)vloeroppervlakte2.500 m² per detailhandelsvestiging bedraagt, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - tussengebied' waar de minimale winkelverkoopvloeroppervlakte 500 m² per detailhandelsvestiging bedraagt, uitsluitend in de branches:
    • 1. sport en spel;
    • 2. bruin- en witgoed;
    • 3. fiets en auto-accessoires;
    • 4. wonen;
    • 5. overige detailhandel gericht op dier en mens, voor zover complementair aan het hoofdthema 'wonen en in en om het huis', niet zijnde detailhandel in dagelijkse goederen, mode / kleding en warenhuis;
  • b. in afwijking van het bepaalde in sub a geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - tussengebied' volumineuze detailhandel in de branche bouwmarkt niet is toegestaan;
  • c. voor de genoemde functies in sub a geldt dat deze op de begane grondlaag en/of de eerste verdieping dienen te worden gesitueerd;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'wonen', wonen uitsluitend boven de begane grondlaag op de verdiepingen;

met daaraan ondergeschikt:

  • e. erven, terreinen, in- en uitritten;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. voorzieningen van algemeen nut;

met de daarbij behorende:

  • i. gebouwen;
  • j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • k. voorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Ter plaatse van de aanduiding 'laad- en losplaats uitgesloten' mogen geen bouwwerken ten behoeve van laad- en losplaatsen worden gebouwd.

3.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • c. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
  • d. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'wonen' mogen niet meer dan 30 gestapelde woningen op de verdiepingen worden gebouwd.

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag binnen het bouwvlak niet meer bedragen dan de op de verbeelding aangegeven goothoogte, met uitzondering van erf- en terreinscheidingen waarvan de bouwhoogte maximaal 2 meter mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag buiten het bouwvlak niet meer bedragen dan 5 meter, met uitzondering van:
    • 1. een gevel ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gevel', waarvan de bouwhoogte maximaal 12 meter mag bedragen;
    • 2. verlichting en vlaggenmasten, waarvan de bouwhoogte maximaal 12 meter mag bedragen;
    • 3. ten hoogste 1 reclamezuil, waarvan de bouwhoogte maximaal 18 meter mag bedragen;
    • 4. erf- en terreinafscheidingen, waarvan de bouwhoogte maximaal 2 meter mag bedragen;
  • c. in afwijking van het bepaalde in sub a en sub b mag de bouwhoogte van luifels zowel binnen als buiten het bouwvlak niet meer bedragen dan 12 meter.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing en aan het aantal, de situering en de omvang van de parkeervoorzieningen:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de milieukwaliteit;
  • d. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • e. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

3.4 Afwijken van de bouwregels
3.4.1 Hogere bouwhoogte

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsgvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.3 ten behoeve van het toestaan van een hogere bouwhoogte voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met dien verstande dat:

  • a. het straatbeeld ruimtelijk niet onevenredig wordt aangetast;
  • b. de verkeersveiligheid niet in het geding komt;
  • c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

3.5 Specifieke gebruiksregels
3.5.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. detailhandel met uitzondering van het bepaalde in 3.1;
  • b. laden en lossen ter plaatse van de aanduiding 'laad- en losplaats uitgesloten';
  • c. seksinrichtingen;
  • d. zelfstandige kantoren;
  • e. bedrijven of bedrijfsmatige activiteiten met uitzondering van het bepaalde in 3.1;
  • f. horeca met uitzondering van het bepaalde in 3.1;
  • g. prostitutie;
  • h. de opslag en verkoop van (consumenten)vuurwerk;
  • i. verkooppunten voor motorbrandstoffen (inclusief LPG);
  • j. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • k. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

3.6 Afwijken van de gebruiksregels
3.6.1 Verkleinen minimale bruto (bedrijfs)vloeroppervlakte

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1.2 sub b en sub c ten behoeve van het verkleinen van de minimale bruto (bedrijfs)vloeroppervlakte van 2.500 m² per detailhandelsvestiging naar een minimale bruto (bedrijfs)vloeroppervlakte van 1.000 m² per detailhandelsvestiging, met dien verstande dat:

  • a. verkleining niet is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - tussengebied', waar de minimale winkelverkoopvloeroppervlakte 500 m² per detailhandelsvestiging bedraagt;
  • b. verkleining niet is toegestaan ten behoeve van andere functies dan wel andere branches dan genoemd in 3.1.2 sub b en sub c;
  • c. het te vestigen detailhandelsbedrijf dient te passen binnen de schaal van en een conceptuele aanvulling te zijn op de 'Life Style Village Hulst'.

3.6.2 Detailhandel perifeer

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1.2 sub b ten behoeve van:

  • de vestiging en uitoefening van perifere detailhandel, branchegericht (volumineus) in andere branches dan het bepaalde in 3.1.2 sub b onder b tot en met g;
  • de vestiging en uitoefening van detailhandel omvanggericht (grootschalig);

binnen de op de verbeelding als 'detailhandel perifeer' aangeduide gronden, met dien verstande dat:

  • a. het te vestigen detailhandelsbedrijf dient te passen in de aard, schaal en functie van de gemeente Hulst en een conceptuele aanvulling dient te zijn op de winkelfunctie van het woonthemacentrum ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - woonthemacentrum' en de detailhandel ter plaatse van de aanduidingen 'detailhandel perifeer' en 'detailhandel grootschalig';
  • b. door de initiatiefnemer aangetoond wordt, dat de vestiging en uitoefening van het perifere detailhandelsbedrijf, omvanggericht (grootschalig), niet (meer) geaccommodeerd kan worden ruimtelijk en functioneel binnen het vlak met de aanduiding 'detailhandel grootschalig';
  • c. door de initiatiefnemer aangetoond wordt, dat het te vestigen detailhandelsbedrijf ruimtelijk past binnen de locatie en door een effectenstudie aan te tonen dat door de vestiging geen duurzame structurele ontwrichting zal optreden ten aanzien van het doelmatig functioneren van de winkelvoorzieningenstructuur (voorzieningenpatroon) in de kern Hulst;
  • d. het te vestigen detailhandelsbedrijf dient te passen binnen het distributie-planologisch beleid van de gemeente Hulst opgenomen in de door de gemeenteraad d.d. 28-04-2005 vastgestelde nota 'Retailvisie gemeente Hulst 2005-2015' dan wel een door de gemeenteraad bijgestelde en/of nieuw vastgestelde detailhandelsbeleidsnota;
  • e. uitdrukkelijk niet toegestaan is detailhandel omvanggericht (grootschalig) in dagelijkse goederen en mode/kleding alsmede een warenhuis;
  • f. het bevoegd gezag alvorens tot verlening van de omgevingsvergunning overgaat een schriftelijk advies inwint omtrent de vestigingsvraag bij een (branche) adviescommissie detailhandel of een economisch deskundige.

3.7 Wijzigingsbevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders kan de bestemming 'Gemengd' wijzigen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, door nader te omschrijven detailhandelsfuncties toe te laten binnen voornoemde bestemming die niet passen binnen de bestemmingsomschrijving als bedoeld in 3.1, met dien verstande dat:

  • a. aangetoond wordt dat het concept 'Life Style Village Hulst' aanpassing behoeft vanwege marktontwikkelingen, vernieuwde inzichten of in verband met economische uitvoerbaarheidsaspecten;
  • b. aangetoond wordt dat de te vestigen nieuwe detailhandelsfunctie(s) ruimtelijk past (passen) binnen de locatie;
  • c. door een effectenstudie aangetoond wordt, dat door de vestiging van de nader toe te laten detailhandelsvestigingen, geen duurzame structurele ontwrichting zal optreden ten aanzien van het doelmatig functioneren van de bestaande winkelvoorzieningenstructuur (voorzieningenpatroon) lokaal en/of regionaal;
  • d. het college van burgemeester en wethouders alvorens tot bestemmingswijziging overgaat een schriftelijk advies inwint bij de (branche) adviescommissie detailhandel of een economisch deskundige.