direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch met Waarden - Natuur- en landschapswaarden
Plan: Uitbreiding recreatiecentrum De Vogel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0677.BpdeVogel-001V

Artikel 3 Agrarisch met Waarden - Natuur- en landschapswaarden

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een duurzame agrarische bedrijfsuitoefening;
  • b. agrarisch grondgebruik;
  • c. het behoud en/of herstel van landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke waarden en kenmerken;
  • d. kleinschalig kamperen tot maximaal 15 standplaatsen, als nevenactiviteit;
  • e. verkoop van zelf voortgebrachte of streekeigen producten als ondergeschikte nevenactiviteit tot maximaal 200 m2 vloeroppervlakte;

met de daarbij behorende:

  • f. voorzieningen van algemeen nut;
  • g. infrastructurele voorzieningen;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. groen- en speelvoorzieningen;
  • j. tuinen en erven;
  • k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • l. kleinschalige natuurgerichte/dagrecreatieve voorzieningen.
3.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan met inachtneming van de volgende regels:

  • a. schuilgelegenheden en melkstallen mogen worden opgericht, met dien verstande dat:
    • 1. de goothoogte maximaal 3 m bedraagt;
    • 2. de gezamenlijke oppervlakte per agrarisch bedrijf maximaal 50 m² bedraagt;
  • b. schuren uitsluitend ten behoeve van een fruitteeltbedrijf mogen worden opgericht, met dien verstande dat:
    • 1. de goothoogte maximaal 4 m bedraagt;
    • 2. de gezamenlijke oppervlakte per agrarisch bedrijf maximaal 100 m² bedraagt;
  • c. sanitaire voorzieningen ten behoeve van kleinschalig kamperen mogen worden opgericht, met dien verstande dat:
    • 1. de goothoogte maximaal 3 m bedraagt;
    • 2. de gezamenlijke oppervlakte per agrarisch bedrijf maximaal 50 m² bedraagt;
  • d. (sleuf)silo's en kuilvoerplaten mogen worden opgericht, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt;
    • 2. de (sleuf)silo's en kuilvoerplaten aansluitend aan het agrarisch bouwvlak worden opgericht;
    • 3. de gezamenlijke oppervlakte van het agrarisch bouwvlak en de (sleuf)silo's en kuilvoerplaten buiten het bouwvlak maximaal 2 ha bedraagt;
  • e. bouwwerken, geen gebouwen en mestopslagruimten zijnde, met dien verstande dat de bouwhoogte maximaal bedraagt:
    • 1. voor vrijstaande antennes: 10 m;
    • 2. voor erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevellijn: 2 m;
    • 3. voor erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevellijn: 1 m;
    • 4. voor lichtmasten en overige masten: 3 m;
    • 5. voor bewegwijzering en overig straatmeubilair: 4,50 m;
    • 6. voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 2 m.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik of laten gebruiken voor:

  • a. gebruiksgerichte paardenhouderijen;
  • b. het geven van lessen en/of het verzorgen van instructies dan wel het exploiteren van een manege;
  • c. lichtmasten bij een paardenbak;
  • d. detailhandel, behoudens het toegestane gebruik op grond van het bepaalde in 5.1;
  • e. opslag van goederen en materialen buiten het bouwvlak, behoudens tijdelijke opslag die geschiedt in het kader van de normale agrarische bedrijfsvoering ten behoeve van voer en mest;
  • f. het gebruik van groeibevorderende of conditionerende belichting, zoals assimilatiebelichting en cyclische belichting in boog- en gaaskassen;
  • g. het aanleggen van fruitboomgaarden binnen een afstand van 50 m tot gronden met de bestemming 'Wonen', 'Recreatie - Dagrecreatie' en 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' is niet toegestaan;
  • h. het gebruik van gebouwen, behoudens de bedrijfswoning(en), voor permanente of tijdelijke bewoning en direct daarmee verband houdend gebruik van voorzieningen zoals gemeenschappelijke verblijfsruimte, sanitair, kook- en wasgelegenheid, waaronder tevens wordt verstaan tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten.
3.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' te wijzigen in de bestemmingen 'Natuur' al dan niet in combinatie met de aanduiding 'bos' ten behoeve van de ontwikkeling van natuur, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de agrarische functie van de gronden is komen te vervallen;
  • b. aangetoond is dat een aaneengesloten natuurgebied van voldoende omvang en zodanige begrenzing kan ontstaan;
  • c. aangetoond is dat de aangrenzende/omringende gronden, met een blijvende agrarische bodemexploitatie, doelmatig als zodanig geëxploiteerd kunnen blijven worden;
  • d. de regels van de bestemming 'Natuur' worden van overeenkomstige toepassing verklaard.