direct naar inhoud van Artikel 4 Groen
Plan: Uitbreiding recreatiecentrum De Vogel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0677.BpdeVogel-001V

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. beplantingen;
  • b. bermen en bermsloten;
  • c. nutsvoorzieningen;
  • d. speelvoorzieningen;
  • e. voet-, fietspaden en bruggen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'geluidswal': tevens een geluidswal;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting': tevens voor een ontsluiting;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - landschappelijke inpassing': uitsluitend landschappelijke inpassing;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - noodontsluiting': tevens voor een calamiteitenontsluiting voor gemotoriseerd verkeer;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - aanleg, beheer en onderhoud': tevens voor gebruik ten behoeve van de aanleg van het terrein, beheer en onderhoud van het terrein;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'strand': tevens een strand;
  • l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen voor nutsvoorzieningen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

4.2.2 Gebouwen voor nutsvoorzieningen
  • a. de oppervlakte van een gebouw voor nutsvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 15 m²;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen.

4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De maximaal toelaatbare bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt voor:

  • a. erf- en terreinafscheidingen:
    • 1. tussen de voorgevel van hoofdgebouwen en de openbare weg: 1 m;
    • 2. erf- en terreinafscheidingen elders: 2 m;
  • b. pergola's: 2,75 m;
  • c. speelvoorzieningen: 6 m;
  • d. lichtmasten en overige masten: 3 m;
  • e. bewegwijzering en overig straatmeubilair: 4,5 m;
  • f. geluidswerende voorzieningen: 3 m;
  • g. van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 1 m.
4.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels.

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - uitrit' is toegestaan:
    • 1. voor autoverkeer alleen een uitrit;
    • 2. voor langzaam verkeer een in- en uitgang.