Plan: | Landgoed aan de Heerstraat |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0677.bpHeerstraat-000V |
Watertoets
De watertoets is een belangrijk instrument om te verzekeren dat de waterhuishouding vanaf het begin van de planvorming integraal onderdeel uitmaakt van de ontwikkeling. Met name het vasthouden, bergen en afvoeren van regenwater is daarbij een belangrijk aandachtspunt. Op basis van het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.1.1) zijn gemeenten verplicht om bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan overleg te plegen met de besturen van de betrokken waterbeheerders. In de toelichting bij het ruimtelijk plan dient voorts een waterparagraaf te worden opgenomen. Deze waterparagraaf moet een beschrijving bevatten van de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van het betreffende ruimtelijke plan voor de waterhuishouding en vormt de schriftelijke weerslag van de watertoets.
Binnen het projectgebied wordt het waterbeheer gevoerd door het Waterschap Zeeuws Vlaanderen. In het kader van de wettelijk verplichte watertoets is over deze ruimtelijke ontwikkeling overleg gevoerd met de waterbeheerder.
Afstemming ruimtelijke ordening met het waterbeheer
Voor een goede afstemming met de ruimtelijke ordening zijn in het Omgevingsplan van de provincie Zeeland waterkansenkaarten opgesteld. Deze kaarten zijn beschikbaar via de provinciale website. De meeste kaarten betreffen stedelijke functies, deze zijn uiteraard niet relevant voor de ontwikkeling van een landgoed. De relevante aspecten zijn verwerkt in de navolgende uitgangspunten en randvoorwaarden voor het landgoed aan de Heerstraat.
Uitgangspunten en randvoorwaarden
Grondwatervoorraden
In het plangebied is sprake van sterke belvorming ten behoeve van de zoetwatervoorraad. Dit betekent dat zoet grondwater aanwezig is of dat er goede mogelijkheden bestaan voor de ontwikkeling van zoete grondwatervoorraden. Na ontwikkeling van het landgoed moet de mogelijkheid blijven bestaan om grondwater te winnen. Dit impliceert eveneens dat er geen activiteiten mogen plaatsvinden die leiden tot vervuiling van het grondwater. Aangezien het plangebied ruime mogelijkheden biedt voor de infiltratie van (hemel)water, is dit aan te raden zodat de zoete grondwatervoorraad wordt aangevuld.
Grondwaterbeschermingsgebied
Het plangebied ligt in een grondwaterbeschermingsgebied. Dit betekent dat in het plangebied de kwaliteit van het grondwater beschermd dient te worden met het oog op de waterwinning. Activiteiten die leiden tot een potentiële vervuiling zijn niet toegestaan.
Compensatie
Voor de toename van het verharde oppervlak dient compensatie plaats te vinden. Rekening houdend met toekomstige klimaatontwikkelingen dient bij een toename aan verharding op grond van normen van het waterschap 75 mm per m² verhard oppervlak te worden geborgen. De woongebouwen hebben een bruto-vloeroppervlakte van ongeveer 236 m² per wooneenheid. Voor de bouw van drie wooneenheden dient minimaal 53,1 m³ waterberging te worden aangelegd. Voorts is voor elke extra m² verharding 75 mm waterberging nodig.
Waterberging kan plaatsvinden in oppervlaktewater of in een infiltratievoorziening. Het waterschap heeft geen uitdrukkelijke voorkeur voor een infiltratievoorziening dan wel berging in de vorm van nieuw oppervlaktewater. Gelet op de ligging en bodemsamenstelling wordt gekozen voor infiltratie. In het plangebied, zo blijkt uit de oppervlakteanalyse, wordt voldoende waterberging toegevoegd.
Rioolstelsel
Indien momenteel een drukriool aanwezig is, dan kan het afvalwater hier ook in de toekomstige situatie op worden aangesloten. Indien de huidige bebouwing is aangesloten op een gemengd rioolstelsel, dient dit in het geval van nieuwbouw te worden vervangen door een gescheiden rioolstelsel tot aan de perceelsgrens. Op het moment dat ook de omgeving wordt voorzien van een gescheiden rioolstelsel, kan hier dan eenvoudig op worden aangesloten.
Duurzame bouwmaterialen
Bij de bouw dient zoveel mogelijk gebruik te worden gemaakt van duurzame bouwmaterialen (dus geen zink, koper, lood en PAK's-houdende materialen) die niet uitlogen. Uitlogende materialen dienen te worden voorzien van een coating om uitloging tegen te gaan. Op die manier wordt diffuse verontreiniging van bodem en water voorkomen.
Keurvergunning
Indien werkzaamheden of aanpassingen aan het bestaande watersysteem plaatsvinden, dient hiervoor een Keurvergunning te worden aangevraagd bij het waterschap Zeeuws-Vlaanderen. In de omgeving van het plangebied bevindt zich geen waterkering die beperkingen oplevert voor de voorgenomen ontwikkelingen in het plangebied.
Hergebruik
De waterbeheerder vraagt aandacht voor hergebruik van water in het bouwontwerp. Neerslagwater is van goede kwaliteit, door het gebruik van regenwater kan bovendien op het drinkwatergebruik worden bespaard. Regenwater kan nuttig gebruikt worden, bijvoorbeeld voor het doorspoelen van het toilet. Bij de technische uitwerking van het landgoed zal worden bezien of maatregelen ten behoeve van hergebruik van water financieel en technisch verantwoord zijn.
Nadere informatie
In het plangebied treedt geen zoute kwel op, problemen met betrekking tot waterkwaliteit zijn dan ook niet te verwachten. Het plangebied is niet gevoelig voor zetting en is geschikt voor bebouwing. Hiervoor hoeven geen aanvullende maatregelen te worden genomen.
De locatie ligt niet in een aandachtsgebied vanuit waterhuishouding waar een verhoogd risico op wateroverlast zou bestaan.
Overleg waterschap
Het waterschap stemt in met de gekozen oplossingen (overleg 6 juni 2010). Het vuile water gaat via het riool, het schone water kan worden geïnfiltreerd. Het gebied ligt in de randzone van het waterwingebied. Dit geeft formeel geen beperkingen. Voor de nieuw aan te leggen waterpartij zal een keurontheffing worden aangevraagd. De beheersmogelijkheden worden in overleg met het waterschap bezien.
Conclusie
De voorstaande randvoorwaarden zijn betrokken bij de opzet van het landgoed en worden verder uitgewerkt in inrichtingsplannen. Het initiatief geeft op een juiste wijze invulling aan de resultaten van de watertoets.
Bij de functieverandering van de paardenfokkerij en de bouw van een nieuwe woning aan de Sint Janstraat zijn er geen effecten voor de waterhuishouding aangezien het verhard oppervlak niet toeneemt en de terreininrichting niet noemenswaardig zal veranderen.