Landgoed aan de Heerstraat

Overleg met het waterschap

Met het Waterschap Zeeuws Vlaanderen heeft in 2009 en 2010 over de beoogde ontwikkelingen overleg plaatsgevonden. Dit heeft geresulteerd in de benodigde instemming door het waterschap met de watertoets (juni 2010). Zie voor een beschrijving van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding en een weergave van de resultaten van dit overleg paragraaf 4.2 van deze toelichting.

Overleg met de provincie Zeeland

Voorts zijn de opzet van het landgoed, de vervangende woningbouw en regeling voor de paardenhouderij aan de Sint Janstraat alsmede het hiervoor opgestelde bestemmingsplan aan de provincie Zeeland voorgelegd (december 2009; voorjaar/zomerperiode 2010). Dit overleg is gevoerd in de vorm van besprekingen, emailwisseling en telefonisch overleg. De in dat kader gemaakte opmerkingen zijn in de planvorming voor het landgoed en in het bestemmingsplan verwerkt. Deze hadden in hoofdzaak betrekking op de oppervlakteberekening van het landgoed volgens het Omgevingsplan. Dit heeft geleid tot vergroting van het landgoed. Voorts is aandacht gevraagd voor de beleidsmatige onderbouwing voor de woning aan de Sint Janstraat, de milieucontour van de paardenhouderij, de regeling voor archeologie, de ecologische waarden (modderkruiper) en het beplantingsplan en de benodigde overeenkomsten.

Op de hiervoor beschreven wijze heeft het overleg plaatsgevonden als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. Daarmee zijn ook de uitkomsten van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 lid 1 onder c van het Besluit ruimtelijke ordening vastgelegd.

Overleg burgers en maatschappelijke organisaties

De voorbereiding van een bestemmingsplan voor het landgoed aan de Heerstraat is op 27 januari 2010 bekendgemaakt conform artikel 1.3.1. van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Vermeld is tevens dat in samenhang hiermee de bestemmingsplanwijziging voor de verbouwing van de schuur aan de Sint Janstraat 10 te Sint Jansteen tot woning en het omzetten van de bestemming van de op het adres aanwezige agrarische dienstwoning tot burgerwoning wordt voorbereid. In de publicatie is aangekondigd dat het ontwerpbestemmingsplan op een later tijdstip ter inzage zal worden gelegd (6 weken, gelegenheid indienen zienswijzen), voorafgegaan door de wettelijke voorgeschreven publicatie.

Overeenkomstig de beschreven aankondiging, is de procedure tot vaststelling van het bestemmingsplan gevolgd. Deze publicatie heeft niet geleid tot enige vorm van reactie.

Met het vorenstaande is invulling gegeven aan het vereiste van het opnemen van een beschrijving van de wijze waarop burgers en maatschappelijke organisaties bij de voorbereiding van het bestemmingsplan zijn betrokken (artikel 3.1.6 lid 1 onder e van het Besluit ruimtelijke ordening).