Plan: | bestemmingsplan Clinge |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0677.bpclinge-001O |
Actualisering plan voor Clinge
Voor de kern Clinge is een nieuw plan voorbereid. Het vorige bestemmingsplan uit 2004 is verouderd en aan actualisering toe. Deze actualisering past in het gemeentelijk programma met als resultaat dat alle plannen binnen tien jaar worden aangepast naar nieuwe inzichten en wettelijke regels en mogelijkheden.
In de volgende paragrafen van dit hoofdstuk wordt ingegaan op:
Op basis van analyses wordt gekozen voor een nieuwe planvorm, het omgevingsplan. De belangrijkste uitgangspunten en overwegingen en een toelichting op de opzet van het nieuwe plan voor Clinge wordt in Hoofdstuk 2 weergegeven.
Opzet bestemmingsplan Clinge 2004
Het bestemmingsplan Clinge uit 2004 kent een opzet die destijds heel gebruikelijk was.
Plangebied en verbeelding
De delen van het bebouwd gebied en aangrenzende gronden die voor agrarisch, recreatie of natuur in gebruik zijn, maakten deel uit van het plangebied.
Figuur 1.1. Verbeelding van het bestemmingsplan Clinge (2004)
Structuurvisie Hulst geeft richting aan ontwikkelingen
De gemeenteraad heeft in 2012 de Structuurvisie Hulst vastgesteld.
Ontwikkelingen
Dorpen in de gemeente Hulst
Voorzieningen
Strategieën
Om ontwikkelingen en initiatieven richting te kunnen geven is een strategiekaart ontworpen. Deze kaart laat zien dat op het grondgebied van de gemeente een zevental strategieën ingezet wordt.
Figuur 1.2. Overzichtskaart strategieën gemeente Hulst
Voor Clinge zijn de volgende strategieën van betekenis.
Strategie 2 Behouden
Tevreden over de huidige situatie en kwaliteit; kleinschalige aanpassingen in het gebied zijn toegestaan, maar dient een versterking te zijn van de huidige situatie en de kwaliteit, geen actieve benadering. Dit omvat een groot deel van de kern Clinge.
Strategie 5 Herstructureren
Tevreden over de huidige hoofdfunctie, ontevreden over kwaliteit, actieve/fysieke benadering om kwaliteit van hoofdfunctie te verbeteren. Herstructurering in Clinge betreft delen van het woningbezit van de woningcorporatie (Clinge-West, 110 woningen) en de verouderde delen van de bedrijvenlocatie in Clinge.
Strategie 7 Transformeren
Ontevreden over de huidige functie, ideeën over nieuwe hoofdfunctie, onduidelijkheid over procedure, planvorming start waarschijnlijk binnen termijn structuurvisie. In Clinge is transformatie te verwachten van De Sterre. Op de plek waar de paviljoens hebben gestaan is ruimte voor een nieuwe invulling.
Uitvoering
Inzet en verantwoordelijkheden partijen
Voor het verwezenlijken van de initiatieven zijn grote inspanningen nodig, zowel van inwoners, van investeerders als van de lokale overheid.
Vertrouwen vormt daarbij de sleutel tot succes om de langere termijn in het oog te houden.
Uitvoeringsaspecten
Drie uitvoeringsaspecten uit de structuurvisie zijn voor Clinge van belang.
Wateropgave
De wateropgave omvat onder andere de vergroting van de bergingscapaciteit.
Herstructurering van verouderde bedrijfslocaties
Meer samenwerking tussen bedrijven en gemeente zorgt voor verbetering van het gebruik (intensiever, vernieuwd), van het beheer en van de fysieke omgeving zelf. Dit kan resulteren in waardevermeerdering en verbetering van functionaliteit en uitstraling.
Rol van de gemeente
Met de Structuurvisie wordt een heldere visie neergezet, vertaald in concrete uitgangspunten op het gebied van ruimtelijke ordening en milieu. Dit wordt vervolgens verankerd in instrumenten zodat duidelijkheid wordt geboden voor marktpartijen. De mogelijkheden van de gemeente om actief zelf projecten tot stand te brengen zijn beperkt.
Versoepeling toelaatbaarheid ruimtelijke ontwikkelingen
Het wordt steeds eenvoudiger nieuwe ruimtelijke initiatieven toe te staan. De wetgeving is de laatste jaren hierop aangepast. Natuurlijk zijn een goede onderbouwing en afweging nodig. De procedures die vervolgens moeten worden gevolgd, worden steeds korter en eenvoudiger.
De laatste aanpassing die in dit opzicht uiterst belangrijk is, dateert van 1 november 2014. Vanaf die datum zijn de mogelijkheden die het Besluit omgevingsrecht biedt, verruimd. Het gaat hier om de zogeheten kruimelgevallenregeling. Deze regeling biedt ruimte om binnen een relatief korte proceduretijd van 8 weken, af te wijken van het bestemmingsplan (Besluit omgevingsrecht, Bijlage II, artikel 4).
Het aantal situaties waarbij tussenkomst van het gemeentebestuur nodig is, is sterk aan het afnemen. De verantwoordelijkheid van initiatieven voor de effecten hiervan op andere gebruikers in de leefomgeving neemt toe.
Vervanging van de Wet ruimtelijke ordening door Omgevingswet in 2018
Momenteel is de Wet ruimtelijke ordening van kracht. In 2018 wordt deze wet vervangen door de Omgevingswet. Met de Omgevingswet wil het kabinet het omgevingsrecht makkelijker maken. Door regels te vereenvoudigen en samen te voegen is het straks makkelijker om bouwprojecten te starten.
Het moet eenvoudiger, efficiënter en beter
Projecten moeten in samenhang en per gebied worden aangepakt. Procedures mogen niet meer eindeloos duren, regelgeving moet voorspelbaar, betaalbaar en transparant zijn. Onderzoekslasten kunnen aanzienlijk worden verminderd.
Zekerheid en dynamiek
Bescherming van burgers blijft een belangrijk doel. Daarnaast moet het ook uitnodigen tot nieuwe initiatieven en ontwikkelingen en niet alles bij voorbaat dichttimmeren.
Ruimte voor duurzame ontwikkeling
Het nieuwe omgevingsrecht ondersteunt en stimuleert de transitie naar een duurzame samenleving.
Actieve en kwalitatief goede uitvoering
Het nieuwe omgevingsrecht is flexibel en biedt transparante en doelmatige procedures. Die prikkelen bestuurders tot actief gedrag dat is gebaseerd op vertrouwen en het dragen van verantwoordelijkheid.
Omgevingsplan
De nieuwe Omgevingswet maakt het mogelijk een omgevingsplan op te stellen in plaats van een bestemmingsplan. Dit zal in de toekomst de volgende voordelen bieden.
Flexibeler en eenvoudiger
De bedoeling is dat de regels steeds flexibeler en vereenvoudigd worden, meer inspelen op ontwikkelingen in de samenleving.
Andere bepalingen toevoegen
In het omgevingsplan kunnen ook andere bepalingen worden ondergebracht. Voordeel is dat bijvoorbeeld de burger in één oogopslag kan zien welke gemeentelijke regelingen op zijn perceel of in de omgeving van toepassing zijn. Hierbij wordt gedacht aan het integreren van welstand, APV-bepalingen, kapverordening, parkeernormen en dergelijke in het omgevingsplan.
Inspelen op mogelijkheden omgevingsplan
De Omgevingswet is als ontwerp gepubliceerd. De koers naar ruimere en flexibelere plannenmakerij is uitgezet. De vorm waarin dit uiteindelijk wordt vastgelegd, is in ontwikkeling. De inrichting van het omgevingsplan wordt straks een keer uitgewerkt in zogeheten Amvb's. De contouren hiervan zijn al wel zichtbaar.
Essentie van de aanpassingen van het omgevingsrecht
Bij het opstellen van het nieuwe bestemmingsplan Clinge is rekening gehouden met de actuele en toekomstige ontwikkelingen in wetgeving ofwel de mogelijkheden voor verruiming, vereenvoudiging en versoepeling. Hieruit volgt dat voor ruimtelijke ontwikkelingen weliswaar een juiste afweging nodig is , maar dat de procedure sterk worden ingekort of dat die in het geheel geen procedure meer nodig is. De wetgever beoogt daarmee de initiatieven vanuit de samenleving makkelijker mogelijk te maken. Het betekent tegelijkertijd een bredere verantwoordelijkheid voor burgers, bedrijven en instanties naar elkaar toe. Tijdig overleg en overeenstemming zorgen in ieder geval voor het snel en soepel kunnen realiseren van initiatieven.
Voor Clinge wordt gekozen voor een globalere planvorm. Het oorspronkelijke gedetailleerde bestemmingsplan met diverse extra procedures, wordt vertaald in een flexibelere en ruimere regeling. Hierdoor wordt het mogelijk maken van veranderingen in de fysieke leefomgeving sterk vereenvoudigd.
Direct toestaan van nieuwe initiatieven en ontwikkelingen
Faciliteer ontwikkelingen direct ook al zijn ze onzeker
Van te voren kiezen welke veranderingen zonder meer aanvaardbaar zijn
In plaats van één verandering toestaan, meer veranderingen toestaan
De zorg voor een juiste inpassing van veranderingen
Grotere terughoudendheid voorwaarden en onderzoeksverplichting
Direct toestaan gecombineerd met een voorwaarde
Duurzame fysieke leefomgeving
Kwaliteitsverbetering woningvoorraad
Leegstand en vernieuwing
Water
Accentverschuiving van gemeentelijke verantwoordelijkheid naar de omgeving zelf
Voorkomen van extra procedures
Voorinvestering in overleg voorkomt procedure
Geen instemming op voorhand vanuit de omgeving
Afdeling bestuursrechtspraak scherpt eisen aan beroepsgronden aan
Verschuiving van verantwoordelijkheden
Uit het voorgaande volgt dat het gewenst is de verantwoordelijkheid te verschuiven richting initiatiefnemers. De rol van de gemeente wordt steeds beperkter of is in overzichtelijke situaties niet eens meer aan de orde.
Ruimtelijke hoofdstructuur
De ruimtelijke hoofdstructuur van Clinge bestaat uit de 's-Gravenstraat met centrumstraat van de kern als hoofdfunctie, de lintbebouwing aan de noordzijde van de 's-Gravenstraat en aan de Molenstraat, het planmatig opgezette woongebied Clingepolder, een zorggebied en voorzieningengebied te midden van de kern. De rondom gelegen, onbebouwde dorpsranden geven Clinge een eigen kwaliteit.
Figuur 2.1. Ruimtelijke hoofdstructuur en bestemmingen
Bedrijvengebied Clinge
Structuur en karakteristiek gebied
Ontwikkelingsmogelijkheden en regeling
Webshops
Bedrijfswoning en woonwerkwoning
Afronding Tieberghienweg
Gemengd - Centrumstraat
Structuur en karakteristiek gebied
Ontwikkelingsmogelijkheden en regeling
Gemengd - Dorpsrand onbebouwd
Structuur en karakteristiek gebied
Ontwikkelingsmogelijkheden en regeling
Gemengd - Lintbebouwing
Structuur en karakteristiek gebied
Ontwikkelingsmogelijkheden en regeling
Gemengd - Voorzieningengebied
Structuur en karakteristiek gebied
Ontwikkelingsmogelijkheden en regeling
Vermeerplein
Gemengd - Zorggebied
Structuur en karakteristiek gebied
Ontwikkelingsmogelijkheden en regeling
Woongebied
Structuur en karakteristiek gebied
Ontwikkelingsmogelijkheden en regeling
Kwaliteiten in de kern
Waterberging
Voor een bestemmingsplan is het gebruikelijk onderzoeken te verrichten. Bij een omgevingsplan is het mogelijk dat onderzoeken gefaseerd worden uitgevoerd. Onder meer het verplicht onderbouwen dat er behoefte aan een functie bestaat, wordt losgelaten. In het volgende overzicht wordt een toelichting gegeven op de keuzes ten aanzien van onderzoek en de wijze waarop dit al dan niet in het voorliggende bestemmingsplan is opgenomen. Daarbij is ook van belang dat in het Besluit omgevingsrecht specifiek de mogelijkheid voor het opnemen van beleidsregels is opgenomen. In het bestemmingsplan kan dan worden gesteld, dat bijvoorbeeld in voldoende parkeergelegenheid moet worden voorzien. In de beleidsregels wordt dit verder uitgewerkt.
Rijksbeleid
SVIR en AMvB Ruimte
In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) staan de rijksplannen voor ruimte en mobiliteit. Provincies en gemeenten krijgen in de plannen meer bewegingsvrijheid op het gebied van ruimtelijke ordening.
In het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (AMvB Ruimte) stelt het Rijk een aantal regels voor met betrekking tot de inhoud van bestemmingsplannen. Geen van de in de AMvB genoemde onderwerpen hebben echter betrekking op het plangebied van dit bestemmingsplan.
Toetsing en conclusie
De juridische regeling voor de kern wordt met het voorliggende bestemmingsplan geactualiseerd. Er zijn in de kern geen ontwikkelingen die van belang zijn op rijksniveau.
Provinciaal beleid
Omgevingsplan Zeeland 2012-2018
Voor een krachtig Zeeland zijn economische groei, ontwikkeling en innovatie nodig. De provincie Zeeland draagt daar als regionaal bestuur met eigen taken en verantwoordelijkheden actief aan bij. De provincie zet in op een sterke economie, een goed woon- en werkklimaat en kwaliteit van water en landelijk gebied.
Provinciale Ruimtelijke Verordening Zeeland (PRVZ, 2012)
Toetsing en conclusie
Met het voorliggende bestemmingsplan wordt op innovatieve wijze invulling gegeven aan het provinciaal beleid.
Het is de overtuiging van het gemeentebestuur dat op deze wijze adequaat en innovatief invulling wordt gegeven aan de ladder van duurzame verstedelijking.
Gemeentelijk beleid
Structuurvisie Hulst
Op de structuurvisie voor de gemeente Hulst is in paragraaf 1.3 ingegaan. Kortheidshalve wordt daar naar verwezen.
Coalitieprogramma -20142018 'Samen voor Hulst'
In het coalitieprogramma is opgenomen dat ruimtelijke ordening een belangrijk instrument is om de leefbaarheid in onze gemeente in stand te houden. Het college wil dan ook een zo goed mogelijk evenwicht scheppen tussen wonen, werken en recreëren. De meest relevante punten worden weergegeven.
Toetsing en conclusie
Het nieuwe bestemmingsplan Clinge speelt nadrukkelijk in op het gemeentelijk beleid. De uitgangspunten voor dit bestemmingsplan sluiten naadloos aan op bijvoorbeeld het coalitieprogramma. Initiatieven kunnen eenvoudiger worden gerealiseerd, met extra ruimte voor de omgevingskwaliteit, vernieuwing en duurzaamheid.
Cultuurhistorie
Goede ruimtelijke ordening betekent dat er een integrale afweging plaatsvindt van alle belangen die effect hebben op de kwaliteit van de ruimte. Een van die belangen is de cultuurhistorie. Bij het maken van bestemmingsplannen moet rekening worden houden met cultuurhistorische waarden.
Een overzicht van alle cultuurhistorische waarden in Clinge is te vinden op het Geografisch loket van de provincie Zeeland. Daaruit blijkt dat Clinge een nederzettingstype 'wegdorp' is . De Gravenstraat is een onderdeel geweest van de Staatse en Spaanse Linies. Behalve de structuur is hiervan niets meer waarneembaar. In Clinge zijn enkele historisch waardevolle objecten geïnventariseerd. Twee daarvan zijn aangewezen als rijksmonument. Er zijn geen gemeentelijke monumenten. Cultuurhistorie is daarmee geen relevant aspect voor het onderhavige bestemmingsplan.
Archeologie
Het archeologisch erfgoed in de bodem dient te worden beschermd. Hiervoor is gemeentelijk archeologiebeleid vastgesteld. Op grond van provinciaal beleid dienen de ruimtelijke consequenties van het gemeentelijk archeologiebeleid te worden verankerd in bestemmingsplannen.
In de gemeente Hulst wordt hiervan echter afgeweken. De bescherming is geborgd met de beleidsregel "Handleiding gemeentelijke toets archeologiebeleid, aanvulling op archeologiebeleid' (vastgesteld 2 januari 2013). Dat betekent dat het aspect archeologie bij de toets van een omgevingsvergunningaanvraag wordt meegenomen. Alleen indien een bestemmingsplan wel voorziet in dubbelbestemming Archeologie, gebaseerd op het oude beleid, dan gaat deze dubbelbestemming voor op de hiervoor vermelde beleidsregel.
De kern van de regeling is dat in gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen voor bestaan voor archeologische waarden, door een initiatiefnemer voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek wordt uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken.
In het vorige bestemmingsplan uit 2004 is voor een zone aan weerszijden van de Gravenstraat een regeling opgenomen ter bescherming van het archeologische erfgoed. Voor het overige deel van het plangebied is afgezien van een dergelijke regeling. Deze keuze is in voorliggend bestemmingsplan overgenomen: alleen voor de vermelde zone is de bestemming Waarde - Archeologie opgenomen.
In verband met de aanvulling van het archeologiebeleid zijn in de regels van deze bestemming enkele zaken ten opzichte van de vorige regeling verruimd. Zo is de dieptemaat waarbinnen geen archeologisch onderzoek nodig is, verruimd van 30 cm en 35 cm naar 40 cm en is de oppervlakte van de bodemverstoring die is vrijgesteld van archeologisch onderzoek vergroot van 30 m2 naar 100 m2. Verder is voor het bouwen geen sprake meer van een verbod met een afwijkingsbevoegdheid maar is het bouwen - onder voorwaarden - rechtstreeks toegestaan.
Bodemkwaliteit
Bodemkwaliteit kan een rol spelen bij verandering van functies of bij een herstructurering inclusief nieuwbouw. In het belang van duurzaamheid is het ook gewenst dat de bodemkwaliteit waar nodig wordt verbeterd. Functieverandering en herstructurering, zoals bij een nieuwe woning, zijn mogelijk voor zover aan de beleidsregel wordt voldaan, waarin is bepaald dat de bodemkwaliteit geschikt moet zijn voor de het beoogde gebruik.
Distributieplanologie
In de Clinge zijn diverse winkels aanwezig. Toevoeging van nog enkele andere winkels heeft geen effect op de distributieplanologische structuur in omliggende kernen. De toevoeging zal bescheiden zijn, Clinge ligt op relatief gezien een te grote afstand om enig effect te hebben. Dit heeft zeker niet tot gevolg dat inwoners een grotere afstand moeten afleggen om dagelijkse boodschappen te doen.
Voorts is het aannemelijk dat op de schaal van winkelvestiging in Clinge geen extra, relevante leegstand dreigt. Leegstand is veel meer het gevolg van andere omstandigheden. (zie paragraaf 2.1).
De huidige bestemmingswijze gericht op een duidelijke en sterke concentratie in het centrumgebied blijkt in het huidige tijdsgewricht niet het instrument om leegstand tegen te gaan of te voorkomen. Het verspreid toestaan van winkelvestiging levert een gevarieerder beeld op en biedt eerder kansen voor vernieuwing dan een strikte regeling uitgaand van sterke concentratie.
Economische uitvoerbaarheid
Het bestemmingsplan zet vooral in op faciliteren van ontwikkelingen. Het is niet zo dat er bepaalde bestaande situaties zijn 'wegbestemd'. Bij bestemmingsplannen was dit wel aan de orde zodanig dat onderzoek naar de economische uitvoerbaarheid was vereist.
Externe veiligheid
Er zijn geen zaken van externe veiligheid aan de orde.
Groenstructuur, landschap en natuur
De gewenste groenstructuur van Clinge bestaat uit met bomen begeleide hoofdontsluitingswegen die het rechtlijnig karakter van Clinge accentueren, gecombineerd met bomenrijen vanuit het buitengebied richting 's-Gravenstraat ter versterking van de kavelstructuur van de Clinge Polder. Ontwikkeling van coulissen door middel van bomenrijen, bosstroken en bijvoorbeeld elzensingels in contrast met de tussenliggende openheid zorgen voor een aantrekkelijk recreatief landschap.
Natuurwaarden zijn aan de zuidwestzijde en oostzijde van Clinge gelegen. Het bosgebied heeft het natuurdoeltype schraal grasland. Dat betekent omzetting. De regeling laat beide inrichtingen (behoud boskarakter, toevoeging graslanden) toe.
Figuur 2.2 .Groenstructuur
Luchtkwaliteit
Uit andere onderzoeken blijkt dat de luchtkwaliteit in Clinge zodanig is dat het woon- en leefklimaat goed is.
Milieu- en geurhinder
Het bedrijventerrein van Clinge huisvest uiteenlopende bedrijven. Ter plaatse zijn geen milieuknelpunten aan de orde. Aan de 's-Gravenstraat komen industriële en agrarische bedrijven voor, waaronder een intensieve veehouderij. De milieusituatie bij het intensieve veehouderijbedrijf is zodanig, dat geen uitbreiding van het bedrijf toelaatbaar is. Bij andere bedrijven is sprake van een minder gespannen situatie. Overlast kan daar door zorgvuldig omgaan met de ruimte en de belangen van omwonenden ook eenvoudiger worden voorkomen. Dit vraagt aandacht bij bijvoorbeeld het laden en lossen, parkeren en dichthouden van deuren (voorkoming van geluidshinder).
De belangen van een continuering van de bedrijfsvoering van de bedrijven hebben tot gevolg dat in de directe omgeving niet zonder meer woningen kunnen worden toegevoegd. Bij situering van nieuwe woningen is het nodig dat met die belangen rekening wordt gehouden.
Ontsluiting
De bestaande verkeersontsluiting van Clinge is toereikend. Recent zijn de hoofdwegen verbeterd door een nieuwe inrichting. Andere aanpassingen zijn niet nodig of voorzien. Nieuwe functies trekken verkeer aan. Wanneer het verkeerspatroon aansluit bij het huidige verkeerspatroon (met name overdag, beperkt 's avonds), dan is een nieuwe functie goed mogelijk. Dit is iets anders wanneer bijvoorbeeld een sportschool vooral 's avonds verkeer aantrekt in een omgeving met voornamelijk woningen of winkels. Vandaar dat eens sportschool wel op het bedrijventerrein of het voorzieningengebied (omgeving sportcomplex en dorpshuis) kan worden gevestigd, niet in de woongebieden of de centrumstraat en lintbebouwing.
Parkeren
Op zich zijn in Clinge overal voldoende parkeerplaatsen aanwezig. Voor relatief grote nieuwe functies zal een voorwaarde ten aanzien van voldoende parkeren worden opgenomen. De toelaatbaarheid van die functie wordt gekoppeld aan het voldoende van voldoende parkeergelegenheid, zoals dit volgt uit de beleidsregel inzake parkeren.
Water
De herstructurering van de 's-Gravenstraat en Molenstraat heeft ook een forse verbetering opgeleverd van de waterhuishouding. Het nieuwe rioleringssysteem is berekend op de toekomst. Dat is al een belangrijke verbetering in de waterhuishouding van Clinge.
Voor het overige worden geen ingrijpende veranderingen beoogd. Het is wel zo dat bij een relatief grote toename van het oppervlak verharding of bebouwing, eisen kunnen worden gesteld aan waterberging. Hiervoor wordt de genoemde toename gekoppeld aan het voldoen van voldoende waterberging, zoals in de bijbehorende beleidsregel is uitgewerkt. Die beleidsregel correspondeert met de eisen van het Waterschap Scheldestromen.
Grondwaterbeschermingsgebied
Ten zuiden en ten westen van Clinge is sprake van waterwinning (waterwingebied St. Jansteen). Rondom waterwinputten is een gebied aangewezen als grondwaterbeschermingsgebied. Clinge ligt binnen deze beschermingszone.
Figuur 2.3. Grondwaterbeschermingsgebied waterwingebied St. Jansteen
Ter bescherming van de drinkwaterfunctie van deze gebieden zijn in de Provinciale Milieuverordening Zeeland regels opgenomen. Louter als signaleringsfunctie is het gebied in onderhavig bestemmingsplan voorzien van een gebiedsaanduiding. De provinciale verordening biedt namelijk voldoende bescherming.
Wegverkeerslawaai
Onderzoek naar wegverkeerslawaai blijft achterwege. De overweging is dat voor iedere ontwikkeling die past binnen de huidige structuur, altijd een hogere waarde zou worden vastgesteld. Nog belangrijker is dat nieuwbouw naar verwachting resulteert in een aanmerkelijke verbetering van het woon- en leefklimaat, zeker binnenshuis. Immers, verbetering of vervanging van oudere woningen zorgt al voor een betere binnenwaarde. Daarnaast is het zo dat het woon- en leefklimaat in Clinge op alle plaatsen wat wegverkeerslawaai betreft, voldoende is. Bij een woning in dezelfde straat is dan ook sprake van hetzelfde woon- en leefklimaat. Akoestisch onderzoek is heeft dan ook geen meerwaarde. De initiatiefnemer zal overigens zelf kijken dat wordt voldaan de vereiste binnenwaarde (bouwbesluit).
De bestemmingsregeling bestaat uit de volgende onderdelen.
De regels worden in de volgende paragrafen toegelicht aan de hand van tabellen. De verschillende deelgebieden met een eigen bestemming zijn weergegeven op de verbeelding.
Figuur 3.1. Indeling van Clinge in bestemmingen
Voor een toelichting op de keuzes die zijn gemaakt ten aanzien van het toestaan van functies en bebouwing, wordt verwezen naar hoofdstuk 2 Opzet omgevingsplan Clinge. Het overzicht van de bestemmingsregeling is opgenomen in bijlage 3. Delen uit het overzicht, worden in de volgende paragrafen toegelicht en weergegeven.
De functies die per deelgebied zijn toegestaan, zijn in de tabel aangegeven (groen). Ook zijn functies in een bepaald gebied, zoals 'Dorpsrand onbebouwd', niet toegestaan (rood).
Voor enkele functies, bijvoorbeeld 'cultuur en ontspanning' is een indeling gemaakt in categorieën. Of een functie is toegestaan uit categorie A, B of C, dat is in de tabel specifiek aangegeven. Welke functies in welke categorie zijn opgenomen, dat is weergegeven in de Functiematrix in bijlage 4, met dien verstande dat de indeling van bedrijfsactiviteiten staat weergegeven in bijlage 7 Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerreinen en 8 Staat van Bedrijfsactiviteiten Functiemenging.
In het woongebied zijn drie deelgebieden aangegeven: Vermeerplein (gemengd-1), de potentiële woningbouwlocatie aan de Kerkstraat (westzijde; gemengd-2) en de Sint Bernardusschool (gemengd-3). Op die locaties zijn woningen toegestaan en voor het Vermeerplein en de school nog aanvullende functies. Diverse bedrijfslocaties zouden ingevuld kunnen worden met woningbouw - een beperkt aantal woningen - als vervanging van het bedrijf. Voor de bedrijfslocatie Bracke is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen, zodat daar meerdere woningen kunnen worden gerealiseerd. (artikel 4.5.1). In enkele gevallen is het aantal functies voor een categorie gemaximeerd. Ditzelfde is voor enkele functies van toepassing, daar waar het gaat om de maximale oppervlakte van bijvoorbeeld een woning (percentage of m2).
Figuur 3.2. Bestemmingsregeling voor toegelaten functies
Voor het bouwen zijn bepalingen opgenomen waarmee de maximale hoogte, oppervlakte, diepte en vergelijkbare maatvoeringsbepalingen zijn vastgelegd. Het gaat dan vooral om uitbreiding, vernieuwing of nieuwbouw. Bestaande bouwwerken kunnen altijd worden vervangen.
Figuur 3.3. Bestemmingsregeling voor bouwen
In de specifieke gebruiksregels is bepaald dat enkele heel specifieke activiteiten wel zijn toegestaan (groen), zoals mantelzorg, en andere functies niet (rood), bijvoorbeeld risicovolle inrichtingen. Die verduidelijking van wel of niet toegestaan zijn, is voor dit soort functies gewenst. Voor functies die in het geheel niet in een gebied passen en dus ook niet in de bestemming voor dat gebied, daarvoor is gene aanvullende bepaling nodig (grijs; geen regeling nodig).
Enkele nieuwe functies op een perceel kunnen effecten hebben voor de omgeving, zoals parkeren en geluidhinder. Hiervoor gelden afzonderlijke beleidsregels, voor zover dit nodig is (groen). Daarnaast zijn beleidsregels opgesteld voor nieuwe woningen. Bij de bouw van een nieuwe woning is gelijktijdig investering in de fysieke leefomgeving, zoals herstructurering van andere woningen, een voorwaarde (groen).
Figuur 3.4. Bestemmingsregeling met specifieke gebruiksregels en kwaliteitsvoorwaarden
Tevens zijn regels opgenomen ter bescherming van archeologische waarden (artikel 10) en is het gebied aangeduid dat relevant is voor de grondwaterbescherming (artikel 13).