direct naar inhoud van Artikel 18 Woongebied - 2
Plan: Hulst Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0677.bphulstzuid-001V

Artikel 18 Woongebied - 2

18.1 Bestemmingsomschrijving
18.1.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de huisvesting van personen in grondgebonden, vrijstaande, twee-aaneen, drie- aaneen en geschakelde woningen;
  • b. de uitoefening van een beroep en of bedrijf aan huis in hoofdgebouwen en de daarbij behorende aan- en uitbouwen, met dien verstande dat maximaal 25 m² van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en aan- en uitbouwen mag worden gebruikt ten behoeve van het beroep en/of bedrijf aan huis;
  • c. wegen, parkeervoorzieningen, waterlopen, waterhuishoudkundige voorzieningen, tuinen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.

18.2 Bouwregels
18.2.1 Toegestane bebouwing

Toegestaan is bebouwing in de vorm van:

  • a. hoofdgebouwen;
  • b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

18.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd.
  • b. Het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 50%.
  • c. Ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' mag de goothoogte niet meer bedragen dan is aangegeven, met dien verstande dat de goothoogte van een hoofdgebouw dat wordt afgedekt door een asymmetrische dakvorm aan één gevelzijde maximaal 10,00 meter mag bedragen.
  • d. Ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan is aangegeven.
  • e. De dakhelling bedraagt maximaal 45°.
  • f. Er mag maximaal één bouwblok van drie-aaneen gebouwde woningen worden gebouwd.
  • g. De afstand van de voorgevel van een hoofdgebouw tot de voorste perceelgres dient minimaal 3 meter te bedragen.
  • h. Voor vrijstaande woningen dient de afstand van gebouwen en overkappingen tot de zijdelingse bouwperceelsgrenzen minimaal 3 meter te bedragen, met dien verstande dat indien binnen een afstand van 3,00 meter tot één van de zijdelingse bouwperceelsgrenzen een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping op een afstand van minimaal 3,00 meter achter het verlengde van de voorgevel van het hoofgebouw mag worden gebouwd.
  • i. Voor twee- aaneen gebouwde woningen en geschakelde woningen dient de afstand van gebouwen en overkappingen tot de zijdelingse bouwperceelsgrens aan één zijde minimaal 3,00 meter te bedragen, met dien verstande dat indien aan één zijnde een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping op een afstand van minimaal 3,00 meter achter het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw mag worden.
  • j. Voor drie- aaneen gebouwde woningen dient de afstand van gebouwen en overkappingen tot de zijdelingse bouwperceelsgrenzen aan weerszijden minimaal 3,00 meter te bedragen, met dien verstande dat indien binnen een afstand van 3,00 meter tot de zijdelingse bouwperceelsgrenzen aan weerszijden van het bouwblok een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping op een afstand van minimaal 3,00 meter achter het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw mag worden gebouwd.
  • k. De onderlinge afstand van vrijstaande gebouwen op hetzelfde bouwperceel dient minimaal 1,00 meter te bedragen.

18.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bij ieder hoofdgebouw mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de bouwhoogte maximaal mag bedragen voor:

  • a. erf- en terreinafscheidingen tussen de voorgevel van hoofdgebouwen en de openbare weg 1 meter;
  • b. erf- en terreinafscheidingen elders 2 meter;
  • c. pergola's 2,75 meter;
  • d. speelvoorzieningen 3 meter;
  • e. lichtmasten en overige masten 10 meter;
  • f. bewegwijzering en overig straatmeubilair 4,5 meter;
  • g. van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde 1 meter;
  • h. overkappingen 3 meter.

18.3 Specifieke gebruiksregels
18.3.1 Beroep en/of bedrijf aan huis

Beroep en/of bedrijf aan huis zijn toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. De woonfunctie blijft als primaire functie behouden en blijft herkenbaar;
  • b. Er wordt geen afbreuk gedaan aan het woonkarakter van de omgeving waarbij met name gelet wordt op:
    • 1. De ruimtelijke werking die het gebruik gezien zijn aard, omvang en intensiteit heeft;
    • 2. De hinder voor het woonmilieu, de invloed op de afwikkeling van verkeer en de verkeersaantrekkende werking en op de parkeerbalans;
    • 3. De ruimtelijke uitstraling die moet passen bij de functie van het pand of perceel;
  • c. Er mag geen detailhandel plaatsvinden;
  • d. Er mogen geen reclamevoorwerpen worden aangebracht.

18.3.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt gerekend:

  • a. het inrichten en/of gebruiken van een aan- of uitbouw of een vrijstaand bijgebouw als woonruimte ten behoeve van het bieden of ontvangen van mantelzorg;
  • b. het inrichten en/of gebruiken van een aan- of uitbouw of een vrijstaand bijgebouw als zelfstandige woonruimte;
  • c. zelfstandige kantoren;
  • d. seksinrichtingen;
  • e. prostitutie.