Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Jac. de Waalstraat 20 Lamswaarde
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0677.bplamswjdwaalstr20-000V

Artikel 1 Begripsregels

 
1.1 het plan
het bestemmingsplan Jac. de Waalstr. 20 Lamswaarde van de gemeente Hulst.
 
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in het
GML-bestand NL.IMRO.0677.bplamswjdwaalstr20-000V.
 
1.3 aan- en uitbouw
een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw (aanbouw) of een functioneel deel vaneen hoofdgebouw (uitbouw), dat daarmee één geheel vormt, terwijl het in bouwkundig
opzicht wel herkenbaar blijft als een afzonderlijke uiterlijk ondergeschikte aanvulling op
het hoofdgebouw.
 
1.4 aan-huis-gebonden beroep
een aan-huis-gebonden beroep is een vrij beroep of het beroepsmatig verlenen van
diensten op administratief, juridisch, therapeutisch, kunstzinnig of vastgesteld-technisch
gebied, dat in een woning, aan- of uitbouw, maar geen bijgebouw, door de bewoner
wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt
en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
 
1.5 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar
ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en / of het
bebouwen van deze gronden.
 
1.6 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
 
1.7 afhaalzaak
een detailhandelsbedrijf waar in hoofdzaak kant-en-klare maaltijden en kleine
etenswaren, alsmede alcoholvrije dranken en consumptie-ijs worden verkocht voor
directe consumptie elders.
 
1.8 antenne-installatie
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan
niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende
bevestigingsconstructie.
 
1.9 antennedrager
antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
 
1.10 arbeidsmigrant
economisch actieve migrant wiens doel het is arbeid en inkomen te verwerven in een
immigratieland, op eigen initiatief en op vrijwillige basis.
 
1.11 archeologisch onderzoek
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een
opgravingsvergunning beschikt.
 
1.12 archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende
overblijfselen uit oude tijden.
 
1.13 bebouwing
één of meer gebouwen en / of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
 
1.14 bedrijf
een onderneming gericht op het vervaardigen, bewerken, herstellen, installeren of
inzamelen van goederen.
 
1.15 bedrijfsvloeroppervlak
de oppervlakte op vloerniveau van een kantoor, winkel of bedrijf volgens NEN 2580, met
inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
 
1.16 bedrijfs- of dienstwoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor een
huishouden, waarvan huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het
gebouw of het terrein.
 
1.17 bedrijfsmatige exploitatie van verblijfsrecreatie
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon exploiteren en beheren van een
verblijfsrecreatief complex, gericht op het als onderneming jaarlijks aanbieden van
recreatief verblijf aan meerdere, steeds wisselende personen.
 
1.18 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds-, en oppervlaktematen
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van
inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met
inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.
 
1.19 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
 
1.20 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
 
1.21 Bevi-inrichtingen
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
 
1.22 bewoonbaar vloeroppervlak
de gebruiksoppervlakte van de leefruimten in een gebouw volgens NEN 2580.
Vloeroppervlak waarboven minder dan 1,50 m hoogte aanwezig is wordt hierbij buiten
beschouwing gelaten.
 
1.23 bijgebouw
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan
een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
 
1.24 bijzondere woonvormen
een woonvorm die niet op één lijn te stellen is met een huishouden, omdat er geen
sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling van de groep
en omdat de bewoners zijn aangewezen op noodzakelijke en aanwezige permanente
begeleiding en/of therapie ter plaatse of in de directe omgeving.
 
1.25 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het
vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen
of veranderen en het vergroten van een standplaats.
 
1.26 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
 
1.27 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar
behorende bebouwing is toegelaten.
 
1.28 bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel.
 
1.29 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de
regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
 
1.30 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij
direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of
op de grond.
 
1.31 café
een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar / dancing, uitsluitend of overwegend
gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als
nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid.
 
1.32 congrescentrum
een gebouwencomplex, bestemd en ingericht voor het houden van congressen,
conferenties, symposia en andere grote bijeenkomsten.
 
1.33 cultuurhistorische waarden
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarden in verband met ouderdom en/of
historische gaafheid.
 
1.34 dakkapel
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok
van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de
onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
 
1.35 dakopbouw
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich boven de dakgoot bevindt,
waarbij deze constructie (deels) boven de oorspronkelijke nok uitkomt en de onderzijden
van de constructie in één of beide dakvlakken zijn geplaatst.
 
1.36 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en
leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of
aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
 
1.37 detailhandel in volumineuze goederen
detailhandel in de volgende categorieën:
  1. detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen;
  2. detailhandel in volumineuze goederen, zoals auto's, keukens, badkamers, boten, motoren, caravans, landbouwwerktuigen en grove bouwmaterialen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en materialen;
  3. tuincentra;
  4. grootschalige meubelbedrijven, al dan niet - in ondergeschikte mate - in combinatie met woninginrichting en stoffering;
  5. bouwmarkten.
1.38 dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks te woord
wordt gestaan en geholpen.
 
1.39 discotheek of dancing
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor consumptie
ter plaatse, in combinatie met het doen beluisteren van overwegend mechanische
muziek en het gelegenheid geven tot dansen, feesten en andere daarmee vergelijkbare
evenementen.
 
1.40 evenementen
gebeurtenissen, gericht op een groot publiek, op het gebied van kunst, sport,
ontspanning en cultuur.
 
1.41 extensieve dagrecreatie
niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten,
paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.
 
1.42 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met
wanden omsloten ruimte vormt.
 
1.43 geluidhinderlijke inrichtingen
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit
milieubeheer, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken.
 
1.44 grens gezoneerd industrieterrein
de grens van het terrein waarvoor een zone industrielawaai geldt, zoals bedoeld in
artikel 40 van de Wet geluidhinder.
 
1.45 grens zone industrielawaai
de grens van de zone, zoals bedoeld in artikel 40 en artikel 41, leden 1 en 2, van de Wet
geluidhinder.
 
1.46 hobbykas
een gebouw, dat geheel of vrijwel geheel bestaat uit glas of ander doorzichtig materiaal
en dat dient voor het hobbymatig telen van planten.
 
1.47 hoofdgebouw
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen
dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
 
1.48 horecabedrijf
een bedrijf, gericht op één of meer van de navolgende activiteiten:
  1. het verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken;
  2. het exploiteren van zaalaccommodatie;
  3. het verstrekken van nachtverblijf.
1.49 hotel
een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met - al
dan niet - als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en dranken voor consumptie
ter plaatse.
 
1.50 huisdierenverblijf
een bijgebouw bedoeld voor het niet beroeps- of bedrijfsmatig huisvesten van door de
mens ter wille van nut en gezelligheid gehouden tamme dieren, niet zijnde paarden,
pony's, en daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen ander vee.
 
1.51 kamerverhuur
het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij het kenmerk is dat de kamerhuurder
ter plaatse het hoofdverblijf heeft.
 
1.52 kantoor
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel,
architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het
publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en
geholpen.
 
1.53 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
het op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid of daaraan
vergelijkbare activiteiten, geheel of overwegend door handwerk, die door de beperkte
omvang en de aan het wonen ondergeschikte ruimtelijke uitstraling in een woning en de
aan- of uitbouwen kunnen worden uitgeoefend , waarbij de woonfunctie als primaire
functie behouden en herkenbaar blijft.
 
1.54 kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen
voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten,
informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten, zoals wandelen, fietsen,
vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie.
 
1.55 logies
het bedrijfsmatig (nacht) verblijf aanbieden, waarbij de betreffende personen het
hoofdverblijf elders hebben.
 
1.56 manege
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden en daarvoor paarden en/of
pony's houdt, in combinatie met een of meer van de volgende hiermee samenhangende
activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en/of pony's, horeca
(kantine, foyer en dergelijke), verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden
of andere evenementen.
 
1.57 milieudeskundige
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke
deskundige of commissie van deskundigen inzake milieu.
 
1.58 NEN
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde
op het moment van vaststelling van het plan.
 
1.59 nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes,
gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes,
telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en
apparatuur voor telecommunicatie.
 
1.60 overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
 
1.61 peil
  1. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
  2. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld;
  3. wanneer onduidelijkheid bestaat over het peil kunnen burgemeester en wethouder een peil aanwijzen.
1.62 praktijkruimte
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van
diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch,
therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
 
1.63 restaurant
een horecabedrijf, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van maaltijden
voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.
 
1.64 samenhangend stedenbouwkundig straatbeeld
onder een samenhangend stedenbouwkundig straatbeeld wordt verstaan:
  1. een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;
  2. een goede hoogte-/breedteverhouding tussen de bebouwing onderling;
  3. een samenhang in bouwvorm / architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is;
  4. de cultuurhistorische samenhang van de omgeving.
1.65 seksinrichting
het bedrijfsmatig - of in een omvang of frequentie die daarmee overeenkomt -
gelegenheid bieden tot het ter plaatse, in een gebouw of in een vaartuig, verrichten van
seksuele handelingen.
 
1.66 uitwendig karakter van een gebouw in bestaande toestand
de op het tijdstip van terinzagelegging van het vastgesteldbestemmingsplan bestaande
totaliteit van:
  1. bouwmassa, naar hoofdafmetingen en onderlinge verhoudingen;
  2. dakvorm, nokrichting en dakhelling;
  3. de gevelindeling door ramen, deuropeningen en erkers;
  4. dakoverstekken, goot- en daklijsten;
  5. stoepen, plinten, pilasters en gevellijsten;
  6. materiaalgebruik.
1.67 verkoopvloeroppervlak
de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van voor het publiek toegankelijke
winkelruimten.
 
1.68 voorgevel
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of "uitstraling" als
belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
 
1.69 vuurwerk
voorwerpen gevuld met ontplofbare of brandbare lichtgevende mengsels.
 
1.70 webshop
dienstverlening op internet.
 
1.71 windturbine
een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met
uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding.
 
1.72 woning
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat dient voor de huisvesting van één
afzonderlijk huishouden.
 
1.73 woonwagen
een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats, zoals bedoeld
in artikel 1 onder h van de Woningwet, en dat in zijn geheel of in delen kan worden
verplaatst.