Plan: | Oversprong 2 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0677.bpstjanoversprong2-000V |
het bestemmingsplan Oversprong 2 met identificatienummer NL.IMRO.0677.bpstjanoversprong2-000V van de gemeente Hulst.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels
een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw (aanbouw) of een functioneel deel van een hoofdgebouw (uitbouw), dat daarmee één geheel vormt, terwijl het in bouwkundig opzicht wel herkenbaar blijft als een afzonderlijke uiterlijk ondergeschikte aanvulling op het hoofdgebouw.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid in tegenstelling tot de beroepsmatige activiteiten, gericht op consumentverzorging, geheel of overwegend door middel van handwerk en waarvan de omvang van de activiteiten zodanig is, dat de activiteiten in een woning en de daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend
eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich boven de dakgoot bevindt, waarbij deze constructie (deels) boven de oorspronkelijke nok uitkomt en de onderzijden van de constructie in één of beide dakvlak(ken) is (zijn) geplaatst.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
verkeer van fietsers en voetgangers.
een plaats voor de stalling en/of het parkeren van een personenauto.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De gronden op de verbeelding aangewezen voor 'Groen' zijn bestemd voor:
alsmede:
De gronden op de verbeelding aangewezen voor 'Tuin' zijn bestemd voor tuinen en parkeervoorzieningen, behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen woningen.
De gronden op de verbeelding aangewezen voor 'Verkeer' zijn bestemd voor:
De gronden op de verbeelding aangewezen voor 'Water' zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: in het kader van de waterhuishouding nodige voorzieningen, zoals:
De gronden op de verbeelding aangewezen voor 'Wonen' zijn bestemd voor:
goot- of boeibordhoogte | bouwhoogte | ||
1. | hoofdgebouwen | zie verbeelding | zie verbeelding en anders 4 meter hoger dan de maximum goothoogte |
2. | aan- uit en bijgebouwen | 3,5 m | 7 m |
3. | overige bouwwerken | - | zie artikel 9 lid 9.1 |
Het bevoegd gezag mag bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.1 onder b. voor de uitoefening van kleinschalige beroepsmatige en bedrijfsmatige activiteiten in de woning met inachtneming van de volgende regels:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Met betrekking tot het bouwen geldt het volgende:
De bouwgrenzen mogen in afwijking van de verbeelding en hoofdstuk 2 uitsluitend worden overschreden door:
Met betrekking tot bestaande maten geldt het volgende:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - oversprong 2' mag het totaal aantal woningen niet meer bedragen dan 85 woningen.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - oversprong aaneengebouwd' mag het totaal aantal aangebouwde en patiowoningen, waaronder niet begrepen twee-aaneengebouwde woningen, niet meer bedragen dan 24 woningen.
het bevoegd gezag mag bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.1 sub c ten einde een grotere bouwhoogte mogelijk te maken voor overige bouwwerken met in achtneming van de volgende regels:
a. de bouwhoogte is maximaal gelijk aan de in een bouwvlak toelaatbare bouwhoogte;
b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 6 m op gronden waar geen gebouwen zijn toegestaan.
Het bevoegd gezag mag, tenzij op grond van hoofdstuk 2 terzake reeds kan worden afgeweken van de regels van het plan, afwijken van de regels ten aanzien van:
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmings- c.q. bouwgrenzen, voor zover dit van belang is voor een (eigendoms-) technisch of functioneel betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Oversprong 2'.