Plan: | Buitengebied |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1685.bpbgb2009-OW01 |
De voor Maatschappelijk - Militaire zaken aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen en overeenkomstig de in 14.1.2. opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 14.1.1:
Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduidingen uitsluitend toegestaan de functies genoemd in de navolgende Staat van maatschappelijke functies:
Afkorting | Aanduiding | Functie | Bebouwde oppervlakte (m2) | |||
(sm-6) | specifieke vorm van maatschappelijk - 6 | springterrein | 10.000 | |||
(sm-7) | specifieke vorm van maatschappelijk - 7 | mobilisatiecomplex | 20.000 |
De binnen deze bestemming vallende gronden zijn de overige bos- en natuurgebieden. Deze overige bos- en natuurgebieden bevatten minder hoge natuurwaarden dan de
natuurparels of zijn voorzien van minder hoge streefbeelden dan de natuurparels. Het zijn grotendeels (productie)bossen op droge gronden en graslanden, en voor een klein gedeelte landbouwgronden.
De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de als Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.
Uitsluitend mogen worden opgericht gebouwen en bouwwerk geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming.
Indien en voor zover binnen een bestemmingsvlak een aanduiding 'bouwvlak' is opgenomen, dan zijn gebouwen binnen dat bestemmingsvlak uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.
Voor bedrijfswoningen geldt het volgende:
De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan de oppervlakte als opgenomen in de tabel in 14.1.2 onder a; deze bebouwde oppervlakte is exclusief de bebouwde oppervlakte ten behoeve van een bedrijfswoning en de daarbij behorende bijgebouwen.
De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:
Gebouwen algemeen | Min. | |
afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - stroomweg' aangeduide weg | 100 m | |
afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - gebiedsontsluitingsweg' aangeduide weg | 20 m | |
afstand tot de as van de als 'erftoegangsweg' aangeduide weg | 15 m | |
afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - onverharde weg' aangeduide weg | 10 m | |
gebouwen mogen uitsluitend in of minimaal 1 m uit de bouwperceelgrens worden gesitueerd | 0 of 1 m | |
bestaande kleinere afstanden van legaal opgerichte gebouwen zijn toegestaan |
Bedrijfsgebouwen | |
goothoogte | max 8 m |
bouwhoogte | max 8 m |
Bedrijfswoning | Min. | Max. |
goothoogte, de maximale goothoogte geldt voor minimaal 60% van de lengte van de goot | n.v.t. | 6 m, tenzij de bestaande goothoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande goothoogte als maximum |
bouwhoogte | n.v.t. | 9 m, tenzij de bestaande bouwhoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande bouwhoogte als maximum |
inhoud | maximaal 750 m3 (incl. aangebouwde bijgebouwen), tenzij: - de bestaande inhoud van de bestaande woning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; - het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam/bouwmassa daarvan als maximum geldt. |
|
dakhelling | 12° | 60° |
Bijgebouwen bij bedrijfswoning | Min. | Max. |
gezamenlijke oppervlakte | 80 m2 | |
goothoogte | 3 m | |
bouwhoogte | 6 m | |
dakhelling | 12° | 60° |
afstand weg | zie bij hoofdgebouwen | |
afstand bijgebouwen tot bedrijfswoning | 20 m, tenzij de bestaande afstand meer bedraagt, dan geldt de bestaande afstand als maximum |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Max. |
bouwhoogte erfafscheidingen | 1 m voor voorgevel; elders 2 m |
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 5,5 m |
bouwhoogte overkappingen | 3 m |
oppervlakte overkappingen | 20 m2 |
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.2.5 teneinde de toegestane bebouwde oppervlakte aan bijgebouwen te vergroten ten behoeve van een buitengebied gerelateerd bijgebouw. Hierbij geldt het volgende:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen gebruik en/of laten gebruiken van gronden en/of opstallen voor:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden) de in het schema onder 14.5.4 opgenomen omgevingsvergunningsplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het onder 14.5.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 14.5.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden van het bosgebied als opgenomen in 14.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 14.5.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Omgevingsvergunningsplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden |
Aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 500 m2 | - de werken en werkzaamheden zijn noodzakelijk in het kader van het op de bestemming gerichte gebruik; - de werkzaamheden mogen geen onevenredige aantasting van de doeleinden als opgenomen in 14.1crosslink#s2233#False#True#False#False#Bestemmingsomschrijving en specifiek in 14.1.2crosslink#s2235#False#True#False#False#Nadere detaillering van de bestemming onder b |
Aanbrengen van (infrastructurele) ondergrondse leidingen | - de werken en werkzaamheden zijn noodzakelijk in het kader van het op de bestemming gerichte gebruik; - de werkzaamheden mogen geen onevenredige aantasting van de doeleinden als opgenomen in 14.1crosslink#s2233#False#True#False#False#Bestemmingsomschrijving en specifiek in 14.1.2crosslink#s2235#False#True#False#False#Nadere detaillering van de bestemming onder b |
Dempen van poelen, sloten en greppels |
- de werken en werkzaamheden zijn noodzakelijk in het kader van het op de bestemming gerichte gebruik; - de werkzaamheden mogen geen onevenredige aantasting van de doeleinden als opgenomen in 14.1crosslink#s2233#False#True#False#False#Bestemmingsomschrijving en specifiek in 14.1.2crosslink#s2235#False#True#False#False#Nadere detaillering van de bestemming onder b |
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden wijzigen in de bestemming Artikel 10 Bos en/of Artikel 15 Natuur, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: