Plan: | Buitengebied |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1685.bpbgb2009-OW01 |
De voor Recreatie - Recreatiewoning aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en overeenkomstig de in 17.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 17.1.1:
De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de als Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.
Indien blijkens de aanduiding 'relatie' sprake is van een koppeling van twee bestemmingsvlakken, dan zijn hierop de bepalingen met betrekking tot een enkel bestemmingsvlak van overeenkomstige toepassing.
Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming.
Per bestemmingsvlak is maximaal één recreatiewoning toegestaan. Een bedrijfswoning is niet toegestaan.
Voor de bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen gelden de volgende maatvoeringseisen:
Gebouwen algemeen | Min. | |
afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - stroomweg' aangeduide weg | 100 m | |
afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - gebiedsontsluitingsweg' aangeduide weg | 20 m | |
afstand tot de as van de als 'erftoegangsweg' aangeduide weg | 15 m | |
afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - onverharde weg' aangeduide weg | 10 m | |
gebouwen mogen uitsluitend in of minimaal 1 m uit de bouwperceelgrens worden gesitueerd | 0 of 1 m | |
bestaande kleinere afstanden van legaal opgerichte gebouwen zijn toegestaan |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Max. |
bouwhoogte erfafscheidingen | voor de voorgevelrooilijn max 1 m, overig max. 2,5 m |
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 6 m |
V`oor recreatiewoningen gelden aanvullend de volgende bebouwingsregels:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen gebruik en/of laten gebruiken van gronden en/of opstallen voor: