direct naar inhoud van Artikel 7 Bedrijf
Plan: Buitengebied
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1685.bpbgb2009-OW01

Artikel 7 Bedrijf

7.1 Bestemmingsomschrijving
7.1.1 Algemeen

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. niet-agrarische bedrijven;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - aanlegvergunning natuur' de instandhouding van natuurwaarden ter bescherming van de EHS;
  • c. water en waterhuishoudkundige doeleinden;

één en ander met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en overeenkomstig de in 7.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.

7.1.2 Nadere detaillering van de bestemming

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 7.1.1:

a Type bedrijf

Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduidingen uitsluitend toegestaan de bedrijven genoemd in de navolgende Staat van niet-agrarische bedrijven:

Afkorting   Aanduiding   Type bedrijf   Adres   Huisnummer   Bebouwde oppervlakte (m2)   Afwijkende maatvoeringseis  
(sb-1)   specifieke vorm van bedrijf - 1   meubelfabriek   Bernestraat   1   3450    
(sb-2)   specifieke vorm van bedrijf - 2   bouwbedrijf/aannemingsbedrijf   Boekelsedijk   20   2238    
(sb-3)   specifieke vorm van bedrijf - 3   garage, autoverkoop, tankstation   Brand   9   2875    
(sb-4)   specifieke vorm van bedrijf - 4   tankstation   Dassenbaan   1   600   goothoogte max 6 m  
(sb-5)   specifieke vorm van bedrijf - 5   tankstation   Dassenbaan   2   530   goothoogte max 6 m  
(sb-6)   specifieke vorm van bedrijf - 6   aluminiumbouwbedrijf   De Louwstraat   22   2850    
(sb-7)   specifieke vorm van bedrijf - 7   caravanbouwbedrijf   Dennenlaan   1   856    
(sb-8)   specifieke vorm van bedrijf - 8   bandenhandel   Graspeel   25B   965    
(sb-9)   specifieke vorm van bedrijf - 9   interieur-, kunst- en antiekwinkel   Kleingaalseweg   2   375    
(sb-10)   specifieke vorm van bedrijf - 10   stucadoorbedrijf   Kleingaalseweg   6   990    
(sb-11)   specifieke vorm van bedrijf - 11   assemblage aanhangwagens   Kleingaalseweg   13   460    
(sb-12)   specifieke vorm van bedrijf - 12   slachtbedrijf   Kreitsberg   1   545    
(sb-13)   specifieke vorm van bedrijf - 13   autosloopbedrijf   Langenboomseweg   81   7250    
(sb-14)   specifieke vorm van bedrijf - 14   takel-, berging- en sloopbedrijf   Langenboomseweg   96   2600    
(sb-15)   specifieke vorm van bedrijf - 15   takel-, berging- en sloopbedrijf   Langenboomseweg   97   800    
(sb-16)   specifieke vorm van bedrijf - 16   kantoor   Pastoor van Winkelstraat   57   250    
(sb-17)   specifieke vorm van bedrijf - 17   opslag, groothandel antiek   Lochtenburgstraat   2A   3200    
(sb-18)   specifieke vorm van bedrijf - 18   laboratorium   Nistelrooise Baan   3   22100   max goothoogte 10 m; max bouwhoogte 10 m.  
(sb-19)   specifieke vorm van bedrijf - 19   meubelstoffering, meubelfabriek   Palmstraat   1   685    
(sb-20)   specifieke vorm van bedrijf - 20   transportbedrijf   Palmstraat   6   1575    
(sb-21)   specifieke vorm van bedrijf - 21   tweewielerbedrijf: detailhandel en reparatie   Pastoor van Winkelstraat   110   328    
(sb-22)   specifieke vorm van bedrijf - 22   installatietechniek   Peelweg   43   400    
(sb-23)   specifieke vorm van bedrijf - 23   tankstation   Provinciale weg-z   1   170    
(sb-24)   specifieke vorm van bedrijf - 24   transportbedrijf   Reekseweg   20   460    
(sb-25)   specifieke vorm van bedrijf - 25   groothandel in machines, voertuigen, accessoires, technische benodigdheden en onderdelen; groothandel in schroot; reparatiebedrijf voertuigen, waaronder het demonteren van auto's, voertuigstalling; en auto- en machineverhuur   Rijksweg   5   5189   max bouwhoogte 10 m.  
(sb-26)   specifieke vorm van bedrijf - 26   transportbedrijf   Rijksweg   22   485    
(sb-27)   specifieke vorm van bedrijf - 27   autoverkoop   Rijksweg   22   30    
(sb-28)   specifieke vorm van bedrijf - 28   kozijnen, ramen, deuren, handelsbedrijf   Rijksweg   33   4140    
(sb-29)   specifieke vorm van bedrijf - 29   transportbedrijf   Rijksweg   34A   2531   max bouwhoogte 9,5 m  
(sb-30)   specifieke vorm van bedrijf - 30   garagebedrijf, autoverkoop   Rijksweg   44   2200   goothoogte max 6 m  
(sb-31)   specifieke vorm van bedrijf - 31   tankstation/carwash   Rijksweg   72   860   goothoogte max 7 m  
(sb-32)   specifieke vorm van bedrijf - 32   autoverkoopbedrijf   Rijksweg   96   170    
(sb-33)   specifieke vorm van bedrijf - 33   transportbedrijf; fourage, overlslag hooi en stro   Schaijkseweg   11   735    
(sb-34)   specifieke vorm van bedrijf - 34   dierenkliniek   Scheisestraat   10A   285    
(sb-35)   specifieke vorm van bedrijf - 35   transportbedrijf   Schutsboomstraat   69   2000   goothoogte max 5,5  
(sb-36)   specifieke vorm van bedrijf - 36   reparatie- en onderhoudsbedrijf   Smitsweg   5   560    
(sb-38)   specifieke vorm van bedrijf - 38   garagebedrijf   Soeterstraat   54   360    
(sb-39)   specifieke vorm van bedrijf - 39   veterinaire instelling, paardenkliniek   Tweehekkenweg   34   1090    
(sb-40)   specifieke vorm van bedrijf - 40   tankstation, carwash   Udensedreef   2   1265    
(sb-41)   specifieke vorm van bedrijf - 41   touringcarbedrijf   Udenseweg   45   4025    
(sb-42)   specifieke vorm van bedrijf - 42   opslag en stalling aannemersmaterieel   Witte Dellen   12   400   max goothoogte 3 m; max. bouwhoogte 7 m.  
(sb-43)   specifieke vorm van bedrijf - 43   dakdekkersbedrijf   Zandstraat   24A   230    
(sb-44)   specifieke vorm van bedrijf - 44   groothandel   Zeelandsedreef   2   3540   goothoogte max 8 m  
(sb-45)   specifieke vorm van bedrijf - 45   bedrijfsgebonden helihaven behorende bij 'specifieke vorm van bedrijf - 44', uitsluitend tussen zonsopkomst en zonsondergang tussen 7:00 en 19:00 uur, en maximaal 4 vliegbewegingen (2 starts en landingen) per dag   Zeelandsedreef   ong   300    
(sb-53)   specifieke vorm van bedrijf - 53   tankstation   De Bergmaas   2   340   max. goothoogte 6 m; max bouwhoogte 6 m.  
(sb-54)   specifieke vorm van bedrijf - 54   reparatie en onderhoud elektronika   Munstraat   1   300    
(sb-55)   specifieke vorm van bedrijf - 55   molen, maalderij   Verbindingsweg   3   200   max. goothoogte 17 m; max. bouwhoogte 17 m  
(sb-56)   specifieke vorm van bedrijf - 56   brandweer en nutsvoorziening   Langenboomseweg   71b + 73   930    
(sb-57)   specifieke vorm van bedrijf - 57   kantoren en opslag   Pastoor van Winkelstraat   55   250    
(sb-58)   specifieke vorm van bedrijf - 58   mestverwerking   De Peel   1   6800   max bouwhoogte:
- algemeen 15 m;
- schoorsteen 30 m;
- hekwerken 2 m;  
(sb-61)   specifieke vorm van bedrijf - 61   houtbewerkingsbedrijf   Brand   32a   364    
(sb-62)   specifieke vorm van bedrijf - 62   installatiebedrijf   Driehuizerweg   9   620    
(sb-63)   specifieke vorm van bedrijf - 63   verkoop, assemblage, montage, reparatie en opslag van gebruikte en ongebruikte banden, velgen en wielen. Klein onderhoud aan personenauto's   Rustvenseweg   2   12.895   max. bouwhoogte 11,65 m  
b LPG

Een LPG-vulpunt is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg'. Een afleverzuil ten behoeve van lpg met de bijbehorende externe veiligheidscontour, te weten de plaatsgebondenrisicocontour 10-6, is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg'.

c Waterhuishoudkundige doeleinden

De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de als Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.

d Aanduiding 'relatie'

Indien blijkens de aanduiding 'relatie' sprake is van een koppeling van twee bestemmingsvlakken, dan zijn hierop de bepalingen met betrekking tot een enkel bestemmingsvlak van overeenkomstige toepassing.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Toegestane bebouwing

Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.

7.2.2 Bouwvlak

Indien en voor zover binnen een bestemmingsvlak een aanduiding 'bouwvlak' is opgenomen, dan zijn gebouwen binnen dat bestemmingsvlak uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.

7.2.3 Bedrijfswoning

Voor bedrijfswoningen geldt het volgende:

  • a. per bestemmingsvlak is maximaal één bedrijfswoning met bijbehorende bijgebouwen toegestaan met dien verstande dat:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoning is toegestaan;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is het aangegeven maximale aantal wooneenheden het toegestane maximale aantal bedrijfswoningen;
    • 3. indien binnen een bouwvlak de aanduiding 'bouwvlak' is opgenomen, dan is de bedrijfswoning uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.
7.2.4 Bebouwde oppervlakte

De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan de oppervlakte als opgenomen in de tabel in 7.1.2 onder a; deze bebouwde oppervlakte is exclusief de bebouwde oppervlakte ten behoeve van een bedrijfswoning en de daarbij behorende bijgebouwen.

7.2.5 Maatvoeringseisen

De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:

Gebouwen algemeen   Min.  
afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - stroomweg' aangeduide weg   100 m  
afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - gebiedsontsluitingsweg' aangeduide weg   20 m  
afstand tot de as van de als 'erftoegangsweg' aangeduide weg   15 m  
afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - onverharde weg' aangeduide weg   10 m  
gebouwen mogen uitsluitend in of minimaal 1 m uit de bouwperceelgrens worden gesitueerd   0 of 1 m  
bestaande kleinere afstanden van legaal opgerichte gebouwen zijn toegestaan    

Bedrijfsgebouwen
 
Min.   Max.  
goothoogte   n.v.t.   4,5 m  
bouwhoogte   n.v.t.   9 m  
dakhelling, met dien verstande dat de minimale dakhelling niet geldt voor ondergeschikte platte tussenleden en andere gebouwen van ondergeschikte aard   15°   60°  

Bedrijfswoning   Min.   Max.  
goothoogte, de maximale goothoogte geldt voor minimaal 60% van de lengte van de goot   n.v.t.   6 m, tenzij de bestaande goothoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande goothoogte als maximum  
bouwhoogte   n.v.t.   9 m, tenzij de bestaande bouwhoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande bouwhoogte als maximum  
inhoud     maximaal 750 m3 (incl. aangebouwde bijgebouwen), tenzij:
- de bestaande inhoud van de bestaande woning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt;
- het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam/bouwmassa daarvan als maximum geldt.  
dakhelling   12°   60°  

Vrijstaande bijgebouwen bij bedrijfswoning   Min.   Max.  
gezamenlijke oppervlakte per woning     80 m2  
goothoogte     3 m  
bouwhoogte     6 m  
afstand vrijstaande bijgebouwen tot bedrijfswoning     20 m, tenzij de bestaande afstand meer bedraagt, dan geldt de bestaande afstand als maximum  
dakhelling   0°   60°  

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde   Max.  
bouwhoogte erfafscheidingen   voor voorgevelrooilijn: 1 m;
overige: 2 m  
bouwhoogte van carports c.q. overkappingen   3 m  
oppervlakte van een carport c.q. overkapping   20 m2   
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   6 m  

Voorzover in de tabel in 7.1.2 onder a maatvoeringseisen zijn opgenomen, gelden deze eisen in afwijking van bovenstaande tabel.

7.2.6 Herbouw

Aanvullend gelden voor herbouw van bestaande woningen de volgende voorwaarden:

  • a. de herbouw vindt grotendeels plaats op de plaats van de (voor zover aanwezige) bestaande fundamenten van de woning;
  • b. de voorgevel van de te herbouwen woning wordt geplaatst in de (voormalige) voorgevelrooilijn van de woning;
  • c. de bouwwijze (d.w.z. vrijstaand, halfvrijstaand of aaneengebouwd) van de te herbouwen woning(en) wijkt niet af van de bouwwijze van de oorspronkelijke woning(en).
7.3 Afwijken van de bouwregels
7.3.1 Omgevingsvergunning m.b.t. herbouw

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.6 onder a en b, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de nieuwe situering van de woning is stedenbouwkundig, verkeerskundig en milieukundig aanvaardbaar;
  • b. er dient sprake te zijn van (zekerheidsstelling omtrent de) sloop van de bestaande woning
  • c. door de herbouw wordt het landelijke karakter van het gebied niet onevenredig aangetast;
  • d. de nieuwe situering van de woning leidt niet tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende bedrijven, voortvloeiende uit milieuregelgeving;
  • e. er moet voldaan worden aan de Wet geluidhinder;
  • f. er is sprake van zuinig ruimtegebruik;
  • g. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • h. de uitbreiding gaat gepaard met een extra kwaliteitsverbetering van het buitengebied;
  • i. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • j. qua grootte en ruimtebeslag is het passend op de locatie en in de omgeving;
  • k. het mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in 7.1 omschreven waarden.
7.3.2 Omgevingsvergunning bebouwde oppervlakte vrijstaande bijgebouwen

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.5 teneinde de toegestane bebouwde oppervlakte aan bijgebouwen te vergroten ten behoeve van een buitengebied gerelateerd bijgebouw. Hierbij geldt het volgende:

  • a. het bijgebouw draagt bij aan het agrarisch landschap;
  • b. de totale bebouwde oppervlakte aan bijgebouwen bedraagt maximaal 150 m2;
  • c. er is sprake van zuinig ruimtegebruik;
  • d. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • e. de uitbreiding gaat gepaard met een extra kwaliteitsverbetering van het buitengebied;
  • f. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • g. qua grootte en ruimtebeslag is het passend op de locatie en in de omgeving;
  • h. het mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in de omgeving aanwezige waarden.
7.4 Specifieke gebruiksregels
7.4.1 Strijdig gebruik

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen gebruik en/of laten gebruiken van gronden en/of opstallen voor:

  • a. het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik;
  • b. detailhandel, behoudens het bepaalde in 7.1.2 onder a;
  • c. voor (ondersteunende) horeca behoudens het bepaalde in 7.1.2 onder a;
  • d. vrijstaande bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte;
  • e. woondoeleinden, met uitzondering van de toegestane bedrijfswoningen;
  • f. het bewonen van bedrijfsruimte;
  • g. een niet-publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis of een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis;
  • h. een seksinrichting;
  • i. coffeeshop;
  • j. geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
  • k. risicovolle inrichtingen;
  • l. de opslag van gevaarlijke stoffen, zoals kunstmeststoffen en propaan, die een 10-6 risicocontour hebben die het bestemmingsvlak overschrijdt.
7.5 Afwijken van de gebruiksregels
7.5.1 Omgevingsvergunning opslag gevaarlijke stoffen

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.4.1 onder k ten behoeve van de opslag van gevaarlijke stoffen teneinde toe te staan dat de daarbij behorende 10-6 risicocontour de bestemmingsgrens overschrijdt, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. er is sprake van zuinig ruimtegebruik;
  • b. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • c. de uitbreiding gaat gepaard met een extra kwaliteitsverbetering van het buitengebied;
  • d. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • e. qua grootte en ruimtebeslag is het passend op de locatie en in de omgeving;
  • f. het mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in 7.1 omschreven waarden.
7.5.2 Omgevingsvergunning mantelzorg in afhankelijke woonruimte

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.4.1 onder d en toestaan dat een bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. een dergelijke bewoning is noodzakelijk vanuit een oogpunt van mantelzorg;
  • b. de afhankelijke woonruimte wordt ingepast binnen de toegestane bijgebouwen, waarbij ten behoeve van mantelzorg niet meer dan 80 m2 en maximaal één bouwlaag mag worden gebruikt;
  • c. er is sprake van zuinig ruimtegebruik;
  • d. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • e. de uitbreiding gaat gepaard met een extra kwaliteitsverbetering van het buitengebied;
  • f. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • g. qua grootte en ruimtebeslag is het passend op de locatie en in de omgeving;
  • h. het mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in 7.1 omschreven waarden.
7.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
7.6.1 Omgevingsvergunningplicht

Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden) de in het schema onder 7.6.4. opgenomen omgevingsvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te voeren.

7.6.2 Uitzonderingen vergunningenplicht

Het onder 7.6.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:

  • a. welke plaatshebben ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden is verleend;
  • c. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • d. welke betreffen het normale onderhoud en/of landschapsbeheer.
7.6.3 Toetsing aan aanwezige waarden

De in 7.6.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 7.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 7.6.4 de toetsingscriteria weergegeven.

7.6.4 Schema omgevingsvergunningsplichtige werken en werkzaamheden

Omgevingsvergunningsplichtige werken/werkzaamheden   Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden  
Aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 100 m2 , uitsluitend ter plaatse van de aanduiding': 
- 'wro-zone - aanlegvergunning natuur';  
- ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - aanlegvergunning natuur' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting tot gevolg hebben van de in 7.1 omschreven waarden;  
Afgraven, vergraven, ophogen en egaliseren van de bodem, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding': 
- 'wro-zone - aanlegvergunning natuur';  
- ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - aanlegvergunning natuur' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting tot gevolg hebben van de in 7.1 omschreven waarden;  
Dempen van poelen, sloten en greppels, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding:
- 'wro-zone - aanlegvergunning natuur';  
- ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - aanlegvergunning natuur' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting tot gevolg hebben van de in 7.1 omschreven waarden;  
7.7 Wijzigingsbevoegdheid
7.7.1 Wijziging oppervlakte bebouwing niet-agrarische bedrijven

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen teneinde een grotere bebouwde oppervlakte toe te staan dan de in 7.1.2 onder a juncto 7.2.4 gestelde maximale oppervlakte bedrijfsbebouwing van niet-agrarische bedrijven, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. deze wijzigingsbevoegdheid kan worden doorlopen in combinatie met 4.7.9 en/of 5.7.9;
  • b. de in de in 7.1.2 onder a juncto 7.2.4 opgenomen bebouwde oppervlakte mag met maximaal 25% worden vergroot, waarbij de oppervlakte die wordt toegestaan door toepassing van 4.7.9 respectievelijk 5.7.9 wordt meegerekend;
  • c. eventuele uitbreiding van de aanduiding 'bouwvlak' is toegestaan;
  • d. de vergroting dient noodzakelijk te zijn uit het oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en/of -ontwikkeling;
  • e. de belangen van de omliggende (niet) agrarische bedrijven en andere functies worden niet onevenredig aangetast;
  • f. er vindt geen toename van de milieubelasting plaats;
  • g. de verkeersaantrekkende werking dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
  • h. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de aanwezige landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden;
  • i. vanuit de Verordening ruimte gelden de volgende bepalingen:
    • 1. de beoogde ontwikkeling leidt niet tot een bestemmingsvlak met een omvang groter dan 5000 m2;
    • 2. er is verzekerd dat overtollige bebouwing wordt gesloopt;
    • 3. de beoogde ontwikkeling leidt niet tot een bedrijf, behorend tot de milieucategorie 3 of hoger;
    • 4. de beoogde ontwikkeling leidt niet tot twee of meer zelfstandige bedrijven;
    • 5. de beoogde ontwikkeling leidt niet tot een al dan niet zelfstandige kantoorvoorziening met een baliefunctie;
    • 6. de beoogde ontwikkeling leidt niet tot een al dan niet zelfstandige detailhandelsvoorziening met een vloeroppervlakte groter dan opgenomen in de tabel in de in 7.1.2 onder a voor het betreffende bedrijf is opgenomen;
    • 7. de inrichting van het bestemmingsvlak bevordert een gunstige verhouding tussen bruto en netto ruimtebeslag;
    • 8. er is sprake van een bebouwingspercentage en bouwhoogte welke passend zijn bij de aard van de omgeving en de beoogde ontwikkeling;
    • 9. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - omgevingsvergunning groenblauwe mantel' geldt dat de ontwikkeling gepaard gaat met een positieve bijdrage aan de bescherming en ontwikkeling van de onderkende ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken;
  • j. in afwijking van het bepaalde onder i kan een grotere omvang dan genoemd onder i of uitbreiding ten behoeve van een bedrijf in milieucategorie 3 in afwijking van het bepaalde onder i op grond van de Verordening ruimte worden toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
    • 1. er is sprake van een redelijke uitbreiding;
    • 2. er is overeenkomstige toepassing gegeven aan de aspecten van verantwoording, bedoeld in artikel 3.8, vierde lid van de Verordening ruimte in samenhang met de verantwoording, bedoeld in het tweede lid van die bepaling;
    • 3. de beoogde uitbreiding staat in redelijke verhouding tot de op grond van artikel 2.1 van de Verordening ruimte vereiste zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit;
    • 4. de inrichting van het bestemmingsvlak bevordert een gunstige verhouding tussen bruto en netto ruimtebeslag;
    • 5. er is sprake van een bebouwingspercentage en bouwhoogte welke passend zijn bij de aard van de omgeving en de beoogde ontwikkeling;
    • 6. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - omgevingsvergunning groenblauwe mantel' gaat deze ontwikkeling gepaard, onder toepassing van artikel 6.3, eerste lid, onder a en b van de Verordening ruimte, met een positieve bijdrage aan de bescherming en ontwikkeling van de onderkende ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken;
    • 7. de beoogde ontwikkeling leidt niet tot een grootschalige voorziening, waaronder wordt verstaan een voorziening waarbij blijkens een economisch effectenonderzoek het te verwachten aantal bezoekers en overnachtingen samen genomen meer dan 100.000 per jaar bedraagt;
  • k. er is sprake van zuinig ruimtegebruik;
  • l. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • m. de uitbreiding gaat gepaard met een extra kwaliteitsverbetering van het buitengebied;
  • n. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • o. qua grootte en ruimtebeslag is het passend op de locatie en in de omgeving;
  • p. het mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in de omgeving aanwezige waarden.
7.7.2 Wijziging naar andere vorm van niet-agrarisch bedrijf

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen teneinde een andere vorm van niet-agrarische bedrijvigheid toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. aangetoond dient te worden dat er sprake is van een ruimtelijke en milieukundige verbetering; een ruimtelijke en milieukundige verbetering betekent dat er een afname van bebouwing (niet zijnde gemeentelijk monument of een rijksmonument dan wel woonboerderijpand) plaatsvindt alsmede een visueel ruimtelijke verbetering van de situatie en/of een vermindering van de milieubelasting;
  • b. er mag geen opslag buiten de gebouwen plaatsvinden;
  • c. een tweede bedrijfswoning, voor zover niet reeds aanwezig, is niet toegestaan;
  • d. voldaan moet worden aan de maatvoeringseisen uit 7.2.5;
  • e. detailhandel is niet toegestaan behoudens voor zover zulks in ondergeschikte vorm noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik;
  • f. de verkeersaantrekkende werking dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
  • g. uit een over te leggen onderzoek dient te blijken dat de bodem geschikt is voor de nieuwe functie;
  • h. vanuit de Verordening ruimte gelden de volgende bepalingen:
    • 1. de beoogde ontwikkeling leidt niet tot een bestemmingsvlak met een omvang groter dan 5000 m2;
    • 2. de beoogde ontwikkeling leidt niet tot twee of meer zelfstandige bedrijven;
    • 3. de beoogde ontwikkeling leidt niet tot een al dan niet zelfstandige kantoorvoorziening met een baliefunctie;
    • 4. de beoogde ontwikkeling leidt niet tot een al dan niet zelfstandige detailhandelsvoorziening met een vloeroppervlakte groter dan 200 m2, danwel de in de tabel in 7.1.2 onder a voor het betreffende bedrijf opgenomen grotere oppervlakte;
    • 5. de inrichting van het bestemmingsvlak bevordert een gunstige verhouding tussen bruto en netto ruimtebeslag;
    • 6. er is sprake van een bebouwingspercentage en bouwhoogte welke passend zijn bij de aard van de omgeving en de boorde ontwikkeling;
    • 7. de ontwikkeling draagt bij aan de ontwikkeling van een gemengde plattelandseconomie;
    • 8. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - omgevingsvergunning groenblauwe mantel' gaat de ontwikkeling gepaard met een positieve bijdrage aan de bescherming en ontwikkeling van de onderkende ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken;
  • i. in afwijking van het bepaalde onder h kan een grotere omvang dan genoemd onder h of uitbreiding ten behoeve van een bedrijf in milieucategorie 3 in afwijking van het bepaalde onder h op grond van de Verordening ruimte worden toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
    • 1. er is sprake van een redelijke uitbreiding;
    • 2. er is overeenkomstige toepassing gegeven aan de aspecten van verantwoording, bedoeld in artikel 3.8, vierde lid van de Verordening ruimte in samenhang met de verantwoording, bedoeld in het tweede lid van die bepaling;
    • 3. de beoogde uitbreiding staat in redelijke verhouding tot de op grond van artikel 2.1 van de Verordening ruimte vereiste zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit;
    • 4. de inrichting van het bestemmingsvlak bevordert een gunstige verhouding tussen bruto en netto ruimtebeslag;
    • 5. er is sprake van een bebouwingspercentage en bouwhoogte welke passend zijn bij de aard van de omgeving en de beoogde ontwikkeling;
    • 6. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - omgevingsvergunning groenblauwe mantel' gaat deze ontwikkeling gepaard, onder toepassing van artikel 6.3, eerste lid, onder a en b van de Verordening ruimte, met een positieve bijdrage aan de bescherming en ontwikkeling van de onderkende ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken;
    • 7. de beoogde ontwikkeling leidt niet tot een grootschalige voorziening, waaronder wordt verstaan een voorziening waarbij blijkens een economisch effectenonderzoek het te verwachten aantal bezoekers en overnachtingen samen genomen meer dan 100.000 per jaar bedraagt;
  • j. er is sprake van zuinig ruimtegebruik;
  • k. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • l. de uitbreiding gaat gepaard met een extra kwaliteitsverbetering van het buitengebied;
  • m. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • n. qua grootte en ruimtebeslag is het passend op de locatie en in de omgeving;
  • o. het mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in 7.1 omschreven waarden.
7.7.3 Wijziging t.b.v. agrarisch verwant bedrijf/ agrarisch technisch hulpbedrijf

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden wijzigen in Artikel 8 Bedrijf - Agrarisch verwant en technisch hulpbedrijf, teneinde een agrarisch verwant bedrijf dan wel een agrarisch technisch hulpbedrijf toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. agrarisch hergebruik is redelijkerwijs niet mogelijk;
  • b. het hergebruik dient te passen in de omgeving;
  • c. in opzet en ontwikkelingsperspectief dient het om een kleinschalige activiteit te gaan, met in beginsel slechts enkele werknemers;
  • d. de activiteit dient plaats te vinden binnen de aanwezige gebouwen; er vindt geen uitbreiding van bebouwing ten behoeve van de activiteit plaats;
  • e. in een bedrijfsplan dient te worden aangetoond welke bedrijfsgebouwen noodzakelijk zijn voor de hergebruikfunctie; overtollige voormalige agrarische bedrijfsbebouwing, die niet voor de nieuwe functie wordt gebruikt, dient te worden gesloopt;
  • f. er mag geen opslag buiten de gebouwen plaatsvinden;
  • g. het dient om een concreet plan te gaan, waarbij onder andere milieutechnische gegevens worden overlegd;
  • h. de verkeersaantrekkende werking dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
  • i. er dient op eigen terrein te worden voorzien in de parkeerbehoefte;
  • j. detailhandel is niet toegestaan;
  • k. de regels van Artikel 8 Bedrijf - Agrarisch verwant en technisch hulpbedrijf worden van overeenkomstige toepassing verklaard;
  • l. vanuit de Verordening ruimte gelden de volgende bepalingen, met dien verstande dat dit niet geldt ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - omgevingsvergunning groenblauwe mantel’:
    • 1. de omvang van het bestemmingsvlak mag niet groter zijn dan 1,5 ha;
    • 2. de inrichting van het bestemmingsvlak bevordert een gunstige verhouding tussen bruto en netto ruimtebeslag bevordert;
    • 3. er is sprake van een bebouwingspercentage en bouwhoogte welke passend zijn bij de aard van de omgeving en de beoogde ontwikkeling;
  • m. vanuit de Verordening ruimte gelden de volgende bepalingen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - omgevingsvergunning groenblauwe mantel':
    • 1. de beoogde ontwikkeling leidt niet tot een bestemmingsvlak met een omvang groter dan 5000 m2;
    • 2. er is verzekerd dat overtollige bebouwing wordt gesloopt;
    • 3. de beoogde ontwikkeling leidt niet tot een bedrijf, behorend tot de milieucategorie 3 of hoger;
    • 4. de beoogde ontwikkeling leidt niet tot twee of meer zelfstandige bedrijven;
    • 5. de beoogde ontwikkeling leidt niet tot een al dan niet zelfstandige kantoorvoorziening met een baliefunctie;
    • 6. de beoogde ontwikkeling leidt niet tot een al dan niet zelfstandige detailhandelsvoorziening met een vloeroppervlakte groter dan 200 m2 danwel de in de tabel in 7.1.2 onder a voor het betreffende bedrijf opgenomen grotere oppervlakte;
    • 7. de inrichting van het bestemmingsvlak bevordert een gunstige verhouding tussen bruto en netto ruimtebeslag;
    • 8. er is sprake van een bebouwingspercentage en bouwhoogte welke passend zijn bij de aard van de omgeving en de beoogde ontwikkeling;
    • 9. de ontwikkeling gaat gepaard met een positieve bijdrage aan de bescherming en ontwikkeling van de onderkende ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken;
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - omgevingsvergunning groenblauwe mantel' kan een grotere omvang dan genoemd onder m of uitbreiding ten behoeve van een bedrijf in milieucategorie 3 in afwijking van het bepaalde onder m op grond van de Verordening ruimte worden toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
    • 1. er is sprake van een redelijke uitbreiding;
    • 2. er is overeenkomstige toepassing gegeven aan de aspecten van verantwoording, bedoeld in artikel 3.8, vierde lid van de Verordening ruimte in samenhang met de verantwoording, bedoeld in het tweede lid van die bepaling;
    • 3. de beoogde uitbreiding staat in redelijke verhouding tot de op grond van artikel 2.1 van de Verordening ruimte vereiste zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit;
    • 4. de inrichting van het bestemmingsvlak bevordert een gunstige verhouding tussen bruto en netto ruimtebeslag;
    • 5. er is sprake van een bebouwingspercentage en bouwhoogte welke passend zijn bij de aard van de omgeving en de beoogde ontwikkeling;
    • 6. deze ontwikkeling gaat gepaard, onder toepassing van artikel 6.3, eerste lid, onder a en b van de Verordening ruimte, met een positieve bijdrage aan de bescherming en ontwikkeling van de onderkende ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken;
    • 7. de beoogde ontwikkeling leidt niet tot een grootschalige voorziening, waaronder wordt verstaan een voorziening waarbij blijkens een economisch effectenonderzoek het te verwachten aantal bezoekers en overnachtingen samen genomen meer dan 100.000 per jaar bedraagt;
  • o. in afwijking van het bepaalde onder l en n is een omvang groter dan 1,5 ha toegestaan vanuit de Verordening ruimte, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
    • 1. de beoogde uitbreiding staat in redelijke verhouding tot de op grond van artikel 2.1 van de Verordening ruimte vereiste zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit;
    • 2. de inrichting van het bestemmingsvlak bevordert een gunstige verhouding tussen bruto en netto ruimtebeslag;
    • 3. er sprake is van een bebouwingspercentage en bouwhoogte welke passend zijn bij de aard van de omgeving en de beoogde ontwikkeling;
    • 4. ingeval de beoogde ontwikkeling plaatsvindt ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - omgevingsvergunning groenblauwe mantel', gaat deze ontwikkeling onder toepassing van artikel 6.3, eerste lid, onder a en b van de Verordening ruimte, gepaard met een positieve bijdrage aan de bescherming en ontwikkeling van de onderkende ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken;
  • p. er is sprake van zuinig ruimtegebruik;
  • q. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • r. de uitbreiding gaat gepaard met een extra kwaliteitsverbetering van het buitengebied;
  • s. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • t. qua grootte en ruimtebeslag is het passend op de locatie en in de omgeving;
  • u. het mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in 7.1 omschreven waarden.
7.7.4 Wijziging naar Wonen

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in:

Indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. woningsplitsing is uitsluitend toegestaan bij cultuurhistorisch waardevolle panden ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' en beeldbepalende voormalige boerderijen en indien de inhoud van het hoofdgebouw vóór splitsing minimaal 1000 m3 bedraagt;
  • b. bij woningsplitsing mag in maximaal 2 woningen worden gesplitst;
  • c. woningsplitsing is uitsluitend toegestaan indien de splitsing mede is gericht op het behoud of herstel van deze cultuurhistorische bebouwing;
  • d. de bebouwde oppervlakte van de voormalige bedrijfswoning of (woon)boerderij (inclusief de inpandige stal / het inpandig deel) mag niet worden vergroot;
  • e. de agrarische verschijningsvorm van de voormalige boerderij mag niet worden aangetast;
  • f. de bestaande situering van de bebouwing mag niet worden gewijzigd;
  • g. de bebouwde oppervlakte van de vrijstaande bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 80 m2 per woning. Alle overige gebouwen dienen te worden gesloopt. De maximaal toegestane bebouwde oppervlakte kan worden vermeerderd. Hiervoor geldt het volgende:
    • 1. per aantal vierkante meters gesloopte oppervlakte is 25% extra bebouwde oppervlakte toegestaan. De reeds toegestane 80 m2 telt niet mee bij de berekening van het percentage;
    • 2. de in totaal toegestane bebouwde oppervlakte mag echter niet meer bedragen dan 200 m2;
  • h. uit een onderzoek naar de bodemkwaliteit dient te blijken dat de bodem geschikt is voor de nieuwe functie;
  • i. voldaan wordt aan de bepalingen bij of krachtens de Wet geluidhinder;
  • j. er is sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat, onder andere voor het aspect geur indien sprake is van een geurgevoelig object;
  • k. de verkeersaantrekkende werking dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
  • l. er is sprake van zuinig ruimtegebruik;
  • m. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • n. de uitbreiding gaat gepaard met een extra kwaliteitsverbetering van het buitengebied;
  • o. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • p. qua grootte en ruimtebeslag is het passend op de locatie en in de omgeving;
  • q. het mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in 7.1 omschreven waarden.
  • r. de regels van Artikel 23 Wonen worden van overeenkomstige toepassing verklaard;
  • s. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - omgevingsvergunning groenblauwe mantel' gaat de ontwikkeling gepaard met een positieve bijdrage aan de bescherming en ontwikkeling van de onderkende ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken.