Plan: | Willevenstraat |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1685.bpschwilleven2012-ON01 |
Om het gewenste ambitieniveau daadwerkelijk te kunnen realiseren is het van belang aandacht te besteden aan beeldkwaliteit. In deze paragraaf zijn de criteria ten aanzien van uitstraling en architectuur vastgelegd voor de bebouwing en voor de openbare ruimte.
De opgestelde beeldkwaliteitscriteria zijn niet vrijblijvend. Deze paragraaf wordt vastgesteld door de gemeenteraad conform artikel 12a van de Woningwet en vormt daarmee een verplichte leidraad voor de welstandstoetsing. Het plan betreft een bindende aanvulling op de gemeentelijke welstandsnota.
Om een goede afstemming te krijgen tussen de stedenbouwkundige inrichting en de beoogde architectuur worden in dit beeldkwaliteitplan een aantal spelregels voorgeschreven. Het is niet de bedoeling dat alle woningen identiek aan elkaar zijn maar dat een aantal kenmerkende elementen in de woningen terugkomt.
Met de beeldkwaliteit wordt aansluiting gezocht met het landelijke, dorpse karakter aan de rand van Schaijk. De architectuur is eenvoudig, de maat en schaal zijn beperkt.
Om een zachte overgang te creëren naar het buitengebied, dient de architectuur ingetogen te zijn. Dit uit zich in maat en schaal, vormgeving, kleur- en materiaalgebruik en positionering van de woningen. De beeldkwaliteit van de woningen moet aan de volgende punten voldoen:
Figuur 4.12: Tweezijdige oriëntatie verplicht
Figuur 4.13: Kleurenrange bakstenen (voorbeeld Wienerberger)
Figuur 4.14: Voorbeeld beeldkwaliteitseisen
De kwaliteit van de openbare ruimte is af te lezen aan het materiaalgebruik. Dit moet voldoen aan de gewenste sfeer, aan de functionele eisen in het gebruik en sluit aan op de beeldkwaliteit van de woningen. De beoogde sfeer is dorps en de vormgeving zal terughoudend en sober zijn. Hieronder zijn enkele dwarsdoorsnede weergegeven. Hieraan kan afgelezen worden hoe de opbouw van de openbare ruimte zal zijn.
Figuur 4.15: Profielenkaart
Figuur 4.16: Profielen
Verharding
Wat betreft kleurgebruik van de woningen is een brede range van bruintinten mogelijk. Om een rustig straatbeeld te bereiken wordt voor de verharding neutrale kleuren voorgesteld. Om de functies als rijbaan, parkeren, inritten, buurterf en trottoir van elkaar te onderscheiden, is er gekozen voor kleine kleurnuances en variatie in formaatgroottes en straatverbanden. De uitstraling en daarmee samenhangend het kleurgebruik zal sober zijn.
Figuur 4.17: Referentie voor kleur straatbakstenen
Verlichting
Voor het plangebied wordt een lichtmast met armatuur voorgesteld die modern is maar wel aansluit op de beoogde dorpse sfeer (zie figuur 4.18). Het betreft een paaltoparmatuur met een lichtpunthoogte van min. 4 meter. De lichtmasten worden op de trottoirs geplaatst en dus niet aan de zijde van de boombeplanting. In figuur 4.19 is weergegeven waar de lichtmasten gepositioneerd kunnen worden. De hart op hart afstanden van de masten zijn indicatief.
Figuur 4.18: Lichtmast en armatuur (Philips Metronomis Cambridge)
Figuur 4.19: Positie lichtmasten, afstanden indicatief
Groen
Openbaar groen
Bomen spelen een belangrijke rol in de beeldkwaliteit en uitstraling van het plan. Zij dragen bij aan de beoogde groene en dorpse sfeer. Enerzijds benadrukken de bomen de noord-zuidgerichte stedenbouwkundige structuur, anderzijds accentueren bijzondere bomen twee groene ruimtes in het plan.
De bomen die de verkavelings- en verkeersstructuur volgen zijn van 2e / 3e grootte en sluiten wat soort betreft aan bij de landschappelijke beplanting in de omgeving. Er kan gedacht worden aan losse beplanting bestaande uit Elzen (Alnus glutinosa).
Figuur 4.20: Referentie elzen in het landelijk gebied
In de centraal gelegen groene ruimte komen bomen die wat betreft vorm afwijkend zijn van de bomen die de verkavelingsstructuur begeleiden. De bomen hebben ronde kronen, zijn van 2e of 1egrootte en mogen verschillende soorten zijn. Gedacht wordt aan drie Notenbomen (Juglans regia), of verschillende Essen met mooie herfstverkleuringen.
Figuur 4.21: Referentie van Essen in centraal gelegen groene ruimte
Erfafscheidingen
Groene erfafscheidingen dienen te worden toegepast, met name op de grens naar het openbaar gebied. Te denken valt aan hagen van Beuk (Fagus sylvatica), Esdoorn (Acer campestre) of Linde (Tilia).
In het bijzonder geldt dit voor de voorkanten van de woningen die zijn gericht op het open landschap aan de westzijde en voor de woningen aan het Munpad. Bij voorkeur worden deze erfgrenzen voorzien van een fraaie cultuurhistorische beplanting in de vorm van lage begroeiing (hagen).
Figuur 4.22: Referentiebeelden groene hagen