Plan: | Willevenstraat |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1685.bpschwilleven2012-ON01 |
Het stedenbouwkundige plan is een ruimtelijke vertaling van het planconcept. Een heldere verkeersstructuur is te zien die aantakt op het Munpad. Een brede groene berm biedt ruimte aan boomgroepen. Aan de noordoostelijke entree wordt de locatie van het huidige boomgaardje behouden. In het plan ligt een groene ruimte centraal, waar een breed trottoir de woningen ontsluit.
Figuur 4.5: Stedenbouwkundig plan
De bebouwing volgt de openbare ruimte. Verschillende kavelgroottes en bebouwingtypes dragen bij aan een afwisselend beeld. Dit beeld wordt versterkt door verspringende rooilijnen. De voorgevels van de woningen, vrijstaand of twee-aaneengebouwd, worden gesitueerd in de aangegeven voorgevelrooilijn of maximaal enkele meters daarachter. Bijgebouwen zijn ondergeschikt aan het hoofdgebouw en worden gesitueerd in het achtererfgebied.
Een zorgvuldige inpassing van een aantal hoekpunten is cruciaal en bepalend voor de beeldkwaliteit. Op een aantal hoekpunten wordt daarom een dubbele oriëntatie van de woningen voorgesteld (zie ook paragraaf 4.6). Op deze hoekpunten en op enkele perceelranden die aan het openbaar gebied grenzen, zijn groene erfafscheiding eveneens bepalend voor de beeldkwaliteit.
Figuur 4.6: Groene erfafscheidingen
In het plan wordt ruimte geboden aan diverse woningtypes en kavelgrootte's.
Aan de kant van de dorpskern is het plan wat verdicht, aan de zijde van het buitengebied zijn grotere kavels gelegen. Centraal in het plan liggen de geschakelde woningen, aan de oostzijde zijn voornamelijk de vrijstaand-geschakelde woningen. De overige kavels zijn vrijstaand.
Figuur 4.7: Ligging van de kavels van ca. 300 m2 (links), ca. 450 m2 (midden) en groter (rechts)
De locatie wordt aan de noordzijde ontsloten op het Munpad. Het Munpad zal ter hoogte van het plangebied een 30 km/h-zone worden (zie ook paragraaf 3.5). De ontsluitingsweg binnen het plangebied is U-vormig, waardoor alleen bestemmingsverkeer de locatie aandoet. Een aantal kavels wordt niet direct aan de rijbaan ontsloten. Zij zijn te bereiken via een buurterf. De materialisering van de trottoirs loopt over in de buurterven. De westelijke verkeersstructuur (deels rijbaan, deels buurterf) dient tevens als onderhoudsruimte van de noord-zuid georiënteerde watergang.
Het buurterf aan de noordoostzijde biedt de mogelijkheid voor een langzaamverkeerverbinding naar de kern van Schaijk. Aan de noordzijde van het plan is het mogelijk aan het Munpad een voetpad aan te leggen die aansluit op de noordzuid geöriënteerde trottoirs binnen het plangebied.
Om gemotoriseerd verkeer naar de Willevenstraat te voorkomen, wordt het einde van het buurterf aan de zuidwestzijde van het plan door middel van paaltjes afgesloten. Via een grasberm is ter plaatse een wandelroute naar het landschappelijk gebied aan de zuidkant mogelijk.
Parkeren
Voor alle vrijstaande en halfvrijstaande woningen geldt een parkeernorm van 2 parkeerplekken per woning. Op de Ruimte voor Ruimte kavels worden minimaal 2 parkeerplekken op eigen terrein gerealiseerd. Wat betreft de reguliere woningen is rekening gehouden met één parkeerplek op eigen terrein en één parkeerplek in het openbaar gebied. In figuur 4.8 zijn de parkeerplekken in donkerrood aangegeven.
Figuur 4.8: Verkeersstructuur
Figuur 4.9: Groenstructuur
De groenstructuur bestaat uit twee groene ruimtes enerzijds en lijnvormige groenelementen anderzijds. De noord-zuidgerichte verkavelingsstructuur wordt versterkt door een lijnvormige groenstructuur in een brede berm. De met groen omklede westelijke verkeersstructuur draagt bij aan een hoogwaardige afronding van de kern Landerd. Aan de westzijde van deze weg is een groene berm voorzien. Vanwege de ruimte die nodig is voor het beheer en onderhoud van de naastgelegen watergang, zijn de bomen aan de oostzijde van deze weg geprojecteerd.
Nabij de noord-oostelijke entree van de locatie staan in de huidige situatie fruitbomen in een boomgaardje. Op deze plek wordt een waterberging gerealiseerd. De huidige fruitbomen komen in de toekomst op rabatten in deze wadi te staan. Hiervoor zullen de huidige bomen verplant worden.
Figuur 4.10: Te verplanten bomen
Centraal in het woongebied wordt een plantsoen gerealiseerd. Deze groene ruimte wordt verdiept aangelegd en omgeven door een haag waardoor ruimte ontstaat voor een informele speelplek. Bij regenval doet de ruimte dienst als wadi / waterberging. Het hemelwater zal langzaam de grond in trekken of vertraagd worden afgevoerd.
De bomen zijn van 1e en 2e grootte. Enkele bomen staan op een hoger deel. Hierdoor ontstaat bij berging van hemelwater een eilandje. De bomen passen in het cultuurlandschap en mogen van verschillende soort zijn.
Hemelwatersysteem
Gezien de bodemopbouw, waterdoorlatendheid en de grondwaterstanden is infiltratie van hemelwater mogelijk. Aandachtspunten zijn de relatief hoge GHG’s, de sporadisch aanwezige slecht waterdoorlatende veenlagen en de matige doorlatendheid van de teelaardelaag. Voor het plangebied kan worden uitgegaan van infiltratie van hemelwater in de bodem. Voor de opvang van het hemelwater is gekozen voor wadi’s. Vanwege de relatief hoge GHG’s kunnen alleen ondiepe bergings-/infiltratievoorzieningen worden toegepast. Daarnaast is ter hoogte van de voorzieningen grondverbetering nodig in verband met de matig doorlatende teelaardelaag.
Het watersysteem (zie figuur 4.11) bestaat op hoofdlijnen uit twee onderdelen: de Ruimte voor Ruimte kavels enerzijds en het openbaar gebied plus de reguliere kavels anderzijds. Deze zijn hierna toegelicht.
Figuur 4.11: schematisch watersysteem
Ruimte voor Ruimte kavels
Het hemelwater dat op de Ruimte voor Ruimte kavels valt wordt volledig binnen de kavels geborgen en geïnfiltreerd. Voor de hemelwaterberging op de kavels kunnen verschillende voorzieningen worden toegepast, te weten: wadi’s (laagtes in de tuin met grondverbetering), vijvers; infiltratiekratten (kunststof kratten toepasbaar onder de verharding en de tuin) of berging in het funderingsmateriaal van verharding. De situering staat niet vast en is ter keuze van de toekomstige kaveleigenaren.
Openbaar gebied plus reguliere kavels
In het midden en noordoosten van het gebied komt een openbare groenzone te liggen die wordt uitgevoerd als een wadi. Het hemelwater dat afstroomt van de reguliere kavels en de wegen wordt via een hemelwaterriool afgevoerd naar de wadi’s, waarbij een verdeling plaatsvindt naar verhouding van de inhoud van de wadi's. In de wadi’s wordt het afstromende hemelwater geborgen en zoveel mogelijk geïnfiltreerd. De wadi in het midden van het gebied wordt voorzien van een overloop naar de noordoostelijk gelegen wadi. De noordoostelijk gelegen wadi en bestaande watergang, parallel aan het Munpad, worden voorzien van een noodoverloop en een vertraagde afvoer.
Het noordelijk deel van de westelijk gelegen weg watert af op de bestaande watergang/bermgreppel, parallel aan het Munpad. Via deze watergang wordt het hemelwater afgevoerd naar de noordoostelijk gelegen wadi. De watergang staat in open verbinding met de wadi.
Het zuidelijk deel van deze weg watert af op de nieuw te graven watergang in het zuiden van het plangebied. Problemen met hemelwaterafvoer uit het achterliggende land zijn op voorhand niet te verwachten, omdat deze sloten (ten oosten en richting het zuiden) meestal droog staan.
Hemelwaterberging
Voor het plangebied is de benodigde en beschikbare berging bepaald en met elkaar vergeleken. In tabel 4.1 is de benodigde waterberging opgedeeld in de benodigde berging voor de Ruimte voor Ruimte kavels en het openbaar gebied.
Op basis van de benodigde berging is voor drie voorzieningen het benodigde oppervlak per kavel bepaald (zie tabel 4.2). Per Ruimte voor Ruimte kavel komt gemiddeld de benodigde berging uit op 15 m3.
Tabel 4.1: Benodigde hemelwaterberging RvR kavels en openbaar gebied
Tabel 4.2: Benodigd oppervlak bergingsvoorziening Ruimte voor Ruimte kavels
In de twee wadi’s en de sloot, parallel aan het Munpad, is de beschikbare berging berekend (zie tabel 4.3). Binnen de wadi’s en sloot blijkt voldoende ruimte beschikbaar te zijn om de benodigde berging te kunnen verwerken.
Tabel 4.3: Beschikbare hemelwaterberging openbaar gebied
Ontwatering
Gezien het niveau van de geschatte GHG wordt niet voldaan aan de minimale ontwateringsdiepte. Het maaiveld wordt gemiddeld met 0,2 m opgehoogd. De aansluiting op de omgeving en de ontwatering worden nader uitgewerkt in het advies waterhuishouding en bouwrijp maken.
Afvalwaterafvoer
Het afvalwater van de woningen wordt met behulp van een vrijverval afvalwaterriolering afgevoerd. Aan de zuidoostzijde van het plangebied ligt aan de Molenaarstraat een gemengd riool, waar het plangebied op kan worden aangesloten. Het bestaande riool aan het Munpad is volgens het GRP niet geschikt voor de aansluiting van het gehele plangebied. De afvalwaterafvoer wordt nader uitgewerkt in het advies waterhuishouding en bouwrijp maken.
Bestaande watergangen
De bestaande watergangen blijven zoveel mogelijk behouden. Het gaat daarbij om de bermgreppel/-sloot (voormalige schouwsloot), parallel aan het Munpad, en om de leggerwatergang ten westen van het plangebied. De voormalige schouwsloot aan de oostzijde van het gebied wordt gedempt en opgevuld met goed doorlatend materiaal. Het dempen van de schouwsloot is afgestemd met het waterschap Aa en Maas (zie paragraaf 3.2). Het waterschap heeft aangegeven dat de watergang kan worden gedempt, mits de ontwatering en afwatering van omliggende kavels niet in het gedrang komt. Om hieraan te kunnen voldoen zijn in overleg met het waterschap maatregelen afgesproken. Voor het dempen van de sloten en nieuw aanleggen van een sloot (in het zuidwesten) dient een watervergunning te worden aangevraagd.
In de nieuwe situatie is er rekening mee gehouden dat onderhoud van de leggerwatergang vanaf de oostzijde kan plaatsvinden. De toekomstige grondeigenaar (de gemeente) heeft een ontvangstplicht. Hiervoor dient een regeling met de gemeente getroffen te worden.
Tussen de nieuw aan te leggen weg en de watergang is een obstakelvrije berm met een breedte van circa 1 meter gepland. Een watervergunning hoeft niet te worden aan gevraagd.