Plan: | Benedeneind NZ 430a |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0331.01BenedenNZ430a-BP01 |
Het plangebied is gelegen in een bebouwingslint in de Lopikerwaard. In het landschapsontwikkelingsplan Groene Driehoek, vastgesteld in 2005, is het volgende geschreven over de bebouwingslinten: Een van de meest kenmerkende onderdelen van het landschap zijn de bebouwingslinten. Om het verschil tussen de linten aan te geven is een verschil gemaakt tussen dichtere hoofdlinten, opener nevenlinten en dijklinten. Het hoofdlint bestaat uit een wetering of riviertje met aan beide zijden een dichte bebouwing met erfbeplanting. Tussen de historische boerderijen, veelal langgevelboerderijen en een enkele krukboerderij, is in verschillende tijden nieuwe bebouwing geplaatst. Zo ligt tussen de boerderijlinten van de Lopikerwetering een derde lint van woningen. De linten langs weteringen zijn recht en de linten langs riviertjes hebben een bochtig verloop. En ontstaan vanuit de agrarische bedrijven andersoortige ondernemingen, die vaak haaks staan op het lint. De achterkade met beplanting vormt vaak de erfgrens. Tot de hoofdlinten behoren de lintbebouwingen van Polsbroek-Polsbroekerdam-Benschop en Zevender-Cabauw-Lopik-Lopikerkapel.
Ontwikkelingsdoelstellingen voor de Lopikerwaard, die relevant zijn voor het plangebied, zijn:
Landschappelijke inpassing
Bij de (her)inrichting van de camping wordt met deze doelstellingen rekening gehouden door het aanbrengen van een landschappelijke inpassing.
Het perceel en de ontwikkelingen daarop worden in hoofdlijnen landschappelijk ingepast door met bomen en beplanting de richting van het slagenlandschap te ondersteunen en te versterken. Ter plaatse van de waterlopen, de ontsluitingsstructuur van de camping en tussen de campingplaatsen in wordt in de richting van de slagen (noordwest-zuidoost) het perceel beplant met inheemse boomsoorten van het veengebied.
Aan de straatzijde van de camping vormt een groenstrook een bufferzone tussen de straat en de bebouwing. Deze strook wordt beplant met planten- en boomsoorten, waarbij van belang is dat er doorzichten aanwezig zijn, zodat recreatie zich kan etaleren aan de straatzijde en eveneens het open landschap daarachter zichtbaar is vanuit de straat.
De campingplaatsen worden van elkaar gescheiden door middel van hagen, die 1 tot 2 meter hoog zijn.
Een dicht beplante erfafscheiding ten zuiden van de te ontwikkelen bed & breakfast draagt bij aan aangename buitenruimtes ervan.
De ruimte voor de toeristische plaatsen is een open grasveld waarbij geen fysieke scheiding tussen de staanplaatsen wordt aangebracht.
Ten behoeve van de privacy van de eigenaren wordt de tuin van de bedrijfswoning afgeschermd door middel van een haag, die 1 tot 2 meter hoog is.
Voor alle locaties die hierboven worden genoemd geldt dat de beplanting dient te bestaan uit inheemse boom- en plantensoorten die voorkomen in het veengebied.