Plan: | Benschop-Oost |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0331.08benschopoost-OB01 |
Om het gewenste bouwplan te kunnen realiseren, zullen grondwerkzaamheden plaats moeten vinden. Bij dergelijke ruimtelijke ingrepen dient rekening te worden gehouden met de actuele natuurwaarden van de locatie. Ruimtelijke ontwikkelingen moeten getoetst worden aan de Vogel- en/of Habitatrichtlijn, Natuurbeschermingswet en Flora en Faunawet.
Bureau Waardenburg heeft op basis van veldonderzoek (d.d. 3 november 2011) en bronnenonderzoek de effecten van deze ingreep beoordeeld in het kader van de Flora- en faunawet (Actualisatie quick scan flora en fauna, bijlage 2). De quick scan betreft een actualisatie van het onderzoek dat Bureau Waardenburg in 2007 (bijlage 3) heeft uitgevoerd (briefnotitie met kenmerk 07-163/07.01850).
Resultaten veldwerk
De watergangen zijn op diverse locaties bemonsterd met behulp van een schepnet. Hierbij zijn enkele volwassen exemplaren van de bastaardkikker aangetroffen, evenals larven van een gewone pad en een bruine kikker. Verder is de algemeen voorkomende tiendoornige stekelbaars (niet beschermd) gevangen.
Buiten het plangebied is de kleine modderkruiper aangetroffen. De watergangen in het plangebied staan in verbinding met grotere watergangen waar de kleine modderkruiper voorkomt en mogelijk ook de bittervoorn. Op basis van het ontbreken van een goed ontwikkelde watervegetatie en de aanwezigheid van een dikke sliblaag en op basis van het feit dat ze niet zijn aangetroffen, ondanks intensieve bemonstering, worden de kleine modderkruiper en de bittervoorn niet verwacht in het plangebied.
Tijdens het veldbezoek is ook de schuur van binnen en van buiten geïnspecteerd. Hierbij zijn geen sporen gevonden van beschermde soorten flora en fauna. De schuur heeft geen betekenis voor vleermuizen, uilen en zwaluwen. De aanwezige bomen zijn geïnspecteerd op holtes die in potentie geschikt zijn voor uilen en vleermuizen. Echter, de geschikte holtes zijn niet aangetroffen waardoor verblijfplaatsen van uilen en vleermuizen niet worden verwacht. Mogelijk komen algemeen voorkomende vogels als de merel en de ekster tot broeden in de aanwezige vegetatie.
Het plangebied is verder een geschikt leefgebied voor algemeen voorkomende beschermde soorten zoogdieren als spitsmuizen, (woel)muizen, haas en kleine marterachtigen.
Op grond van de aanwezige habitat en verspreidingsgegevens worden geen beschermde planten, reptielen en ongewervelden in het plangebied verwacht.
Conclusie en aanbevelingen
In het plangebied kunnen algemeen voorkomende beschermde soorten zoogdieren, amfibieën en vogels verwacht worden. Als gevolg van de werkzaamheden met betrekking tot de ingreep zullen verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet worden overtreden. Voor de ruimtelijke ontwikkeling geldt voor deze soorten een vrijstelling.
Bij het verwijderen van bomen en beplanting dient verstoring van broedvogels te worden voorkomen. Aanbevolen wordt de bomen en beplanting buiten het broedseizoen te verwijderen. Het broedseizoen loopt doorgaans van half maart tot en met augustus. Indien de werkzaamheden binnen dit seizoen zijn gepland kunnen deze worden uitgevoerd, mits is vastgesteld dat er met de werkzaamheden geen nesten van broedvogels worden verstoord. Dit kan door voorafgaand aan de uitvoering van de werkzaamheden de bomen en/of beplanting te controleren op nesten.
De sloot middendoor het plangebied dient van noord naar zuid gedempt te worden (richting open einde). Hierdoor hebben aanwezige vissen en amfibieën de mogelijkheid om uit te wijken.