direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Breestraat, Wisselstraat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0856.BPBU0299BREEWISSEL-VG01

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De gronden die zijn aangewezen voor 'Wonen' zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. aan huis verbonden beroepen of dienstverlening;
  • c. een goede landschappelijke inpassing in de vorm van erfbeplanting met een visueel afschermende functie naar het omliggende gebied.
4.2 Bouwregels

De tot 'Wonen' bestemde grond mag uitsluitend worden bebouwd ten dienste van de bestemming. Daarbij gelden per bouwperceel de volgende voorwaarden:

4.2.1 Algemeen

Op de tot 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de onder 4.1genoemde doeleinden.
4.2.2 Regels met betrekking tot woningen

Ten aanzien van woningen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak', gelden de volgende regels:

  • a. binnen het bouwvlak mogen zowel woningen als bijgebouwen en bouwwerekn, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag voor 100% worden bebouwd;
  • c. per bouwvlak is niet meer dan 1 vrijstaande woning toegestaan;
  • d. de inhoud niet meer dan 1000 m³ mag bedragen;
  • e. de bouwhoogte niet meer dan 10 m¹ mag bedragen;
  • f. de goothoogte niet meer dan 5,5 m¹ mag bedragen met dien verstande dat de dakhelling niet minder mag bedragen dan 12° en niet meer dan 55°, uitgezonderd uitbouwen, aanbouwen en aangebouwde bijgebouwen.
4.2.3 Regels met betrekking tot bijgebouwen

Ten aanzien van vrijstaande en aangebouwde bijgebouwen en overkappingen geldt dat:

  • a. deze buiten het bouwvlak zijn toegestaan;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen mag per woning niet meer bedragen dan 100 m²;
  • c. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 5,5 m¹;
  • d. de goothoogte niet meer mag bedragen dan 3 m¹;
  • e. de afstand tot de woning met aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen niet minder mag bedragen dan 3 m¹ en niet meer dan 30 m¹;
  • f. de afstand tot de voorgevelrooilijn niet minder mag bedragen dan 3 m¹;
  • g. de afstand tot perceelsgrenzen niet minder mag bedragen dan 3 m¹.
4.2.4 Overige regels

Ten aanzien van tereinafscheidingen en overige bouwwerken geen gebouwen zijn geldt dat:

  • a. de hoogte van terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn niet meer mag bedragen dan 1 m¹ en achter de voorgevelrooilijn niet meer dan 2 m¹;
  • b. de hoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 m¹.
4.3 Nadere eisen
4.3.1 Bevoegdheid

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van bepaalde bebouwingsaspecten met het oog op specifieke belangen, zoals in navolgende leden van dit artikel aangegeven.

4.3.2 Bebouwingsaspecten

Nadere eisen kunnen, conform het bepaalde in de tabel onder 4.3.4, uitsluitend gesteld worden ten aanzien van de volgende bebouwingsaspecten:

A1 - de afstand tot de perceelsgrenzen, voor zover deze minder bedraagt dan 10 m¹;

- de afstand tot de weg waaraan wordt gebouwd;

A2 de situering van bebouwing op een perceel, ten opzichte van elkaar, ten opzichte van ter plaatse aanwezige waardevolle bebouwing of beplanting, ten opzichte van bestaande of te ontwikkelen natuur- of landschapswaarden of ten opzichte van bos-/landschapselementen;

A3 de afmetingen, dakhelling en/of kapvorm van gebouwen en andere bouwwerken.

4.3.3 Belangen

Nadere eisen kunnen, conform het bepaalde in de tabel onder 4.3.4, uitsluitend gesteld worden met het oog op de volgende belangen:

B1 een goede stedenbouwkundige inpassing met name in relatie tot de aangrenzende en nabijgelegen bebouwing ingevolge de diverse detailbestemmingen;

B2 een goede verkeerskundige inpassing ten opzichte van de weg waaraan wordt gebouwd met name in verband met voldoende uitzicht van en/of voldoende parkeeruimte op het bouwperceel;

B3 voldoende ruimte voor behoud van bestaande of het aanbrengen van nieuwe erfbeplanting ten behoeve van een goede landschappelijke inpassing van het totale besluitvlak of bouwperceel;

B4 de verkrijging van het (wettelijk) vereiste geluidsniveau aan de gevel van een nieuwe woning en/of een afdoende geluidsreducerend effect.

4.3.4 Toepassingstabel nadere eisen
Bebouwingsaspecten volgens hiernaast genoemde onderdelen van sublid 4.3.2   A1   A2   A3  
waaraan nadere eisen gesteld kunnen worden, zoals onderstaande belangen/onderdelen van sublid 4.3.3        
B1   X   X   X  
B2   X      
B3   X   X    
B4   X     X