Plan: | Pastoor van Doornstraat (ong.), Uden |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0856.BPPastvDoornstrong-ON01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Pastoor van Doornstraat (ong.), Uden met identificatienummer NL.IMRO.0856.BPPastvDoornstrong-ON01 van de gemeente Uden
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapautisch, kunstzinning, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebieden dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend; hieronder dient niet te worden begrepen de uitoefening van detailhandel
de grens van een bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats
de grens van een bouwvlak
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten
de grens van een bouwperceel
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct hetzij indirect steun vindt in of op de grond
een gebouw dat qua afmeting en verschijningsvorm ondergeschikt is aan een op hetzelfde perceel staand hoofdgebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken
een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of willen voeren
een voor verblijf geschikt - al dan niet aan hun bestemming onttrokken - voer- of vaartuig, woonboot, kampeermiddel of soortgelijk verblijfsmiddel, voor zover deze niet als bouwwerk is aan te merken
een bouwwerk zonder eigen wanden, omsloten door maximaal twee wanden en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport
de op de weg georiënteerde gevel van een hoofdgebouw dat maximaal één voorgevel heeft
de denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de bestemmingsgrenzen
een voorziening ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het wegverkeer
een niet met het hoofdgebouw verbonden gebouw dat qua afmeting en verschijningsvorm ondergeschikt is aan een op hetzelfde perceel staand hoofdgebouw, zoals garages, hobbyruimten, schuurtjes, huishoudelijke berg- en werkruimten en tuinhuisjes
al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan duikers, stuwen, gemalen, inlaten en voorzieningen ten behoeve van berging en infiltratie van hemelwater.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden
een woning uitsluitend bedoeld voor personen die vanwege hun leeftijd, gezondheid en/of beperking(en) aangewezen zijn op enige zorg en ondersteuning, ongeacht of deze door een professional wordt verstrekt
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst is
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals schoorstenen, liftschachten, lichtkoepels, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk
tussen (de lijnen getrokken langs) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidingsmuren)
vanaf het peil tot de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgde regels:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'beeldbepalende boom' wordt in elk geval gerekend:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.3.1 onder a en b, mits uit een advies van een terzake deskundige blijkt dat het gebruik niet leidt tot onevenredige aantasting van te beschermen beeldbepalende boom.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in 3.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig het bepaalde in artikel 10 ten aanzien van:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.2.1 onder b voor het bouwen van één extra zorgwoning, mits:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:
Het bepaalde onder b t/m e is niet van toepassing voor zover het betreft:
In geval van nieuwe ontwikkelingen (nieuwbouw van gebouwen en/of een wijziging van het gebruik van de gebouwen en/of gronden) dient voldaan te worden aan de parkeernormen, zoals opgenomen in bijlage 1 opgenomen 'Nota parkeernormen'.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Wonen', onder de volgende voorwaarden:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mag niet worden gebouwd.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'beeldbepalende boom' wordt in elk geval gerekend:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.3.1 onder a, b en e, mits uit een advies van een terzake deskundige blijkt dat het gebruik niet leidt tot onevenredige aantasting van te beschermen beeldbepalende boom.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde (m.u.v. overkappingen), gelden de volgende regels:
TABEL 6.1 - BOUWREGELS VOOR BOUWWERKEN, GEEN GEBOUWEN ZIJNDE, NIET ZIJNDE OVERKAPPINGEN
bouwwerken, geen gebouwen zijnde | maximale bouwhoogte voor de voorgevellijn |
maximale bouwhoogte achter de voorgevellijn |
erfafscheidingen | - | 4,5 meter |
tuinmeubilair en speeltoestellen | 1 meter | 3 meter |
maximaal één vlaggenmast | 6 meter | 6 meter |
overige bouwwerken | 1 meter | 3 meter |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig het bepaalde in artikel 10 ten aanzien van:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:
Het bepaalde onder c t/m f is niet van toepassing voor zover het betreft:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'beeldbepalende boom' wordt in elk geval gerekend:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.4.2 onder a, b en e, mits uit een advies van een terzake deskundige blijkt dat het gebruik niet leidt tot onevenredige aantasting van te beschermen beeldbepalende boom.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende regels:
Indien afstanden tot, hoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer respectievelijk minder bedragen dan in gevolge het in hoofdstuk 2 bepaalde mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal respectievelijk minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
Indien niet op grond van een andere regel kan worden afgeweken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van de desbetreffende regels van het plan voor het afwijken van de in het plan voorgeschreven maten, afmetingen en percentages tot ten hoogste 10% van de maten, afmetingen en percentages.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:
De nadere eisen als bedoeld in dit artikel mogen slechts worden gesteld indien dit noodzakelijk is:
Voor de aspecten waarmee rekening gehouden moet worden bij de toetsing van de begrippen stedenbouwkundige en beeldkwaliteit, milieukwaliteit, verkeersveiligheid, sociale veiligheid, brandveiligheid, openbare veiligheid en woon- en leefklimaat gelden de in 10.4 tot en met 10.9 genoemde criteria in ieder geval als (mede)toetsingskader voor het stellen van nadere eisen.
Ten aanzien van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit kan rekening gehouden worden met de volgende aspecten:
Ten aanzien van de milieukwaliteit kan rekening gehouden worden met de volgende aspecten:
Ten aanzien van de verkeersveiligheid kan rekening gehouden worden met de volgende aspecten:
Ten aanzien van de sociale veiligheid kan rekening gehouden worden met de volgende aspecten:
Ten aanzien van de brandveiligheid en rampenbestrijding kan rekening gehouden worden met de volgende aspecten:
Ten aanzien van het woon- en leefklimaat kan rekening gehouden worden met de volgende aspecten:
Deze regels kunnen worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Pastoor van Doornstraat (ong.), Uden'