direct naar inhoud van 4.1 Nationaal niveau
Plan: Velmolen Oost, Zuidzijde Morgenweg, Uden
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0856.BPUmorgenwgzuid-VG01

4.1 Nationaal niveau

4.1.1 Nota Ruimte

De belangrijkste uitgangspunten voor het nationaal ruimtelijk beleid voor de periode tot 2020 staan in de Nota Ruimte, waarbij de periode 2020-2030 geldt als doorkijk naar de lange termijn. Het beleid in de Nota Ruimte is op vier algemene doelen gericht:

  • versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland;
  • bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland;
  • borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden;
  • borging van de veiligheid.

Het rijksbeleid is gericht op het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit door de basiskwaliteit te waarborgen en waar mogelijk te vergroten, en door extra aandacht te geven aan de nationale ruimtelijke hoofdstructuur. De concrete uitwerking van de ruimtelijke kwaliteit is een taak voor de provincies en de gemeenten.

Conclusie
Voor onderhavig plan zijn geen bijzondere doelstellingen van toepassing.

4.1.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

Op 30 december 2011 is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) (ook wel AMvB Ruimte genoemd) in werking getreden. Het Barro stelt regels aan lokale overheden ter bescherming van de onderstaande nationale belangen:

  • Project Mainportontwikkeling Rotterdam
  • Kustfundament
  • Grote rivieren
  • Waddenzee en waddengebied
  • Defensie
  • Erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde

Het plan is niet van invloed op de genoemde nationale belangen.

Conclusie
Het Barro is derhalve niet rechtstreeks van toepassing op het plan.

4.1.3 Ontwerp-Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

In juni 2011 heeft de regering de ontwerp-Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) gepubliceerd. Na aanvaarding door de Tweede en Eerste Kamer zal de SVIR verschillende bestaande nota's, waaronder de Nota Ruimte, vervangen.

De SVIR geeft een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. In deze structuurvisie worden de ambities van het Rijk tot 2040 en doelen, belangen en opgaven tot 2028 geschetst.

De in de Nota Ruimte opgenomen trend om aan de provincies en gemeenten ruimte te laten inzake de ruimtelijke ontwikkelingen, wordt versterkt in de SVIR.

Conclusie
Het plan is niet in strijd met het beleid in de ontwerp-Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte.

4.1.4 Overig nationaal beleid

Het overige nationale beleid is niet specifiek van toepassing op onderhavig plan.