direct naar inhoud van Artikel 5 Leiding - Riool
Plan: Dijkweg 266
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0364.BPDijkweg266-ON01

Artikel 5 Leiding - Riool

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Leiding - Riool aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een ondergrondse rioolpersleiding. Voor zover bestemmingen samenvallen, geldt de volgende volgorde:

5.2 Bouwregels

Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen, onverminderd het elders in dit plan bepaalde, uitsluitend worden gebouwd: bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de leiding.

5.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 5.2 voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de onderliggende bestemmingen, op voorwaarde, dat:

  • a. de belangen met betrekking tot de betrokken leidingen dit toelaten;
  • b. alvorens bij omgevingsvergunning af te wijken schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betrokken leiding(en).
5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.4.1 Algemeen

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) binnen de in lid 5.1 bedoelde bestemming de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:

  • a. het aanbrengen van diepwortelende beplanting of bomen;
  • b. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze ingraven dan wel indrijven van voorwerpen;
  • c. het uitvoeren van grondwerkzaamheden;
  • d. het aanbrengen van oppervlakteverharding.
5.4.2 Uitzondering

Het bepaalde in lid 5.4.1 is niet van toepassing op het uitvoeren van werken en werkzaamheden:

  • a. in het kader van het onderhoud of beheer van de leiding;
  • b. van geringe omvang of gericht op en noodzakelijk voor de instandhouding van de leiding;
  • c. van niet ingrijpende betekenis.
5.4.3 Voorwaarden

Een vergunning als bedoeld in lid 5.4.1 wordt slechts verleend indien door de werken en werkzaamheden geen schade kan ontstaan aan de leiding.

5.4.4 Beoordeling aanvraag

In het kader van de beoordeling van een aanvraag om omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in lid 5.4.1 van dit artikel wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk advies ingewonnen bij de leidingbeheerder.