direct naar inhoud van 4.2 Geluid
Plan: Buitengebied
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0420.114121-0001

4.2 Geluid

De Wet geluidhinder heeft als belangrijkste doel het bestrijden en voorkomen van geluidhinder. Op grond van de Wet zijn verschillende soorten geluidhinder te onderscheiden die directe raakvlakken hebben met de ruimtelijke ordening. Voor het buitengebied van de gemeente Medemblik zijn wegverkeerslawaai en industrielawaai van belang.

4.2.1 Wegverkeerslawaai

Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan

Rondom de meeste wegen in het buitengebied is een geluidszone van kracht om een toename van wegverkeerslawaai te voorkomen. Het gaat immers in veel gevallen om wegen met een maximumsnelheid van 50 km/uur of hoger. In het voorliggend bestemmingsplan worden echter geen nieuwe geluidsgevoelige objecten direct mogelijk gemaakt. Toetsing aan de Wet geluidhinder is derhalve niet noodzakelijk. Voor sommige wegen zijn in het verleden hogere grenswaarden aangevraagd. Deze situaties zullen in het bestemmingsplan gehandhaafd blijven.

Toename van wegverkeerslawaai wordt, waar mogelijk, tegengegaan. Door middel van het opnemen in de regels dat verbeteringen mogelijk zijn alleen als het wegprofiel wat betreft de ligging, de breedte van rijbanen en het aantal rijstroken gehandhaafd blijft, wordt de bestaande situatie vastgelegd. Dit houdt in dat het wegprofiel niet wezenlijk aangepast mag worden en de bestaande geluidssituatie wordt vastgelegd. Er is een algemene wijzigingsbevoegheid opgenomen link om een bestemming te wijzigen in de bestemming vekeer link ten behoeve van incidentele verbredingen, bochtafsnijdingen, aanleg van rotondes, oversteekplaatsen, en dergelijke.

Bestaande geluidsgevoelige functies in het plangebied betreffen voornamelijk (bedrijfs)woningen. In de regels van het bestemmingsplan is vastgelegd dat bedrijfswoning niet dichter naar de weg mogen worden gebouwd.

Ondanks het beleid van de gemeente nieuwe burgerwoningen in het buitengebied te weren, zijn er via flexibiliteitsbepalingen in het plan wel een aantal uitzonderingen mogelijk waardoor er nieuwe situaties in de zin van de Wet geluidhinder kunnen ontstaan. Het gaat om de volgende situaties:

  • omzetten van verschillende functies, waaronder agrarische bouwpercelen, naar een woonfunctie;
  • toepassen van de ruimte voor ruimte regeling.

Op het moment dat een nieuwe ontwikkeling zich gaat voordoen, wordt getoetst aan het aspect 'wegverkeerslawaai'. Daarbij wordt onderzocht of een ontwikkeling voldoet aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Als dit niet het geval is, wordt een procedure Hogere Waarden gevolgd. Uitgangspunt hierbij is dat de binnenwaarde van een geluidgevoelig object niet hoger wordt dan 33 dB.

Normstelling en beleid

Op grond van de Wet geluidhinder geldt rond wegen met een maximumsnelheid hoger dan 30 km/uur, spoorwegen en inrichtingen die ''in belangrijke mate geluidhinder veroorzaken'', een geluidzone. Bij ontwikkeling van nieuwe geluidsgevoelige objecten binnen deze geluidzones moet akoestisch onderzoek worden uitgevoerd om aan te tonen dat de ontwikkeling voldoet aan de voorkeursgrenswaarden die in de wet zijn vastgelegd.

Indien niet aan de voorkeursgrenswaarde kan worden voldaan, kan het bevoegd gezag - in de meeste gevallen de gemeente - hogere grenswaarden vaststellen. Hiervoor geldt een bepaald maximum, de uiterste grenswaarde genoemd. Bij de vaststelling van hogere grenswaarden moet worden afgewogen of bronmaatregelen of maatregelen in de overdrachtssfeer kunnen worden getroffen.

4.2.2 Industrielawaai

In en om het plangebied komt een aantal terreinen voor met een geluidszone. De bestaande geluidscontouren zijn in het bestemmingsplan overgenomen. Het bestemmingsplan biedt voor de zones een passende regeling. Daaraan zijn regels gekoppeld die voor ontwikkelingen binnen de geluidscontouren een onderzoek verplicht stellen. Bij (ver)nieuwbouw van geluidsgevoelige objecten binnen de geluidcontour moet het industrielawaai worden onderzocht, om te toetsen of een nieuwe ontwikkeling niet wordt belemmerd door het industrielawaai. Bij wijzigingsbevoegdheden naar nieuwe geluidsgevoelige functies binnen de geluidscontouren geldt deze onderzoeksplicht ook.

4.2.3 Spoorweglawaai

Voor spoorweglawaai geldt een soortgelijk beleid als ook voor wegen (zie 4.2.1 Wegverkeerslawaai). In het plangebied ligt de toeristische museumspoorlijn tussen Hoorn en Medemblik. Het traject van de spoorlijn heeft aan weerszijden een geluidszone van 100 m breed (gemeten vanuit de buitenste spoorstaaf).