Plan: | Buitengebied |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0420.114121-0001 |
In het kader van het vooroverleg (zie paragraaf 6.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid) heeft de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord haar advies gegeven ten aanzien van externe veiligheid. Het advies is in deze paragraaf verwerkt.
Vervoer gevaarlijke stoffen
In het plangebied liggen de volgende doorgaande wegen:
In het kader van het vervoer van gevaarlijke stoffen is met name de rijksweg A7 van belang. Deze weg is opgenomen in het Basisnet Weg 1 . Hieruit blijkt dat het plaatsgebonden risicocontour 0 meter is. Met andere woorden: deze ligt binnen het wegvlak. Er is geen plasbrandaandachtsgebied opgenomen voor de A7.
Daarnaast lopen provinciale wegen N239, N240, N241 en N302 door het plangebied. Provinciale wegen zijn vrijgesteld voor het transport van gevaarlijke stoffen.
In opdracht van de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord is een onderzoek uitgevoerd naar de consequenties van vervoer van gevaarlijke stoffen in de regio op ruimtelijke ontwikkelingen. Uit dit onderzoek is gebleken dat over deze wegen redelijke hoeveelheden gevaarlijke stoffen (hoofdzakelijk LPG) worden vervoerd. Op basis van de huidige inzichten en beschikbare informatie wordt echter geen van deze wegen als knelpunt aangeduid. Het plaatsgebonden risico ligt op het wegvak. In het bestemmingsplan worden alleen bestaande functies (woningen en bedrijven) vastgelegd en er worden geen nieuwe functies toegevoegd. Het groepsrisico hoeft daarmee niet verantwoord te worden.
Momenteel wordt een inpassingsplan opgesteld voor de Westfrisiaweg. Dit plan wordt door de Provincie Noord-Holland opgesteld om de opwaardering van deze weg mogelijk te maken. In het kader van dit plan vindt de afweging van externe veiligheid plaats. Echter, gezien het feit dat er voor de rijksweg A7 een plaatsgebonden risico van 0 meter geldt, is het zeer aannemelijk dat de Westfrisiaweg een gelijke afstand voor het plaatsgebonden risico zal kennen.
Dit bestemmingsplan heeft een conserverend karakter. Er is geen uitbreiding van nieuwe kwets bare objecten voorzien. De bestaande situatie langs de rijksweg A7 en de genoemde provinciale wegen is vastgelegd. Het plan maakt slechts uitbreiding van bestaande (agrarische) functies mogelijk. De verwachting is dat door mogelijke uitbreiding het groepsrisico niet significant zal toenemen. Bij wijzigingsbevoegdheden is één van de toetsingscriteria de milieusituatie. Hierbij dient ook gekeken te worden of er vanuit externe veiligheid belemmeringen zijn. Op deze manier is gewaarborgd dat er niet zomaar (beperkt) kwetsbare objecten binnen het invloedsgebied van deze wegen worden toegelaten. Het is vooral niet wenselijk dat er bestemmingen worden toegelaten voor verminderd zelfredzame personen (maatschappelijke en/of gezondheidszorgfuncties).
Buisleidingen
In het plangebied liggen verschillende hogedruk aardgasbuisleidingen. In onderstaande tabel zijn de belangrijkste kenmerken en veiligheidsafstanden voor de buisleidingen weergegeven.
Figuur 3: Overzicht leidingen binnen het plangebied.
De leidingen en de belemmerende strook hebben de dubbelbestemming Leiding - Gas. Op deze manier wordt de leiding beschermd.
Het plaatsgebonden risico ligt vrijwel overal op de leidingen. Nabij de gemeentegrens van Opmeer ligt rond leiding A-550 een PR-contour. Deze contour valt binnen de bestemming Leiding - Gas. Op basis van de GBKN-kaart en de luchtfoto kan geconcludeerd worden dat binnen deze contour de norm voor het plaatsgebonden risico geen belemmering voor de omgeving vormt. Er zijn geen kwetsbare objecten in en nabij deze contour gelegen. Het plaatsgebonden risico is daarmee geen belemmering voor dit bestemmingsplan.
Er worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die een significante verhoging van het groepsrisico tot gevolg hebben. Het plan maakt slechts uitbreiding van bestaande (hoofdzakelijk agrarische) functies mogelijk. De verwachting is dat door mogelijke uitbreiding het groepsrisico niet significant zal toenemen. Bij wijzigingsbevoegdheden is één van de toetsingscriteria de milieusituatie. Hierbij dient ook gekeken te worden of er vanuit externe veiligheid belemmeringen zijn. Op deze manier is gewaarborgd dat er niet zomaar (beperkt) kwetsbare objecten binnen het invloedsgebied van deze buisleidingen worden toegelaten. Het is vooral niet wenselijk dat er bestemmingen worden toegelaten voor verminderd zelfredzame personen (maatschappelijke en/of gezondheidszorgfuncties).
Om gevaarlijke stoffen veilig te kunnen blijven vervoeren via buisleidingen, wil de overheid ruimte vrijhouden voor nieuwe buisleidingen. In de Structuurvisie Buisleidingen staat hoe en waar de overheid tot 2035 ruimte wil vrijhouden voor nieuwe buisleidingen. Het gaat hier om buisleidingen die gevaarlijke stoffen over lange afstanden moeten vervoeren en buisleidingen voor grensoverschrijdend transport. Binnen de gemeente is een leidingentracé aanwezig die op de visiekaart is aangegeven als basisstructuur (ruimte voor meer dan 6 extra leidingen). Binnen dit leidingentracé zijn op dit moment vier leidingen aanwezig (3 hoge druk aardgasleidingen en 1 stikstofleiding). In de bestemmingsplannen moet dan ook een ruimtelijke reservering voor de aanleg van nieuwe buisleidingen worden opgenomen (buisleidingenstrook van 70 meter breed). De ruimtelijke reservering is aangeduid als vrijwaringszone - (energie-)infrastructuur. Tevens is er Algemene wijzigingsregels een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de dubbelbestemming Leiding - Gas aan te brengen onder meer op de gronden die aangeduid zijn als vrijwaringszone - (energie-)infrastructuur.
Risicovolle inrichtingen
In het plangebied liggen vijf risicovolle bedrijven waarop het Bevi van toepassing is:
Hierbij gaat het om de risico's van opslag, transport en verkoop van LPG. Naast de genoemde locaties is er nog een tankstation met LPG, die niet in het plangebied ligt, maar waarvan de contouren wel voor een deel in het plangebied liggen. Het betreft het tankstation aan de Nieuweweg in Wognum. Van al deze tankstations zijn de risicocontouren en de veiligheidszone lpg opgenomen op de verbeelding.
Ten aanzien van het tankstation Westerzeedijk 1 wordt opgemerkt dat dit in 2009 geheel is gerenoveerd en getransformeerd naar een onbemand station, waardoor de verkoop van LPG is uitgesloten. De milieuvergunning komt daarmee echter niet automatisch te vervallen. Het tankstation is niet in dit bestemmingsplan bestemd. Daarmee kan nu niet in dit bestemmingsplan de bestemming gewijzigd worden zodat verkoop van LPG niet meer mogelijk is. Daarom zijn ook de risicocontouren op de verbeelding voorlopig gehandhaafd.
Naast de tankstations komt nog een aantal andere risicovolle inrichtingen voor. Aan de Westfriesedijk bevindt zich een gasdrukregel- en meetstation van de Gasunie. Ook hiervan is de risicocontour op de verbeelding aangegeven. Daarnaast zijn er nog een aantal gasontvangststations.
Koelhuis WFO BV is gevestigd op de Centrale Markt 5 in Zwaagdijk. Er zijn twee opslaginstallaties van ammoniak aanwezig. Het plaatsgebonden risico valt binnen de inrichting en niet over het plangebied. In het kader van dit bestemmingsplan neemt het groepsrisico niet toe.
Action Non Food is gelegen op de Perenmarkt 15 in Zwaagdijk. Er zijn zeer diverse gevaarlijke stoffen aanwezig zoals terpentine. De risicocontouren van het plaatsgebonden risico vallen niet over het plangebied. Het invloedsgebied is 300 meter. Binnen het deel van het invloedsgebied dat over het plangebied van dit bestemmingsplan ligt, is geen toename van (beperkt) kwetsbare objecten mogelijk.
Daarnaast zijn er nog de volgende risicovolle inrichtingen die niet onder het bevi vallen: propaantanks aan de Kleiakker 1 (Andijk) en machinekamer van een ammoniak koelinstallatie aan de Grootslagweg 11 (Andijk) (geen risicocontour). Als de risicontouren buiten de inrichting vallen en binnen het plangebied dan zijn ze aangeduid.
Samengevat zijn de plaatsgebonden risicocontouren die buiten de risicovolle inrichtingen vallen en binnen het plangebied, aangeduid met 'veiligheidszone - bedrijven' en 'veiligheidszone - lpg'. Binnen deze contouren mogen geen (beperkt) kwetsbare objecten gerealiseerd worden.
Verantwoording externe veiligheid
Het bestemmingsplan laat geen nieuwe bestemmingen in het invloedsgebied van zowel LPG tankstations, buisleidingen als de wegen (rijksweg A7 en overige provinciale wegen in het gebied) toe. Dit betekent dat het groepsrisico niet significant zal wijzigen ten op zicht van de huidige situatie. Daarom hoeft in het definitieve besluit geen uitgebreide verantwoording te worden opgenomen. Wel dient de huidige situatie te worden vastgelegd.
Dichtheid van personen in het invloedsgebied
Voor alle risicobronnen geldt dat deze zich in de lintbebouwing bevinden en dat de personendichtheid hier laag zal zijn. Volstaan kan worden met de standaardgetallen voor wonen in het buitengebied. Dat komt neer op één persoon per hectare.
Huidig groepsrisico
Op basis van gebiedskenmerken (buitengebied, lintbebouwing et cetera) en mogelijke nieuwe bestemmingen kan worden gesteld dat het groepsrisico ruim onder de oriënterende waarde zal liggen. Ten gevolge van dit plan worden geen nieuwe functies in deze gebieden (invloedsgebieden) toegelaten met als gevolg dat het groepsrisico niet significant zal wijzigen.
Aanduiding invloedsgebied
Het invloedsgebied van de rijksweg A7 is circa 200 meter vanaf de as van de weg aan weerskanten van de weg. Het invloedsgebied van het buisleidingtracé is maximaal 490 meter vanaf de buisleiding aan weerszijden geprojecteerd. Het invloedsgebied voor LPG-tankstations is 150 meter.
Aanduiding van de vervoersstromen aard en omvang van de gevaarlijke stoffen (huidig/toekomstig)
Voor buisleidingen geldt dat hier een constante stroom aardgas doorheen wordt getransporteerd en dat deze in de toekomst hetzelfde zal blijven. Voor de rijksweg A7 geldt de opgave van de hoeveelheden zoals is vastgelegd in het Basisnet weg. Volstaan kan worden met een verwijzing naar bekende gegeven bij de provincie Noord-Holland 2Voor de rijksweg A7 zijn deze bij Den Oever circa 1500 GF3-transporten en voor het traject Purmerend-Hoorn 1700 GF-3 transporten. Een drastische toename wordt op basis van economische ontwikkelingen in dit gebied niet verwacht.
Zelfredzaamheid
In de huidige situatie valt een aantal objecten, waaronder een aantal woningen, in het gebied van de 100% letaliteit van de aanwezige hoge druk buisleidingen, transportroutes en LPG-tankstations. De aanwezigen kunnen worden gerekend tot de groep zelfredzame personen. Een expliciete communicatie vooraf over de risico's en de handelingsperspectieven bij een incident met gevaarlijke stoffen kan een substantiële bijdrage leveren aan het vergroten van de zelfredzaamheid en overlevenskansen van de aanwezigen.
Bereikbaarheid en bluswatervoorziening
Het toetsingskader voor de bereikbaarheid voor hulpdiensten en de beschikbaarheid van bluswatervoorzieningen is de NVBR-handleiding Bluswatervoorzieningen en bereikbaarheid van september 2003. De eisen ten aanzien van de bereikbaarheid van het plangebied door hulpdiensten en de beschikbaarheid van bluswatervoorzieningen wijzigen in de huidige situatie niet. Een advies ten aanzien van deze aspecten is in het kader van de bestemmingsplanprocedure niet noodzakelijk. Zodra wijzigingen worden toegelaten, zal de lokale brandweer in een zo vroeg mogelijk stadium hierbij worden betrokken.
Conclusie
Op basis van bovenstaande kan worden geconcludeerd dat externe veiligheid geen belemmering is voor dit bestemmingsplan.
Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals vuurwerk, LPG en munitie. Sinds een aantal jaren is er wetgeving over “externe veiligheid” om de burger niet onnodig aan te hoge risico's bloot te stellen. De normen voor externe veiligheid zijn vastgelegd in onder andere het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), de Circulaire risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen en het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).
Het externe veiligheidsbeleid heeft vorm gekregen in de risicobenadering. Er wordt getoetst aan twee verschillende normen: het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Ten aanzien van het plaatsgebonden risico geldt een kans van 10-6 als grenswaarde. Dit betekent dat binnen de zogenaamde PR 10-6-contour geen nieuwe kwetsbare objecten mogen worden toegestaan. Voor ontwikkeling van nieuwe beperkt kwetsbare objecten, geldt deze norm als streefwaarde. Het onderscheid tussen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten is vastgelegd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
Ten aanzien van (beperkt) kwetsbare objecten binnen de GR-contour moet een bestuurlijke verantwoording plaatsvinden. De verantwoording bevat de volgende elementen: