Plan: | Buitengebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0420.BPBuitengebied-VA01 |
De Structuurvisie is op 21 juni 2010 door Provinciale Staten vastgesteld. De provincie Noord-Holland zorgt dat Noord-Holland een mooie, veelzijdige en internationaal concurrerende provincie blijft door in te zetten op klimaatbestendigheid, ruimtelijke kwaliteit en duurzaam ruimtegebruik. De drie hoofdbelangen vormen gezamenlijk de ruimtelijke hoofddoelstelling van de provincie. De hoofdbelangen worden geborgd en uitgevoerd door instrumenten in te zetten vanuit de volgende twaalf onderliggende provinciale ruimtelijke belangen:
Hieronder wordt ingegaan op de aspecten die gelden voor dit bestemmingsplan.
Behoud en ontwikkeling van Noord-Hollandse cultuurlandschappen
In de structuurvisie geeft de provincie het volgende aan. Nieuwe plannen dienen de ontwikkelingsgeschiedenis, de ordeningsprincipes en bebouwingskarakteristiek van het landschap en de inpassing in de wijdere omgeving als uitgangspunt te hanteren. Mogelijke negatieve effecten dienen te worden gecompenseerd.
Daarnaast wil de Provincie Noord-Holland dat openheid en beleving van landschappen als kernkwaliteit wordt meegenomen bij ruimtelijke ontwikkelingen op drie schaalniveaus:
Historische structuurlijnen en cultuurhistorische objecten zijn medebepalend voor de identiteit en beleving van het Noord-Hollandse landschap. Ook hier is behoud en bescherming van belang. De provincie Noord-Holland wil dat nieuwe ontwikkelingen aan de randen van de dorpen ook plaatsvinden op basis van hun kernkwaliteiten.
Archeologie is aangewezen als één van de kernkwaliteiten van het landschap. Daarnaast gaat de provincie Noord-Holland uit van een ontwikkelingsgerichte benadering, omdat ook tegenwoordige ruimtelijke ontwikkelingen het landschap vormen, zodat zorgvuldig wordt omgegaan met de bestaande (historische) kenmerken van het landschap. In de bijbehorende Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie heeft de provincie regels geformuleerd omtrent de inhoud van en de toelichting in bestemmingsplannen als er sprake is van provinciaal belang. In een bestemmingsplan moet bijvoorbeeld duidelijk omschreven worden hoe er omgegaan wordt met de cultuurhistorische objecten (waaronder archeologische waarden).
De provincie speelt een belangrijke rol op het gebied van ruimtelijke ordening. Door haar ruimtelijk beleid bepaalt de provincie in belangrijke mate hoe de ruimte in Noord-Holland wordt ingericht. In het licht van de Wro spitst de provinciale rol vanuit cultuur en cultuurhistorie in de ruimtelijke inrichting zich toe op drie terreinen, daar waar de provincie:
Op provinciaal niveau is het beleidskader en de leidraad Landschap en Cultuurhistorie van belang voor onderhavig bestemmingsplangebied.
Behoud en ontwikkeling van natuurgebieden
Noord-Holland heeft natuur met een hoge biodiversiteit. Door de variatie in het landschap komen veel dier- en plantensoorten voor. Door verschillende oorzaken is de soortenrijkdom in Noord-Holland de afgelopen eeuw echter sterk achteruit gegaan. De provincie Noord-Holland spant zich in voor het instandhouden en waar mogelijk vergroten van deze biodiversiteit, vanuit de intrinsieke waarde van natuur.
De Provincie Noord-Holland zorgt dat in de natuurgebieden (EHS en Natura 2000-gebieden) geen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk zijn die strijdig zijn met de bijzondere kenmerken en waarde van het natuurgebied.
Stiltegebieden
De Provincie Noord-Holland wil dat openheid en beleving van landschappen als kernkwaliteit worden meegenomen bij ruimtelijke ontwikkelingen. Daarvoor zijn stiltegebieden aangewezen. Hiervoor wordt ingezet op het beschermen van een aantal kenmerkende zeer open, donkere en stille gebieden. De gebieden: De Weere, Het Grootslag-Oost en Het Grootslag-West liggen in of deels in binnen de gemeente.
Voldoende en gedifferentieerde landbouw en visserij
Een vitale plattelandseconomie is belangrijk voor de Noord-Hollandse economie en een levensvoorwaarde voor de leefbaarheid van gebieden. Het uitgangspunt is een ontwikkelingsgerichte strategie, met de ambitie dat daar waar nieuwe economische activiteiten mogen worden ontwikkeld, ook de kwaliteit van het gebied er door toeneemt.
De provincie heeft twee zones onderscheiden. Het plangebied valt in zone 1 (gebied voor grootschalige landbouw). In deze zone is ruimte voor schaalvergroting, structuurverbetering en (mondiaal) concurrerende productielandbouw, de bijbehorende be- en verwerking, handel en distributie en het uitplaatsen van groeiende bedrijven uit stedelijk of kwetsbaar gebied. De reeds ingezette trend naar schaalvergroting en intensivering zal zich voortzetten vanuit een economisch perspectief. Schaalvergroting brengt ook de behoefte aan grotere bouwpercelen met zich mee.
Glastuinbouw en zaadveredeling
De provincie heeft in de structuurvisie en de verordening een aantal concentratiegebieden voor de landbouw aangewezen. Het Grootslag is aangewezen als glastuinbouwconcentratiegebied. De begrenzing van het concentratiegebied is in figuur 2 te zien. Daarnaast is een aparte regeling opgenomen voor zaadveredelingsbedrijven. Uitbreiding is alleen mogelijk voor die bedrijven die op deze kaart aangeduid zijn. Uitbreiding is standaard mogelijk tot 2 hectare. In de het door de provincie aangewezen concentratiegebied is uitbreiding boven de 2 hectare en nieuwvestiging mogelijk. In figuur 2 is te zien dat het oostelijke gedeelte van de gemeente, in de omgeving van Andijk, aangewezen is als concentratiegebied voor veredelingsbedrijven. Dit is het paars gearceerde gebied.
Figuur 2: concentratiegebieden landbouw
Voldoende ruimte voor het opwekken van duurzame energie
Door ondertekening van het Energie- en Klimaatakkoord met het Rijk onderschrijft de Provincie Noord-Holland de energie- en klimaatdoelen van het Rijk en ondersteunt ze het Rijk bij realisatie van deze doelen. Deze doelen zijn:
De provincie Noord-Holland wil zoveel mogelijk bijdragen aan de afname van de oorzaken van klimaatverandering. Daarom wil de Provincie het energieverbruik in het stedelijk gebied, op bedrijventerreinen en in de glastuinbouw zoveel mogelijk beperken en de resterende vraag met duurzame energie invullen. De toepassing van duurzame energie in de gebouwde omgeving moet worden vergroot. De provincie Noord-Holland zorgt ervoor dat in 2012 430 MW aan windenergie op land is gerealiseerd (met als niet-bindende streefwaarden 500 MW). De provincie reserveert voor de realisatie van circa extra 600 MW (grootschalige) windenergie in de periode 2012-2025 een zoekgebied aan in Noord-Holland Noord.
De omschakeling van fossiele naar vernieuwbare energie zal naar verwachting gepaard gaan met veranderingen in het landschapsbeeld. De omslag van een centrale energievoorziening naar meer decentrale voorzieningen en netwerken, heeft consequenties voor de identiteit en ruimtelijke kwaliteit van gebieden, regio's en daarmee de hele provincie. De invloed van windturbines op het landschap is daarvan een voorbeeld. Het opwekken van duurzame energie is een prioriteit en daarom geeft de Provincie Noord-Holland de ruimte aan deze ontwikkelingen, onder de voorwaarde van een zo goed mogelijke landschappelijke inpassing.
Het provinciaal beleid uit de Structuurvisie is vertaald in de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS, vastgesteld door Provinciale Staten op 21 juni 2010). In het bij de structuurvisie behorende uitvoeringsprogramma hebben gedeputeerde staten aangegeven op welke manier en met welke bestuurlijke en juridische instrumenten zij dit beleid denken te realiseren. Eén van deze instrumenten is de provinciale ruimtelijke verordening structuurvisie, die zich richt tot gemeenten en algemene regels geeft waaraan bestemmingsplannen moeten voldoen.
De PRVS is in de loop van 2011 op een aantal onderwerpen herzien. Het betreft de aspecten intensieve veehouderij, EHS en weidevogelleefgebieden. Uitbreiding van intensieve veehouderij is, mits het een duurzame ontwikkeling betreft, mogelijk, nieuwe intensieve veehouderijbedrijven zijn uitgesloten. De begrenzing en regels ten aanzien van de EHS en de weidevogelleefgebieden zijn met de herziening ook aangepast.
Bij het opstellen van dit bestemmingsplan is aansluiting gezocht bij de verordening.
Op 25 september 2007 is door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland de beleidsregel “Ruimte voor Ruimte in Noord-Holland” vastgesteld. In deze beleidsregel, als bedoeld in artikel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht, geven Gedeputeerde Staten aan hoe zij gebruik maken van hun bevoegdheden ingevolge de Wet op de Ruimtelijke ordening en de Woningwet bij projecten, die zijn gericht op een aantoonbare en duurzame verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van het landelijke gebied. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om sanering door sloop en herinrichting van landschappelijke en/of niet passende bebouwing of functies. Als tegenprestatie krijgt de initiatiefnemer of de gemeente planologische medewerking voor nieuwbouw van woningen aansluitend aan bestaand stedelijk gebied of, als dat niet mogelijk of wenselijk is, ter plaatse van de saneringslocatie. Het bouwvlak mag dan worden vergroot tot 2 ha.
In Cultuur op de kaart, Cultuurnota 2009-2012 Provincie Noord-Holland staan de doelstellingen van het cultuurbeleid voor de periode 2009 - 2012 en hoe de provincie deze doelen wil bereiken. De provincie stelt zich ten doel bewoners en bezoekers bewust te maken van het Noord-Hollands verleden, hen meer te laten deelnemen aan het culturele aanbod en een mooier Noord-Holland voor wonen, werken en recreëren te bieden.
De beleidsvisie is vertaald in drie thema's:
Daar waar de provincie in het kader van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) geen specifieke rol meer heeft of geen provinciaal belang heeft gedefinieerd, maar verantwoordelijkheid bijvoorbeeld bij gemeenten wordt neergelegd, zet de provincie de komende jaren in op het overdragen van kennis en expertise. De provincie stelt hiervoor een cultuur(historische) informatiekaart op, gebaseerd op de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW-kaart), welke moet aansluiten op andere ontwikkelingen op het gebied van digitalisering.
Door de veranderingen in verantwoordelijkheden in het kader van de Wro zal de CHW-kaart niet meer nodig zijn als toetsingsinstrument. De provincie zal het in de CHW-kaart terugkomende provinciale cultuurhistorische belang een plek geven in de digitale kaart van de structuurvisie.
De Leidraad Landschap en Cultuurhistorie is een onderdeel van het uitvoeringsprogramma van de Structuurvisie Noord-Holland 2040 en is samen met de structuurvisie Noord-Holland en de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie vastgesteld op 21 juni 2010. De leidraad beschrijft de kernkwaliteiten van de verschillende Noord-Hollandse landschappen. Gemeentelijke bestemmingsplannen die voorzien in nieuwe ontwikkelingen in het landelijke gebied dienen rekening te houden met deze karakteristieke eigenschappen. Het basis uitgangspunt is dan ook “behoud door ontwikkeling”. Voor ruimtelijke ontwikkelingen buiten bestaand bebouwd gebied geldt dat nut en noodzaak aangetoond moet worden. Dit houdt onder andere in dat aangetoond moet worden dat de ontwikkeling niet binnen bestaand bebouwd gebied gerealiseerd kan worden. Plannen dienen deel uit te maken van de gemeentelijke structuurvisie en afgestemd te zijn met andere ontwikkelingen in regionaal verband. De toelichting bij bestemmingsplannen moet verantwoording geven van de mate waarin nieuwe functies rekening houden met de ontwikkelingsgeschiedenis van het landschap, de ordeningsprincipes van het landschap, de bebouwingskarakteristieken en de bestaande kwaliteiten van het gebied (inclusief de ondergrond).
De provincie Noord-Holland heeft 10 archeologische gebieden van provinciaal belang gedefinieerd. De gemeente Medemblik ligt in een dergelijk gebied: West-Friesland. Als in gebieden van provinciaal belang het maatschappelijk belang dusdanig groot is dat waardevolle archeologische vindplaatsen aangetast moeten worden, vraagt de provincie aan te geven op welke wijze archeologische waarden door compenserende maatregelen in het plan zijn ondergebracht.
De provincie Noord-Holland beschouwt stolpboerderijen van bovenlokaal belang. Stolpboerderijen zijn medebepalend voor de identiteit en beleving van het Noord-Hollands landschap. Van de ca. 5000 stolpen die nog aanwezig zijn in Noord-Holland zijn er 400 beschermd (anno 2009). Het aantal historische stolpen, en daarmee de identiteitsbepalende waarde voor Noord-Holland, neemt gestaag af. In het landelijk gebied van de gemeente Medemblik is de stolpboerderij een zeer karakteristiek bebouwingstype.
Hoe rekening gehouden is met de landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden is aangegeven in de paragrafen 4.10 Archeologie en 4.11 Cultuurhistorie.