direct naar inhoud van Artikel 7 Horeca
Plan: Dorpskernen II
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0420.BPDorpskernenII-VA01

Artikel 7 Horeca

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Horeca’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van horecabedrijven van categorie 1;
  • b. gebouwen ten behoeve van horecabedrijven van categorie 2 , ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2';
  • c. gebouwen ten behoeve van horecabedrijven van categorie 3 , ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3';
  • d. terrassen;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. wegen en paden;
  • g. tuinen, erven en verhardingen;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

alsmede voor:

  • j. de instandhouding en bescherming van de ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’ aangegeven bebouwing en zoals geregeld in lid 24.2;
  • k. de instandhouding en bescherming van de ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - rijksmonument’ of 'specifieke vorm van waarde - provinciaal monument’ aangegeven bebouwing.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, dan wel voor het aangegeven percentage ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)';
  • c. de voorgevelrooilijn mag uitsluitend worden overschreden met een erker, balkon of luifel, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. de overschrijding mag niet meer bedragen dan 1,5 m;
    • 2. de afstand tot de voorste perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 3 m dan wel een kleinere afstand, welke niet minder mag bedragen dan de afstand van erkers, balkons of luifels tot de voorste perceelsgrens bij in de zelfde straat gelegen bebouwing';
    • 3. de afstand tot het erf van buren mag niet minder bedragen dan 2 m.
    • 4. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het bijbehorende hoofdgebouw;
    • 5. de breedte van een erker mag niet meer bedragen dan 75% van de breedte van de voorgevel van het aangrenzende hoofdgebouw;
  • d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’ is aangegeven;
  • e. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’ is aangegeven;
7.2.2 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat voor de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 1 m;
  • b. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken, mag niet meer bedragen dan 5 m.
7.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen ten behoeve van een goede woonsituatie, een goede milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

7.4 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de milieusituatie en de geluidssituatie, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 7.2.1 sub a in die zin dat een gebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak ten hoogste gelijk zal zijn aan de oppervlakte van het bouwvlak;
    • 2. de geluidbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde.
7.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:

  • a. de functieaanduidingen worden verwijderd, mits:
    • 1. de betreffende functie ter plaatse is beëindigd.