direct naar inhoud van Artikel 24 Algemene aanduidingsregels
Plan: Dorpskernen II
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0420.BPDorpskernenII-VA01

Artikel 24 Algemene aanduidingsregels

24.1 Geluidzone - weg

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘geluidzone - weg’ mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geluidsgevoelige bebouwing worden opgericht, tenzij een hogere waarde is vastgesteld.

24.2 Karakteristiek

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de instandhouding van de karakteristieke hoofdvorm en karakteristieke elementen van gebouwen, waarbij voldaan moet worden aan de volgende bepalingen:

24.2.1 Bouwregels

Voor de bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' geldt dat de uitwendige hoofdvorm van het betreffende bouwwerk, onder meer bepaald door goothoogte, nokhoogte, nokrichting, dakhelling, bouwmassa en situering, zoals deze is ten tijde van de ter-inzage-legging van het ontwerpbestemmingsplan, slechts gewijzigd mag worden mits aan de cultuurhistorische waarde en/of architectonische vormgeving niet in onevenredige mate afbreuk zal worden gedaan en het daarin tot uitdrukking komende karakter van het gebouw niet wezenlijk wordt aangetast.

24.3 Nadere eisen
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing.
  • b. De onder a genoemde nadere eisen mogen slechts worden gesteld voor het behoud van en ter voorkoming van de aantasting van de ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’ aangegeven bebouwing.
24.4 Omgevingsvergunning voor het slopen
24.4.1 Sloopwerkzaamheden

Het is ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het slopen bouwwerken geheel of gedeeltelijk te slopen.

24.4.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in 24.4.1 is niet van toepassing op sloopwerkzaamheden:

  • a. van ondergeschikte betekenis, indien door burgemeester en wethouders schriftelijk is medegedeeld, dat daarvoor geen sloopvergunning is vereist;
  • b. voortvloeiende uit het normale onderhoud;
  • c. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • d. ter voldoening van een aanschrijving of een besluit van burgemeester en wethouders.
24.4.3 Toelaatbaarheid
  • a. Een omgevingsvergunning voor het slopen kan slechts worden verleend, indien:
    • 1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de karakteristieke hoofdvorm en karakteristiek elementen van de bebouwing;
    • 2. de karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het gebouw ka worden hersteld;
    • 3. de karakteristieke hoofdvorm in redelijkheid niet te handhaven is;
    • 4. het delen van een gebouw of bijbehorende bouwwerken betreft, die op zichzelf niet als karakteristiek vallen aan te merken, en door sloop daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke hoofdvorm plaatsvindt.
  • b. Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om de omgevingsvergunning voor het slopen te verlenen op basis van het gestelde in sub a, wordt de gemeentelijke monumentencommissie en de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit Medemblik om advies gevraagd.
24.4.4 Nadere eisen en voorwaarden
  • a. Aan een omgevingsvergunning voor het slopen kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg voorschriften worden verbonden met betrekking tot de wijze van slopen.
  • b. Aan een omgevingsvergunning voor het slopen kunnen in ieder geval de volgende voorwaarden worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 3. de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door de gemeentelijke archeoloog dan wel een andere deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de afwijking te stellen kwalificaties.
24.5 Veiligheidszone- lpg

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘veiligheidszone - lpg’ is geen nieuwbouw van (beperkt) kwetsbare objecten, zoals bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, toegestaan.

24.6 Vrijwaringszone - dijk

De voor 'vrijwaringszone - dijk' aangeduide gronden zijn mede bestemd voor de

bescherming van het doelmatig en veilig functioneren van de waterkering.

24.6.1 Bouwregels
  • a. In afwijking van het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemmingen mogen op of in deze gronden geen gebouwen en andere bouwwerken worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze gebiedsaanduiding.
  • b. De bouwhoogte van andere bouwwerken ten behoeve van deze gebiedsaanduiding, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer te water, mag niet meer bedragen dan 2,00 m.
24.6.2 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 24.6.1 sub a in die zin dat in de daar voorkomende bestemmingen genoemde gebouwen en andere bouwwerken worden gebouwd, mits:

  • a. vooraf advies wordt ingewonnen van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bescherming, ophoging, verbreding en verbetering van het doelmatig en veilig functioneren van de nabijgelegen waterkering.
24.6.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk' ter plaatse wordt verwijderd, mits het definitieve tracé van de reserveringszone is vastgesteld en de algemene aanduidingsregel aan dit tracé wordt aangepast.