Artikel 12 Detailhandel
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Detailhandel aangewezen gronden zijn, met inachtneming van het bepaalde in artikel 37.4 Neven- en
vervolgfuncties, bestemd voor:
-
a. detailhandel in (sierteelt)gewassen en tuinbenodigdheden alsmede de sierteelt;
-
b. ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum': tevens een tuincentrum;
-
c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel – dierenspeciaalzaak': tevens een dierenspeciaalzaak;
-
d. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling': is eveneens opslag en stalling van caravans in gebouwen toegestaan;
-
e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': tevens een bedrijfswoning;
-
f. bij deze bestemming behorende erven, ontsluitingswegen, groen, water, parkeer- en nutsvoorzieningen.
12.2 Bouwregels
Op de voor Detailhandel bestemde gronden mogen ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met dien verstande dat:
-
a. gebouwen en overkappingen worden uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
-
b. de goot-/bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de op de verbeelding aangeduide maximale goot-/bouwhoogte. Indien geen maximale goot-/bouwhoogte op de verbeelding is aangeduid , geldt een maximale goot-/bouwhoogte van 4,5/9 m;
-
c. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen, de bedrijfswoning daaronder begrepen, bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'maximumbebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak;
-
d. de inhoud van een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 600 m3, met dien verstande dat indien ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan de inhoud van een woning meer bedraagt dan 600 m3, geldt voor de betrokken woning die inhoud als de maximaal toelaatbare;
-
e. de goothoogte van de bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 4,5m;
-
f. de bouwhoogte van de bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 8m;
-
g. het gezamenlijk oppervlak van de bij een bedrijfswoning behorende bijgebouwen bedraagt ten hoogste 50 m2;
-
h. bijgebouwen dienen te worden opgericht achter de voorgevel van het bijbehorende gebouw;
-
i. de goot- respectievelijk bouwhoogte van een vrijstaand bijgebouw bedraagt ten hoogste 3m/5m;
-
j. de afstand van gebouwen tot andere gebouwen en perceelsgrenzen bedraagt ten minste 3 m;
-
k. de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen die voor de voorgevelrooilijn worden geplaatst niet meer mag bedragen dan 1 m;
-
l. de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan 2m;
-
m. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan 3 m.
12.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen ter afwijking van het bepaalde in 12.2 onder f en g ten behoeve van een goothoogte van ten hoogste 5,5m en een bouwhoogte van ten hoogste 9m.
12.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
-
a. opslag van goederen op de onbebouwde gronden binnen het bouwvlak is toegestaan met een totale stapelhoogte van ten hoogste 4m;
-
b. in afwijking van het bepaalde in dit lid onder a is ter plaatse van de aanduiding 'opslag' een hogere opslag toegestaan, met een maximum van 9m;
-
c. opslag van consumentenvuurwerk is toegestaan tot een maximum van 10.000 kilo.