Plan: | Montfoort, De Plaats 5 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | projectbesluit |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0335.PBDeplaats5-on01 |
Watertoets en waterbeheer
De watertoets is een procedure waarbij de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over de beoogde ruimtelijke ontwikkeling. De watertoets heeft als doel het voorkomen van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen die in strijd zijn met duurzaam waterbeheer.
In het projectgebied wordt het waterbeheer gevoerd door het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden. De rioleringstaak binnen het projectgebied is de verantwoordelijkheid van de gemeente Montfoort. In het kader van de verplichte watertoets is over deze ruimtelijke ontwikkeling overleg gevoerd met de waterbeheerder, waarna de opmerkingen van de waterbeheerder zijn verwerkt in deze waterparagraaf.
Beleid stedelijk waterbeheer
In de Waterstructuurvisie (2002) van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden is een langetermijnvisie (voor 2050) en een middellangetermijnvisie (tot 2015) ontwikkeld voor een duurzamer waterbeheer voor het beheersgebied. In het projectgebied speelt het ontwikkelen van een duurzaam stedelijk waterbeheer, voor zowel bestaand als nieuwbouwgebied. Het gaat dan met name om schoon water schoonhouden en zo lang mogelijk vasthouden, infiltreren, afkoppelen, daar waar mogelijk aanleggen van een verbeterd gescheiden riolering en het realiseren van voldoende waterberging.
Het Waterbeheersplan 2003-2007 (2004) van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden beschrijft de doelstellingen en het beleid voor zowel het waterkwaliteits- als het waterkwantiteitsbeheer. Algemene doelstellingen van het beleid zijn:
Het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden is inmiddels gestart met de voorbereidingen voor het opstellen van een nieuw waterbeheersplan voor de periode 2009-2015.
Waterhuishoudkundige aspecten
Door de verbouw en uitbreiding van het horecagebouw en de nieuwe bebouwing van de binnenplaats, zal de verharde oppervlakte op de percelen de Plaats 5 en Mannenhuisstraat 2 per saldo niet toenemen omdat ook de huidige binnenplaats al is voorzien van een verharding. Op basis van de beleidsregels van het Hoogheemraadschap hoeft dan ook niet te worden voorzien in een compensatie wateroppervlakte van ten minste 10% van een toename van de verharde oppervlakte.
De hemelwaterafvoer van de nieuw op te richten bebouwing zal, gelijk aan de huidige bestaande situatie, door toepassing van een terreinriolering rechtstreeks op de gemeentelijke riolering worden geloosd. Voor de dakafwerking, goten en hemelwaterafvoeren worden geen sterk uitlogende materialen toegepast. Het plan voldoet daardoor aan de richtlijnen van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.
Conclusie
Vanuit waterhuishoudkundig oogpunt heeft het plan geen negatieve effecten.