direct naar inhoud van Artikel 7 Groen
Plan: Oude-Tonge
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0580.OFLOudeTonge10-BP20

Artikel 7 Groen

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groen, water, speelvoorzieningen en voet- en fietspaden;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'jongerenontmoetingsplek': tevens een jongerenontmoetingsplek;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'natuur en landschapswaarde': tevens het behoud van natuur en landschapswaarden;
  • d. bij deze bestemming behorende nutsvoorzieningen.

7.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'jongerenontmoetingsplek' tevens een gebouw is toegestaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'jongerenontmoetingsplek' is een gebouw toegestaan met een bouwhoogte van 3 m en een oppervlakte van 40 m2;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 2 m.

7.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.3.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de aanduiding 'natuur en landschapswaarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • b. het aanleggen van dijken of andere taluds en het vergraven of ontgraven van reeds aanwezige dijken of taluds;
  • c. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • d. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden en aanlegplaatsen;
  • e. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • f. het aanbrengen, verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting alsmede het verwijderen van oevervegetaties.

7.3.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod

Het verbod van lid 7.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • g. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • h. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan.

7.3.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 7.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur- en landschapswaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.

7.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden die op de kaart zijn voorzien van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied-1' te wijzigen in de bestemmingen Wonen, Tuin, Verkeer-Verblijfsgebied, Groen en Water, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. er mogen ten hoogste 7 woningen worden gerealiseerd voor de bouw van de woningen passen in de woningbouwprogrammering en het beschikbaar contingent;
  • b. de woningen dienen te worden gesitueerd op minimaal 11 m uit de as van de Capelleweg;
  • c. de bebouwing dient aan te sluiten op de bestaande woningtypologie in de omgeving;
  • d. de woningen dienen geheel of halfvrijstaand te zijn en te worden gesitueerd op ruime kavels;
  • e. de hoeveelheid oppervlaktewater op de locatie dient te worden behouden en dient minimaal 10% van het wijzigingsgebied te bedragen, met dien verstande dat na een positief advies van het Waterschap kan worden afgeweken door oppervlaktewater buiten het wijzigingsgebied aan te leggen;
  • f. een goede overgang dient te worden gecreëerd tussen het Albeda-college en de nieuwe woningen;
  • g. er dienen twee parkeerplaatsen per woning te worden gerealiseerd;
  • h. gebruikmaking van de wijzigingsbevoegdheid is mogelijk ofwel na aanvullende maatregelen waardoor realisering van woningen - gelet op de milieuvergunning en de daaraan verbonden voorschriften van de aangrenzende bedrijfsactiviteiten - uit milieuhygiënisch oogpunt aanvaardbaar is ofwel na beëindiging van aangrenzende bedrijfsactiviteiten;
  • i. aangetoond moet zijn dat de bodemkwaliteit ter plaatse geschikt is, of kan worden gemaakt, voor de beoogde functie.