direct naar inhoud van Artikel 24 Wonen
Plan: Buitengebied Peel en Maas
Status: concept
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1894.BPL0048-VO01

Artikel 24 Wonen

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - plattelandswoning', een plattelandswoning;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. een caravanstalling, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling';
  • d. een bed en breakfast, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bed en breakfast';
  • e. een recreatiewoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning';
  • f. uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis overeenkomstig het bepaalde in artikel 24.4.3;
  • g. evenementen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 24.4.2;
  • h. bestaande mantelzorgvoorzieningen;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. tuinen, erven en terreinen;
  • k. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
  • l. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.

24.2 Bouwregels
24.2.1 Algemeen

Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend ten behoeve van de in artikel 24.1genoemde bestemming worden gebouwd:

  • a. hoofdgebouwen in de vorm van woningen;
  • b. bijbehorende bouwwerken;
  • c. bouwwerken, geen gebouw zijnde.

24.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen, de woning, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouw zijnde mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. per bouwvlak is maximaal één woning toegestaan, met dien verstande dat de gronden ter plaatse van de aanduiding 'relatie' gekoppeld zijn ten behoeve van één woning;
  • c. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd;
  • d. voor het overige wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 24.2.3 en 24.2.4.

24.2.3 Woning en bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. per bouwperceel is maximaal één hoofdgebouw in de vorm van een woning toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de gronden ter plaatse van de aanduiding 'relatie' gekoppeld zijn ten behoeve van één woning;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal woonheden' woningen zijn toegestaan tot een maximum aantal zoals is aangeduid op de verbeelding;
  • b. recreatiewoningen zijn toegestaan tot een maximum aantal zoals is aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal recreatiewoningen', met dien verstande dat:
    • 1. de oppervlakte per recreatiewoning, vakantieappartement en chalets en bijbehorende bouwwerken maximaal 100 m² bedraagt, met dien verstande dat daar waar de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' is opgenomen, deze geldt als totaaloppervlak ten behoeve van recreatiewoningen;
  • c. de inhoud van de woning inclusief bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 1000 m3, met dien verstande dat indien de inhoud van de bestaande gebouwen tezamen op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan meer bedraagt dan 1.000 m3 is uitbreiding van bestaande of de bouw van nieuwe gebouwen alleen toegestaan indien na realisering van die uitbreiding de totale inhoud van gebouwen binnen het bestemmingsvlak maximaal 1.000 m3bedraagt en overtollige bebouwing derhalve wordt gesloopt;
  • d. de goot- en bouwhoogte van bedrijfswoningen bedraagt respectievelijk maximaal 6 en 9 meter;
  • e. de goot- en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt respectievelijk maximaal 3,30 meter en 6 meter;
  • f. de afstand tot de perceelsgrens bedraagt minimaal 5 meter;
  • g. bijbehorende bouwwerken worden op een afstand van minimaal 1 meter achter de bestaande voorgevellijn gebouwd;
  • h. de afstand tussen hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 15 meter.

24.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde bedraagt maximaal 2 meter, met uitzondering van:
    • 1. erf- en terreinafscheidingen, waarvan de bouwhoogte maximaal 1 meter bedraagt en achter de voorgevelrooilijn, waarvan de bouwhoogte maximaal 2 meter bedraagt;
    • 2. omheiningen rond een paardrijbak in de vorm van een open afscheiding, waarvan de bouwhoogte maximaal 1,50 meter bedraagt;
    • 3. lichtmasten rond een paardrijbak, waarvan de bouwhoogte maximaal 8 meter bedraagt;
  • b. per woning is maximaal 1 niet-overdekt zwembad toegestaan, mits de afstand van de woning tot het zwembad maximaal 15 meter bedraagt en de oppervlakte maximaal 30 m² bedraagt;
  • c. het bouwen van overkappingen aan de achter- of zijgevel bij de woning is toegestaan, mits de oppervlakte maximaal 30 m² bedraagt.

24.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing en aan de inrichting van het bestemmingsvlak:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van een goede landschappelijke inpassing.

24.4 Specifieke gebruiksregels
24.4.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. geluidszoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • b. kamerverhuur;
  • c. kampeer;
  • d. woningsplitsing;
  • e. detailhandel;
  • f. evenementen, behoudens toegestaan krachtens artikel artikel 24.4.2;
  • g. seksinrichtingen;
  • h. bewoning van vrijstaande bijbehorende bouwwerken en gebouwen, geen woning zijnde;
  • i. opslag van goederen en materialen buiten het bouwvlak;
  • j. buitenopslag voor de voorgevelrooilijn.

24.4.2 Evenementen

Evenementen zijn maximaal drie keer per jaar toegestaan voor de duur van maximaal drie aaneengesloten dagen per evenement, inclusief op- en afbouw.

24.4.3 Beroep of bedrijf aan huis

Een beroep of bedrijf aan huis, als opgenomen in het 'Overzicht beroep of bedrijf aan huis' (bijlage 2 bij deze regels) of hiermee naar aard en omvang gelijk te stellen beroepen en bedrijven, wordt geacht in overeenstemming te zijn met de woonbestemming en is toegestaan, mits:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft;
  • b. de woonfunctie van het perceel primair blijft c.q. in overwegende mate aanwezig blijft;
  • c. degene die gebruiker van de woning is tevens degene is die het beroep of bedrijf aan huis uitoefent;
  • d. maximaal 50 m² van de vloeroppervlakte van de bestaande bebouwing mag worden gebruikt voor beroep en bedrijf aan huis;
  • e. het gebruik geen ernstige hinder voor het woonmilieu oplevert c.q. geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of de buurt;
  • f. het gebruik geen dusdanige verkeersaantrekkende activiteiten betreft welke kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • g. in voldoende mate wordt voorzien in de parkeerbehoefte;
  • h. het geen activiteiten betreft die in de regel worden uitgeoefend in winkelpanden of op een industrieterrein;
  • i. internetverkoop slechts is toegestaan indien er geen uitstalling ten verkoop plaatsvindt en de te verkopen producten niet ter plaatse bezichtigd en afgehaald kunnen worden;
  • j. er geen buitenopslag plaatsvindt;
  • k. reclame-uitingen ten dienste van het beroep of bedrijf aan huis beperkt blijven tot het plaatsen van een bord met als maximale afmetingen 1 meter x 0,5 meter aan de voor- of zijgevel of in de voor- of zijtuin op een hoogte van maximaal 2 meter. Neon- of andere lichtreclame is in dit kader niet toegestaan.

24.5 Wijzigingsbevoegdheden
24.5.1 Woningsplitsing

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Wonen te wijzigen om binnen aaneengesloten bebouwing van een bestaande woning, meerdere wooneenheden te realiseren, mits:

  • a. aangetoond moet worden dat het gaat om een pand met cultuurhistorische waarde;
  • b. de maatvoering van de woning niet wordt vergroot;
  • c. de voorziening niet is gelegen ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone – landbouwontwikkelingsgebied - 1', 'reconstructiewetzone – landbouwontwikkelingsgebied – 2', 'concentratiegebied glastuinbouw 1'' en 'concentratiegebied glastuinbouw 2';
  • d. hoofdgebouwen tot een inhoud van 1.000 m³ kunnen worden gesplitst in maximaal 2 woningen en hoofdgebouwen die groter zijn dan 1.000 m³ kunnen worden gesplitst in maximaal 3 woningen;
  • e. de inhoud per woning minimaal 350 m³ bedraagt;
  • f. de bestaande (agrarische) verschijningsvorm gehandhaafd blijft;
  • g. de woning is aangemerkt als een monument of als een pand met een cultuurhistorische waarde;
  • h. de cultuurhistorische waarde van de woning behouden blijft en/of versterkt wordt;
  • i. indien van toepassing dient overtollige bedrijfsbebouwing te worden gesloopt, behalve wanneer het een monument betreft;
  • j. per woning mag maximaal 60 m2 aan bijbehorende bouwwerken worden gerealiseerd;
  • k. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. het woon- en leefklimaat;
    • 2. de milieusituatie;
    • 3. de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, aardkundige en/of abiotische waarden;
    • 4. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bebouwing;

24.5.2 Wijzigen bestemming 'Wonen' naar 'Recreatie-Verblijfsrecreatie'

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Wonen' te wijzigen in de bestemming 'Recreatie – Verblijfsrecreatie' met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – 1', mits:

  • a. de woning wordt omgezet in de bedrijfswoning;
  • b. per kleinschalig kampeerterrein zijn maximaal 25 kampeermiddelen toegestaan;
  • c. de noodzakelijke - bebouwde - kampeervoorzieningen dienen binnen de bestaande bebouwing gerealiseerd te worden;
  • d. de voorziening niet is gelegen ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone – landbouwontwikkelingsgebied - 1', 'reconstructiewetzone – landbouwontwikkelingsgebied – 2', 'concentratiegebied glastuinbouw 1'of 'concentratiegebied glastuinbouw 2'';
  • e. de exploitanten van het kleinschalig kamperen moeten hoofdbewoner zijn en er daadwerkelijk wonen;
  • f. kleinschalig kamperen in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden arbeid valt niet binnen de omschrijving kleinschalig kamperen;
  • g. parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden;
  • h. in voldoende mate wordt voorzien in een goede landschappelijke inpassing, dan wel in een andere vorm van kwaliteitsverbeterende maatregelen;
  • i. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. het woon- en leefklimaat;
    • 2. de milieusituatie;
    • 3. de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, aardkundige en/of abiotische waarden;
    • 4. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bebouwing;
  • j. voldaan wordt aan de voorwaarden van artikel 19.