Plan: | buitengebied Klavertje 4 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | beheersverordening |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1894.BHV0001-VG01 |
Het begrip 'bestaand gebruik' kan op twee manieren worden gedefinieerd. Gebruik in enge zin is het gebruik dat feitelijk bestaand is op het moment van vaststellen van de beheersverordening. Gebruik in ruime zin gaat uit van het vigerende bestemmingsplan. Al het in het vigerende bestemmingsplan rechtstreeks toegelaten gebruik en al de op basis van eht bestemmingsplan rechtstreeks toegestane bouwwerken worden in deze uitleg als bestaand beschouwd. Naast de functionele en ruimtelijke situatie kan dus ook de planologische c.q. juridische situatie op basis van vigerende bestemmingsplannen als bestaand worden aangemerkt. Eerder is aangegeven dat ervoor is gekozen om zoveel mogelijk aant e sluiten bij de bestaande planologische juridische situatie.
Uit de inventarisatie is gebleken dat het vigerende planologische gebruik niet altijd overeenkomt met het feitelijk gebruik van de gronden. Dit heeft onder andere te maken met persoonsgebonden gedoogbeschikkingen die voor locaties zijn verleend, welke niet worden opgenomen in onderhavige beheersverordening. De in de beheersverordenign toegekende bestemmingen komen derhalve overeen met de bestemmingen uit de vigerende bestemmingsplannen. Vrijstellingen, ontheffingen of omgevingsvergunningen welke hebben geleid tot een ten opzichte van de vigerende bestemmingsplannen afwijkend gebruik zijn opgenomen in de beheersverordening.
De gemeente Peel en Maas beschikt niet over een handboek met standaard regels voor ruimtelijke plannen. Derhalve is ervoor gekozen voor wat betreft de inhoud van de regels aan te sluiten bij de systematiek van het bestemmingsplan buitengebied en voor wat betreft de opzet bij de SVBP2008. Alhoewel voor het instrument beheersverordening feitelijk gezien geen voorschreven richtlijnen gelden zoals dat bij bestemmingsplannen wel het geval is, zal met het oog op eenduidigheid en herkenbaarheid toch bij de systematiek van de SVBP2008 worden aangesloten.
Aangezien het vigerende bestemmingsplan en de eerste herziening daarvan (logischerwijs) niet aan de hand van de SVBP2008 is opgesteld, komt de naamgeving van de bestemmingen zoals gebruikt in het vigerende bestemmingsplan niet in alle gevallen overeen met de naamgeving van de bestemmingen in deze beheersverordening.
Qua systematiek en opbouw sluit de beheersverordening geheel aan bij het bestemmingsplan Buitengebied Peel en Maas, zoals door de raad vastgesteld d.d. 5 februari 2013.
De bestemming Agrarisch bouwblok (Ab) wordt uitgesplitst naar een viertal bestemmingen. Het betreft de bestemming Agrarisch - Grondgebonden, Agrarisch - Intensieve veehouderij, Agrarisch - Niet grondgebonden en Agrarisch - Glastuinbouw. Hiermee wordt recht gedaan aan het feitelijk gebruik van het perceel.
In de vigerende bestemmingsplannen is tevens de bestemming leiding opgenomen welke dient ter beschermign van de aanwezige boven- en ondergrondse leidingen. De bestemming wordt in aangepaste vorm overgenomen ind e beheersverordening, conform de SVBP2008 gebeurt dat als de dubbelbestemming Leiding. Wat betreft overige dubbelbestemmingen en aanduidingen die in de beheersverordening worden opgenomen (functieaanduidingen, bouwaanduidingen, maatvoeringsaanduidingen) geldt dat daarbij tevens wordt aangesloten bij de systematiek van de SVBP2008. Hierdoor ontstaan verschillen in de benamingen van de aanduidingen in vergelijking met het vigerende bestemmingsplan. Inhoudelijk treden er echter weinig tot geen wijzigingen op in de vigerende regeling. De bestaande bouwhoogtes en bebouwingstypen worden opnieuw vastgelegd, evenals het gebruik.
Ondanks dat de planologische regeling zoals opgenomen in de beheersverordening op een aantal punten afwijkt van de regeling uit het vigerende bestemmingsplan voor het buitengebied, is toch sprake van een conserverende regeling. De punten waarop de nieuwe regeling afwijkt van de oude, zijn in de vorgaande paragrafen beargumenteerd. De beheersverordening maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk, waarmee kan worden geconcludeerd dat de bestaande situatie opnieuw wordt vastgelegd, met inachtneming van een afstemming van de regeling op actuele wetgeving en inzichten en op gemeentelijke voorkeuren.