direct naar inhoud van 4.5 Geluid
Plan: buitengebied Klavertje 4
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.1894.BHV0001-VG01

4.5 Geluid

Het wettelijk kader bij ruimtelijke procedures is de Wet geluidhinder. Op 1 januari 2007 is de gewijzigde Wet geluidhinder (hierna Wgh) in werking getreden. Deze wet biedt geluidgevoelige bestemmingen, zoals woningen, bescherming tegen geluidhinder van geluidsbronnen: wegverkeer, spoorwegen, industrie en luchtvaart. De bescherming vindt primair plaats door middel van zonering. De zonering betreft een afstand, uitgaande van een geluidsbron, waarbinnen het normenstelsel uit de Wgh van toepassing is. Deze normen mogen niet verward worden met de normen die gelden in geval van een milieuvergunning17. Hiervoor gelden andere normen en procedures, welke niet vergelijkbaar met het normenstelsel uit de Wgh. Op grond van de Wgh gelden grenswaarden op basis waarvan de bouw van nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen binnen de geluidszone wordt beperkt of wordt verboden. Wegverkeerslawaai, spoorweglawaai, industrielawaai en luchtvaartlawaai kennen ieder afzonderlijke normen. Deze normen worden in de Wgh „voorkeursgrenswaarden. genoemd. Voldoet een nieuwe geluidgevoelige bestemming niet aan de voorkeursgrenswaarde, kan een hogere waarde aangevraagd worden. In de Wgh wordt beschreven wat de maximaal te verlenen hogere waarden zijn. Met een procedure hogere grenswaarde wordt een afweging gemaakt over de aange-vraagde hogere waarde. Voor het maken van deze afweging sluit de gemeente Peel en Maas aan bij de „Handreiking procedure hogere grenswaarden Wgh door gemeenten. van de provincie Limburg van 1 april 2007. In deze handreiking zijn de algemene voorwaarden voor het verlenen van een hogere grenswaarde uitgewerkt. Bestaande geluidgevoelige bestemmingen worden niet getoetst aan de voorkeursgrenswaarde. Dit is conform het gestelde in de Wgh. Binnen het gebied Klavertje Vier zijn geen gezoneerde industrieterreinen gelegen. Aan de Rozendaal is wel een geluidszone - weg gelegen. Deze zonering is weergegeven op de verbeelding.

Geluid van (agrarische) bedrijven

In geval van ruimtelijke plannen wordt getoetst aan het gestelde in de VNG brochure „Bedrijven en Milieuzonering. (hierna brochure). Volgens de brochure gelden voor het thema geluid aan te houden afstanden. Deze aan te houden afstanden gelden tussen agrarische- of bedrijfsbestemmingen en gevoelige functies zoals wonen. In geval van agrarische- of bedrijfsbestemmingen betreft deze afstand 30 tot 50 meter. Hoe groter de afstand, hoe kleiner de kans op geluidhinder. De aan te houden af-stand betreft een algemene richtafstand. Aan deze richtafstand zijn richtwaarden voor geluid gekop-peld (langtijdgemiddelde beoordelingsniveau, indirecte hinder en maximale geluidniveaus). Indien wordt voldaan aan de aan te houden afstand, stelt de brochure dat in het algemeen sprake is van een aanvaardbaar woon en leefklimaat en dat dit in gewaarborgd is. Indien niet voldaan wordt aan voornoemde aan te houden afstanden kan het woon- en leefklimaat op een andere wijze gewaarborgd te worden. Dit bijvoorbeeld door het opnemen van geluidsvoorschriften in een milieuvergunning voor een inrichting binnen de agrarische- of bedrijfsbestemming. Ook gelden er geluidsvoorschriften van rechtswege die het woon-en leefklimaat waarborgen. Dit in geval van een Algemene maatregel van bestuur (Activiteitenbesluit, Besluit landbouw en Besluit glastuinbouw, hierna te noemen: AMvB.s). In sommige gevallen kunnen er in dit kader op basis van de AMvB.s aanvullend maatwerkvoorschriften of andere nadere eisen worden gesteld. In geval van een milieuvergunning, maatwerkvoorschriften en nadere eisen geldt het gestelde uit de „Handreiking vergunningver-lening en industrielawaai 1998.

Het kan voorkomen dat, ondanks dat er voldaan wordt aan de aan te houden afstand, er geen sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als binnen de agrarische- of bedrijfsbestemming door het bedrijf niet de best beschikbare technieken worden toegepast. In deze gevallen vind maatwerk plaats, door het opnemen van geluidsvoorschriften in een omgevingsvergunning voor het aspect milieu of het stellen van maatwerkvoorschriften of nadere eisen. Hierbij moet rekening worden gehouden met het gemeentelijk geluidsbeleid.