direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Buitensportpark 'De Hei' aan de Beerderheide te Baarlo
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1894.BPL0008-VG01

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

Het bestemmingsplan 'Buitensportpark 'De Hei' aan de Beerderheide te Baarlo' van de gemeente Peel en Maas, bestaande uit de verbeelding, onderhavige regels en een toelichting met verantwoording.

1.2 verbeelding

De verbeelding van het bestemmingsplan, bestaande uit de verbeelding NL.IMRO.1894.BPL0008-VG01.

1.3 aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 abiotische waarden

Het geheel van waarden in verband met de abiotische of niet-levende natuur, in de vorm van aardkundige en/of hydrologische kenmerken, zowel op zichzelf als in relatie tot de aanwezigheid of nabijheid van ontwikkelingsmogelijkheden voor een waardevolle biotische of levende natuur die wordt gevormd door organismen en leefgemeenschappen.

1.6 bebouwing

Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.7 bedrijf

Een inrichting of instelling die is gericht op de uitoefening van één of meerdere bedrijfsactiviteiten en op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten - met uitzondering van beroepen aan huis -, daaronder niet begrepen en niet zijnde een seksinrichting.

1.8 bestaande bouwwerken

De bouwwerken die bestaan op het moment van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.

1.9 bestaande situatie

Bebouwing of gebruik van grond en opstallen zoals aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, dan wel bebouwing die mag worden gebouwd krachtens een vóór het tijdstip van de terinzagelegging aangevraagde vergunning.

1.10 bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak.

1.11 bestemmingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.12 bijbehorend bouwwerk

Een met het hoofdgebouw verbonden of daarvan vrijstaand gebouw dat door zijn ligging, constructie of afmeting ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw.

1.13 bouwen

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel en/of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.14 bouwgrens

De grens van een bouwvlak.

1.15 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.16 bouwperceelsgrens

De grens van een bouwperceel.

1.17 bouwvlak

Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.18 bouwwerk

Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.19 cultuur en ontspanning

Het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning, waaronder:

  • a. ateliers en/of
  • b. attractieparken en/of
  • c. bioscopen en/of
  • d. bowlingbanen en/of
  • e. casino's en/of
  • f. creativiteitscentra en/of
  • g. dansscholen en/of
  • h. dierentuinen en/of
  • i. evenemententerreinen en/of
  • j. kinderboerderijen en/of
  • k. musea en/of
  • l. muziekscholen en/of
  • m. muziektheaters en/of
  • n. sauna en/of
  • o. speeltuinen en/of
  • p. sport- en spelvoorzieningen en/of
  • q. theater en/of
  • r. wellness.

1.20 dagrecreatie

Een recreatieve activiteit die plaatsvindt in de periode van één uur voor zonsopgang tot één uur na zonsondergang. Bij voorbeeld fietsen, excursies, rondleidingen en actieve buitensporten.

1.21 evenement

Een publiekgerichte activiteit die een bijdrage levert aan het culturele, sociale en/of sportieve leven.

1.22 evenemententerrein

Een terrein dat is bedoeld voor en dat qua ligging, toegankelijkheid, ondergrond en omvang geschikt is voor het houden van eenmalige en periodiek terugkerende tijdelijke evenementen die een grote verkeersaantrekkende werking kunnen hebben.

1.23 gebouw

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.24 hartlijn

Het midden van een leiding.

1.25 inrichting

Een op grond van de Wet milieubeheer als volgt gedefinieerd begrip: "elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht".

1.26 kampeermiddel

Een onderkomen dat of een voorziening die onder welke benaming ook uitsluitend of in hoofdzaak dient of kan dienen tot tijdelijk recreatief gebruik als logies-, dag- of nachtverblijf van één of meer personen, niet zijnde een bouwwerk waarvoor bij of krachtens de Woningwet een bouwvergunning vereist is.

Onder kampeermiddelen wordt onder andere verstaan:

caravan, camper, kampeerauto, stacaravan inclusief voortent, tent met bijzettent, tentwagen of enig ander onderkomen of voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, een en ander voor zover deze kampeermiddelen geheel of ten dele blijvend zijn bedoeld of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor tijdelijk recreatief nachtverblijf.

Een kleine bijzettent of een voortent worden niet als afzonderlijke kampeermiddelen beschouwd.

1.27 kampeerseizoen

De periode die loopt van 15 maart tot 1 november gedurende dewelke kampeermiddelen op een kampeerterrein geplaatst mogen zijn.

1.28 kampeerterrein

Terrein met daarbij horende voorzieningen en blijkens de inrichting bestemd en geschikt om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van tijdelijk recreatief nachtverblijf.

1.29 kleinschalig kampeerterrein

Terrein met daarbij horende voorzieningen en blijkens de inrichting bestemd en geschikt om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van maximaal 25 kampeermiddelen ten behoeve van tijdelijk recreatief nachtverblijf.

1.30 maaiveld

Hoogte waarop het omliggende terrein aansluit op het bouwwerk.

1.31 ondergeschikte horeca - horeca als nevenactiviteit

Een horecabedrijf dat in overwegende mate is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van kleine etenswaren, voedingsmiddelen en maaltijden die ter plaatse kunnen worden genuttigd. Verder, maar niet uitsluitend, worden ook niet-alcoholische en lichtalcoholische dranken verstrekt die ter plaatse worden genuttigd. De horecafunctie heeft een ondergeschikte betekenis binnen het bedrijf of voorziening.

Onder dit begrip vallen bijvoorbeeld de volgende voorzieningen:

  • 1. kantine bij een recreatief bedrijf
  • 2. kantine bij een sportvoorziening
  • 3. boerderijterras

1.32 ondergronds bouwen

Bouwen onder peil.

1.33 oppervlakte van een bouwwerk

Gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

1.34 peil
  • a. voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang.
  • b. voor een bouwwerk op een perceel waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw.
  • c. voor andere gebouwen en ‘bouwwerken, geen gebouw zijnde': de gemiddelde hoogte van het afgewerkte maaiveld ter plaatse van de bouw.
  • d. voor bouwwerken in het talud van de dijk: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld ter plaatse van de van de dijk afgekeerde zijde van het bouwwerk.
  • e. indien in of op het water wordt gebouwd: het Normaal Amsterdams Peil.
  • f. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld.

1.35 permanente bewoning

Bewoning van een ruimte als hoofdverblijf door eenzelfde persoon of een zelfde groep personen die niet elders over een hoofdverblijf beschikken en waardoor die ruimte als reguliere woning is aan te merken.

1.36 prostitutie

Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen betaling.

1.37 recreatie
  • 1. Extensief:
    Een vorm van vrijetijdsbesteding, gericht op ontspanningsmogelijkheden waarvoor weinig voorzieningen nodig zijn en waaraan weinig mensen tegelijkertijd en op dezelfde plek deelnemen. Voorbeelden van extensieve vormen van recreatie zijn:
    • a. wandelen
    • b. vissen
    • c. fietsen
    • d. paardrijden
    • e. zwemmen
    • f. roeien.
  • 2. Intensief:
    Een vorm van vrijetijdsbesteding, gericht op ontspanningsmogelijkheden waarvoor veel voorzieningen nodig zijn en waaraan veel mensen tegelijkertijd op dezelfde plek deelnemen. Voorbeelden van intensieve vormen van recreatie zijn:
    • a. een attractiepark
    • b. een kampeerterrein
    • c. een bungalowpark

1.38 recreatief medegebruik

Medegebruik houdt in dat de recreatieve activiteiten ondergeschikt dienen te zijn aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan en voor zover de overige functies van de gronden dit toelaten.

1.39 recreatieve bewoning

Bewoning die plaatsvindt in het kader van week-, weekend-, en/of verblijfsrecreatie.

1.40 seksinrichting

Een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden.

Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan:

  • a. bordeel
  • b. erotische-massagesalon
  • c. parenclub
  • d. prostitutiebedrijf
  • e. seksautomatenhal
  • f. seksbioscoop
  • g. sauna/seksinrichting
  • h. sekstheater

1.41 standplaats ten behoeve van kamperen

En plek die in of op het terrein is aangegeven of zichtbaar is gemarkeerd door middel van nummering, daarop aangebrachte stroomvoorzieningen, erfafscheiding of anderszins, voor het plaatsen of geplaatst houden van maximaal één kampeermiddel ten behoeve van tijdelijk recreatief nachtverblijf.

1.42 voorzieningen van algemeen nut

Voorzieningen en constructies ten behoeve van de op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, riolering, kabels en leidingen, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.