| Plan: | TAM-omgevingsplan Baarskampstraat - Rijksweg (ong.) te Kessel |
|---|---|
| Status: | ontwerp |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.1894.TAMOPH22AF-ON01 |
Dit preambule TAM-omgevingsplan is gericht op het faciliteren van de ontwikkeling op de locatie 'TAM-omgevingsplan Baarskampstraat - Rijksweg (ong.) te Kessel' en is als nieuw hoofdstuk (hoofdstuk 22AF) opgenomen in het omgevingsplan van de gemeente Peel en Maas. Dit hoofdstuk is bekend gemaakt en digitaal beschikbaar gesteld met de landelijke voorziening, bedoeld in artikel 1.2.1, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening. Het is met deze landelijke voorziening niet mogelijk dit hoofdstuk conform de juridische vormgeving van het omgevingsplan in STOP-TPOD beschikbaar te stellen.
De in dit op www.ruimtelijkeplannen.nl uitgegeven deel van het omgevingsplan (hierna: dit deel) weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als paragrafen van hoofdstuk 22AF van het omgevingsplan van de gemeente Peel en Maas. In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikel nummer '22AF' gelezen worden. In de kop van de bijlagen bij het in dit deel weergegeven hoofdstuk moet na het woord 'Bijlage', na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage '22AF' gelezen worden.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk gelden de volgende begripsbepalingen:
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in bijlage I van het omgevingsplan, bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling, zijn van toepassing op dit hoofdstuk.
Artikel 2 Aanvullende begripsbepalingen
Het TAM-omgevingsplan Hoofdstuk
22AF 'TAM-omgevingsplan Baarskampstraat - Rijksweg (ong.) te Kessel' met identificatienummer NL.IMRO.1894.TAMOPH22AF-ON01 van de gemeente Peel en Maas.
Het omgevingsplan van de gemeente Peel en Maas.
Een dienst of praktijkruimte waarin beroepsmatig fysiotherapeutische zorg wordt verleend, gericht op het behandelen, begeleiden en adviseren van personen met lichamelijke klachten of beperkingen.
Een voorziening of ruimte waarin onder begeleiding van een fysiotherapeut of een daartoe opgeleid zorgprofessional beweegactiviteiten worden aangeboden, gericht op het verbeteren of behouden van de lichamelijke conditie van personen met (of ter voorkoming van) medische klachten of beperkingen, waarbij de activiteiten plaatsvinden in het kader van fysiotherapeutische zorg of revalidatie.
Een woning in een woongebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen. bevat.
Een bouwwerk, niet zijnde een gebouw, dat is opgericht met het hoofddoel om de geluidbelasting op geluidgevoelige objecten of gebieden te reduceren, door het afschermen van geluid afkomstig van een geluidbron zoals een weg, spoorweg, industrieterrein of andere milieubelastende activiteit.
Omgevingsvergunning als bedoeld in de omgevingswet: (buitenplanse) omgevingsplanactiviteit.
De Nota parkeernormen Peel en Maas 2018 van de gemeente Peel en Maas.
De zone van 50 meter, waarbinnen het gebruik van gewasbestrijdingsmiddelen niet is toegestaan, tussen de agrarische functie waar gewasbeschermingsmiddelen wel zijn toegelaten en de gevoelige functie.
De tot een bouwwerk behorende voorzieningen en systemen die noodzakelijk zijn voor het functioneren van dat bouwwerk en die bijdragen aan de veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid of milieuprestatie daarvan, waaronder in ieder geval begrepen installaties voor verwarming, koeling, ventilatie, drinkwater, riolering, elektriciteit, gas, duurzame energieopwekking en brandveiligheid.
Muziekgeluid dat door middel van elektronische apparatuur, zoals luidsprekers of versterkers, wordt weergegeven of ten gehore gebracht, ongeacht de bron van het oorspronkelijke geluid.
Artikel 3 Toepassingsbereik
De meet- en rekenbepalingen, in aanvulling op lid 1 bedoeld in artikel 22.24 van dit omgevingsplan, en de volgende meet- en rekeningbepalingen en zijn overeenkomstige toepassing op het meten van waarden die in dit hoofdstuk in m, m² of m³ zijn uitgedrukt, voor zover hiervan niet is afgeweken in het bepaalde in 4.1 tot en met 4.15.
Tussen de grens van een bouwvlak/functie en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
Tussen de grens van het hoofdgebouw en een bepaald punt van het bijbehorend bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
De totale vloeroppervlakte gemeten aan de binnenzijde van die ruimte(n) binnen een functie die wordt/worden gebruikt voor een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen en de onbebouwde gronden binnen een bouwvlak/functievlak. Daar waar op de verbeelding twee of meer bouwvlakken/functievlakken door middel van de aanduiding 'relatie' met elkaar zijn verbonden, gelden die bouwvlakken/functievlakken bij de toepassing van deze regels als één bouwvlak/functievlak.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De totale vloeroppervlakte gemeten aan de binnenzijde van die ruimte(n).
het gebied (zone) waarbinnen bodemingrepen plaatsvinden die een verstorende werking kunnen hebben op het (archeologisch) bodemarchief.
tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Buitenwerks, dit is de afstand gemeten tussen de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane-grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van een bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouwvlak-, c.q. functiegrenzen maximaal 1 meter bedraagt.
De aanvraagvereisten, bedoeld in paragraaf 22.5.2 zijn van overeenkomstige toepassing op een omgevingsvergunning die is vereist op grond van dit hoofdstuk.
Het is verboden om gronden of bouwwerken te gebruiken anders dan overeenkomstig de aan de locatie toebedeelde functies.
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locaties die op de verbeelding zijn aangewezen als 'Agrarisch'.
Een als 'Agrarisch' aangewezen locatie heeft de volgende functies:
met daaraan ondergeschikt:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.29 van gelden tevens de volgende beoordelingsregels:
Op een als 'Agrarisch' aangewezen locatie mag niet worden gebouwd.
In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.27 en 22.36 gelden de volgende regels voor bouwwerken, geen gebouw zijnde.
Op een als 'Agrarisch' aangewezen locatie mogen geen bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van:
Het bevoegd gezag kan door middel van een binnenplanse omgevingsplanactiviteit afwijken van het bepaalde in artikel 7.3.1 ten behoeve van het bouwen van schuilgelegenheden, mits:
Het bevoegd gezag kan door middel van een binnenplanse omgevingsplanactiviteit afwijken van het bepaalde in artikel 7.3 ten behoeve van het bouwen van een hoogzit voor de uitoefening van de jacht of natuurstudie, mits:
Het bevoegd gezag kan door middel van een binnenplanse omgevingsplanactiviteit afwijken van het bepaalde in artikel 7.3 ten behoeve van het bouwen van een voederberging of voederruif voor de instandhouding van het wild, mits:
Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met de functie wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het bevoegd gezag kan door middel van een binnenplanse omgevingsplanactiviteit afwijken van het bepaalde in artikel 7.5 ten behoeve van het gebruik van gronden voor incidentele evenementen, mits:
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Dienstverlening'.
Een als 'Dienstverlening' aangewezen locatie heeft de volgende functies:
met daaraan ondergeschikt:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.29 gelden tevens de volgende beoordelingsregels:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende beoordelingsregels:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.27 en 22.36 gelden de volgende regels bouwwerken, geen gebouw zijnde:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende beoordelingsregels:
Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met de functie wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Evenementen zijn maximaal drie keer per jaar toegestaan voor de duur van maximaal drie aaneengesloten dagen per evenement, inclusief op- en afbouw.
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Gemengd'.
Een als 'Gemengd' aangewezen locatie heeft de volgende functies:
met daaraan ondergeschikt:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.29 gelden tevens de volgende beoordelingsregels:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende beoordelingsregels:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.27 en 22.36 gelden de volgende regels bouwwerken, geen gebouw zijnde:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende beoordelingsregels:
Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met de functie wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Evenementen zijn maximaal drie keer per jaar toegestaan voor de duur van maximaal drie aaneengesloten dagen per evenement, inclusief op- en afbouw.
Het gebruiken en het (doen) laten gebruiken van de woning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - landschappelijke inpassing' conform de functie 'Gemengd' is alleen toegestaan als de landschappelijke inpassing conform het inrichtingsplan zoals opgenomen in Bijlage 1 Landschappelijk inpassingsplan bij deze regels, is uitgevoerd en in stand wordt gehouden.
Het gebruiken en het (doen) laten gebruiken van de gronden ter plaatse van de functie 'Gemengd' is alleen toegestaan als het archeologisch proefsleuvenonderzoek zoals bedoeld in artikel 13.4, is uitgevoerd.
Het gebruiken en het (doen) laten gebruiken van de gronden ter plaatse van de functie 'Gemengd' is alleen toegestaan indien er ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm', een geluidscherm is gerealiseerd en in stand wordt gehouden.
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Verkeer'.
Een als 'Verkeer' aangewezen locatie heeft de volgende functies:
Op een als 'Verkeer' aangewezen locatie mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van gebouwen voor nutsvoorzieningen en openbaar vervoer voorzieningen, met dien verstande dat:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor het bepaalde in 10.3.2 ten behoeve van het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten behoeve van terrassen, in de vorm van een uitval/zonnescherm, met dien verstande dat:
Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Evenementen zijn onbeperkt toegestaan voor de duur van maximaal tien aaneengesloten dagen, inclusief op- en afbouw.
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Wonen'.
Een als 'Wonen' aangewezen locatie heeft de volgende functies:
met daaraan ondespecifieke bouwaanduiding - wonen 1 rgeschikt:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.29 gelden tevens de volgende beoordelingsregels:
Op een als 'Wonen' aangewezen locatie mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen, in de vorm van een woning gelden de volgende beoordelingsregels:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.27 en 22.36 gelden de volgende regels voor aan- en uitbouwen en bijbehorende bouwwerken:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende beoordelingsregels:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.27 en 22.36 gelden de volgende regels voor aan- en uitbouwen en bijbehorende bouwwerken:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende beoordelingsregels:
Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met de functie 'Wonen' wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Een beroep of bedrijf aan huis bij de woning, als opgenomen in het 'Overzicht beroep of bedrijf aan huis' (bijlage 2 bij deze regels) of hiermee naar aard en omvang gelijk te stellen beroepen en bedrijven, wordt geacht in overeenstemming te zijn met de woonfunctie en is toegestaan, mits:
Het bevoegd gezag kan door middel van een binnenplanse omgevingsplanactiviteit afwijken van het bepaalde in artikel 11.3.2 lid i, ten behoeve van het realiseren van een woning met een goothoogte die afwijkt van de maximaal toegestane goothoogte, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een binnenplanse omgevingsplanactiviteit afwijken van het bepaalde in artikel 11.3.2 lid i, ten behoeve van het realiseren van een woning met een bouwhoogte die afwijkt van de maximaal toegestane bouwhoogte, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een binnenplanse omgevingsplanactiviteit afwijken voor het bepaalde in artikel 11.4.1 ten behoeve van het gebruik als kamerverhuur in de woning, mits:
Het bevoegd gezag kan door middel van een binnenplanse omgevingsplanactiviteit afwijken van het bepaalde in artikel 11.4.1 voor het gebruik ten behoeve van mantelzorg en inwoning door maximaal twee personen in de woning en/of de bijbehorende bouwwerken, mits:
Het bevoegd gezag kan door middel van een binnenplanse omgevingsplanactiviteit afwijken van het bepaalde in artikel 11.4.1 voor het gebruik ten behoeve van een bed en breakfast in de woning (met uitzondering van appartementen, flats of duplexwoningen) en/of in de bijbehorende bouwwerken, mits:
Het gebruiken en het (doen) laten gebruiken van de gronden ter plaatse van de functie 'Wonen' is alleen toegestaan indien het binnenniveau van 33 dB kan worden gegarandeerd. Dit dient te worden aangetoond aan de hand van een akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai.
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Leiding - Gas'.
Een als 'Leiding - Gas' aangewezen locatie is behalve voor de andere daar voorkomende functie(s), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse hogedruk gastransport (inclusief voorzieningen) met de daarbij behorende beschermingszone.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geldt dat op of in de in 12.2 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de leiding(en) mogen worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.
Het bevoegd gezag kan bij een binnenplanse omgevingsplanactiviteit afwijken van het bepaalde in 12.3 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende functie(s) indien:
Tot een gebruik, strijdig met deze functie, wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden op of in de gronden met de functie 'Leiding - Gas' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 12.6.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet schaden.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in 12.6.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen van de leiding niet worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Waarde - Archeologie 4'.
Een als 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen locatie is, behalve voor de andere daar voorkomende functie(s), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van de archeologische waarden en oudheidkundige waardevolle elementen, in het bijzonder voor gebieden met een hoge archeologische waarde.
Op een als 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen locatie mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:
Het bevoegd gezag kan door middel van een binnenplanse omgevingsplanactiviteit afwijken voor het bepaalde in artikel 13.3.1, ten behoeve van het bouwen en/of vergroten van gebouwen en/of bouwwerken, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning verlenen wanneer naar haar oordeel genoegzaam blijkt dat:
In de situatie als bedoeld in artikel 13.4.2 kan het bevoegd gezag één of meer van de volgende voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning:
Het is verboden op of in een als 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen locatie zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 13.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Het bevoegd gezag verleent de omgevingsvergunning wanneer naar haar oordeel genoegzaam blijkt dat:
In de situatie als bedoeld in artikel 13.5.5 kan het bevoegd gezag één of meer van de volgende voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning:
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Waarde - Archeologie 5'.
Een als 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen locatie is, behalve voor de andere daar voorkomende functie(s), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van de archeologische waarden en oudheidkundige waardevolle elementen, in het bijzonder voor gebieden met een hoge archeologische waarde.
Op een als 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen locatie mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:
Het bevoegd gezag kan door middel van een binnenplanse omgevingsplanactiviteit afwijken voor het bepaalde in artikel 14.3.1, ten behoeve van het bouwen en/of vergroten van gebouwen en/of bouwwerken, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning verlenen wanneer naar haar oordeel genoegzaam blijkt dat:
In de situatie als bedoeld in artikel 14.4.2 kan het bevoegd gezag één of meer van de volgende voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning:
Het is verboden op of in een als 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen locatie zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 14.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Het bevoegd gezag verleent de omgevingsvergunning wanneer naar haar oordeel genoegzaam blijkt dat:
In de situatie als bedoeld in artikel 14.5.5 kan het bevoegd gezag één of meer van de volgende voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 16.1.2 onder c. voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 meter onder straatpeil onder de voorwaarde dat:
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. functiegrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
Indien afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet, op het tijdstip van de inwerkingtreding van het ontwerp van het plan dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
In die gevallen dat afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet, op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
Het is verboden de gronden en bouwwerken in dit plan te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven functie(s).
Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met het plan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het is verboden te bouwen dan wel het gebruik van gronden en/of bouwwerken te wijzigen indien er niet wordt voldaan aan het gestelde in artikel 17.3.2 en 17.3.3, tenzij er een ontheffing is verleend op grond van hoofdstuk 4 van de nota parkeernormen.
Een bouwplan dient te voorzien in voldoende parkeermogelijkheden. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de wijze zoals beschreven in de nota parkeernormen. Indien deze nota gedurende de planperiode wijzigt of wordt vervangen, geldt de gewijzigde c.q. de vervangende nota.
Indien het wijzigen van het gebruik van gronden en/of bouwwerken daartoe aanleiding geeft, moet voor wat betreft de toename in de parkeerbehoefte worden voorzien in voldoende parkeermogelijkheden. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de wijze zoals beschreven in de Nota parkeernormen. Indien deze nota gedurende de planperiode wijzigt of wordt vervangen, geldt de gewijzigde c.q. de vervangende nota.
Ruimte(n) voor het parkeren van voertuigen, voor zover de aanwezigheid van deze ruimte(n) krachtens deze parkeerregels is geëist, dient te allen tijde voor dit doel beschikbaar te blijven. Ander gebruik wordt aangemerkt als strijdig gebruik.
Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone-molenbiotoop' zijn de gronden primair bestemd voor de bescherming van de belevingswaarde en het functioneren van de molen.
| Afstand tot de molen | Maximale bouwhoogte |
| 100 | 4,5 |
| 150 | 5,5 |
| 200 | 6,5 |
| 250 | 7,5 |
| 300 | 8,5 |
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor het bepaalde in artikel 18.1.2 onder a in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone-molenbiotoop' de in de daar voorkomende functie(s) genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de molen.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - pergola toegestaan' zijn de gronden tevens bestemd voor de realisatie van een pergola.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - spuitvrije zone' is het gebruik van gewasbestrijdingsmiddelen niet toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - kernrandzone' zijn de gronden tevens bestemd als buffer tussen woon- en leefkernen en het buitengebied, ter bescherming van het woon- en leefklimaat in de kernen.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - reconstructiewetzone - verwevingsgebied' zijn de gronden tevens bestemd als verwevingsgebied.
Ter plaatse van de aanduiding 'wro - zone - wijzigingsgebied 1 ob' zijn de gronden tevens bestemd voor instandhouding van oude verdichte/besloten bouwlanden.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - voorwaardelijke verplichting - niet-geluidgevoelige gevel' dienen de gevels, zoals opgenomen in Bijlage 3 Aanduiding blinde gevels, niet-geluidgevoelig te zijn en niet-gevoelig in stand te worden gehouden conform het Besluit kwaliteit leefomgeving.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen functie(s) te wijzigen voor:
Indien toepassing van het overeenkomstig artikel 21.2 in het plan opgenomen overgangsrecht gebruik zou kunnen leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan grond en opstallen gebruikten in strijd met het voordien geldende plan, kan het bevoegd gezag middels een omgevingsvergunning ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht afwijken.