direct naar inhoud van Artikel 14 Recreatie - Dagrecreatie
Plan: Westelijk Buitengebied
Status: concept
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0273.BPBGWBuitengebied-VO01

Artikel 14 Recreatie - Dagrecreatie

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - Dagrecreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dagrecreatie;
  • b. een evenemententerrein ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein', met dien verstande dat:
    • 1. het evenemententerrein alleen gedurende de periode 1 april tot en met 30 september mag worden gebruikt;
    • 2. het aantal evenementen maximaal 10 per jaar mag bedragen;
    • 3. het aantal overnachtingsdagen maximaal 14 per jaar mag bedragen;
  • c. een jachthaven ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven';
  • d. een recreatieplas ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatieplas';
  • e. een strand ter plaatse van de aanduiding 'strand';
  • f. een stalhouderij en manege ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - stalhouderij';
  • g. een zwembad ter plaatse van de aanduiding 'zwembad';
  • h. de bestaande bedrijfswoningen;
  • i. de uitoefening van huis verbonden beroepen en aan huis verbonden bedrijven, met dien verstande dat maximaal 60 m2 van de oppervlakte van de woning hiervoor mag worden gebruikt;

met de daarbij behorende:

  • j. gebouwen;
  • k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • l. voorzieningen;
  • m. tuinen en erven;
  • n. parkeer- en groenvoorzieningen;
  • o. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
14.2 Bouwregels
14.2.1 Bedrijfsgebouwen

Voor bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. bedrijfsgebouwen zijn niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein' en op gronden die niet zijn voorzien van een aanduiding als bedoeld in lid 14.1;
  • b. gezamenlijke oppervlakte van bedrijfsgebouwen bedraagt maximaal de in bijlage 2 'Overzicht niet-agrarische functies' aangegeven oppervlakte vermeerderd met 10%;
  • c. de goothoogte bedraagt maximaal 3 m;
  • d. de bouwhoogte bedraagt maximaal 8 m.
14.2.2 Bedrijfswoningen

Voor bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. de inhoud van een bedrijfswoning bedraagt maximaal 660 m3;
  • b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 8 m;
  • c. een bedrijfswoning mag binnen de buitenwerkse muurvlakken worden voorzien van een onderbouw met een maximale diepte van 3 m;
  • d. voor woningen die niet tot stand zijn gekomen als eerste of tweede bedrijfswoning gelden de bouwregels, zoals opgenomen in artikel 20;
  • e. bij vervangende nieuwbouw mag de afstand van de bedrijfswoning tot de weg niet kleiner worden, tenzij vooraf een geluidsonderzoek is uitgevoerd.
14.2.3 Bijgebouwen

Voor bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen bedraagt per woning maximaal 80 m2;
  • b. de goothoogte bedraagt maximaal 3,5 m;
  • c. de bouwhoogte bedraagt maximaal 6 m.
14.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 50 m2;
  • b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 10 m.
14.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

  • het ruimtelijke beeld;
  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • de verkeersveiligheid;

nadere eisen stellen aan:

  • a. de plaats van gebouwen indien de afstand tot de grens van het bouwperceel minder dan 5 m bedraagt;
  • b. de plaats van bouwwerken indien de afstand tot de as van de weg minder dan 20 m bedraagt.
14.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, mits – voor zover gelegen in dan wel grenzend aan de als Natura 2000 gebied aangewezen gebieden ‘Arkemheen’, ‘Veluwerandmeren’ en/of ‘Veluwe’ – een natuuronderzoek in het kader van de Natuurbeschermingswet heeft plaatsgevonden, en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het straat- en/of bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • de woonsituatie,

met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 14.1 voor de bouw van een eerste bedrijfswoning als nog geen bedrijfswoning aanwezig is met een inhoud van maximaal 660 m3 en een bouwhoogte van maximaal 8 m;
  • b. lid 14.2 voor het vergroten van de bestaande oppervlakte van gebouwen met:
    • 1. 25% voor zover het betreft gebouwen met een gezamenlijke oppervlakte van niet meer dan 500 m²;
    • 2. 15% voor zover het betreft gebouwen met een gezamenlijke oppervlakte van tussen de 500 m² en 1.000 m²;
  • c. lid 14.2 voor een grotere bouwhoogte voor gebouwen ter plaatse van de aanduiding ‘zwembad’, ten behoeve van het inpandig realiseren van een glijbaan, tot een bouwhoogte van maximaal 15 m;
  • d. lid 14.2 voor het vergroten en gebruik van bijgebouwen bij de bedrijfswoning voor gedeeltelijk zelfstandige inwoning tot maximaal 60 m², mits de noodzaak om het bijgebouw te gebruiken in plaats van het hoofdgebouw is aangetoond;
  • e. lid 14.2 voor het vergroten van de inhoud van de woning met ten hoogste 60 m³ tot een maximum van 720 m³ ten hoeve van gedeeltelijk zelfstandige inwoning van een huishouden, mits dit niet leidt tot woningsplitsing;
  • f. lid 14.2 ten behoeve van het vergroten van een onderbouw onder een hoofdgebouw buiten de uitenwerkse muren met maximaal 10 % van de bestaande oppervlakte;
  • g. lid 14.2 voor de bouw van een toiletgebouw ter plaatse van de aanduiding 'strand’ met een oppervlakte van maximaal 40 m² en een bouwhoogte van maximaal 3,5 m;
  • h. lid 14.2 voor de bouw van maximaal twee kiosken ter plaatse van de aanduiding ‘strand’, elk met een maximale omvang van 300 m², waarvan maximaal 50% mag worden gebruikt ten behoeve van strandgerelateerde horeca en maximaal 50% voor verhuur van strand- en sportartikelen;
  • i. lid 14.2 voor de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een hoogte van 15 m;
  • j. lid 14.2 voor het vergroten van de inhoud van de woning tot een maximum van 880 m³, uitsluitend indien sprake is van de aanleg van natuur- en/of landschapselementen volgens onderstaande tabel, met dien verstande dat de aanleg van nieuwe natuur en nieuwe landschapselementen zowel afzonderlijk als in combinatie met elkaar mogelijk zijn:
    Aanleg nieuwe natuur   Aanleg nieuwe landschaps-
    elementen  
    Extra woninginhoud  
    5.000 m2   1.000 m2   100 m3  
    10.000 m2   2.000 m2   200 m3  
    15.000 m2   3.000 m2   300 m3  
    20.000 m2   4.000 m2   400 m3  
  • k. lid 14.2 voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
14.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het vellen of rooien van bestaande houtopstanden en overige lijnbeplantingen;
  • b. de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een aan huis verbonden bedrijf, met dien verstande dat dit wel is toegestaan indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
    • 1. maximaal 60 m2 van de oppervlakte van de bedrijfswoning wordt hiervoor gebruikt;
    • 2. de uitoefening van het aan huis verbonden beroep of aan huis verbonden bedrijf vindt niet plaats vanuit een bijgebouw bij de bedrijfswoning;
    • 3. het gebruik dient ondergeschikt te zijn aan de woonfunctie;
    • 4. er mag geen detailhandel plaatsvinden;
    • 5. er mag geen horeca plaatsvinden;
    • 6. het beroep of bedrijf wordt door (een van) de bewoner(s) van de woning uitgeoefend;
    • 7. een internetwinkel is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende aanvullende voorwaarden:
      • uitsluitend internetverkoop is toegestaan;
      • een winkel- of uitstallingsruimte of reclame-uitingen zijn niet toegestaan;
      • opslag is toegestaan, mits inpandig en ondergeschikt aan de woonfunctie;
      • de afhaal- en afrekenfunctie is beperkt en past qua aard en omvang binnen de woonfunctie;
      • de openingstijden voor het afhalen van de goederen dienen beperkt te blijven tot maximaal acht vastgestelde uren, evenredig verdeeld over de week en niet tussen 19.00 uur en 9.00 uur;
      • het parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden;
      • er mag geen sprake zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
      • behoudens in- en uitladen mogen geen bedrijfsactiviteiten in de openbare ruimte rond de betreffende woning plaatsvinden;
      • er kunnen nadere eisen worden gesteld aan de tijdstippen en het aantal laad- en losactiviteiten.
14.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 14.1 voor het toestaan van inwoning, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;
  • b. lid 14.1 voor het toestaan van een andere vorm van dagrecreatie dan blijkens de ter plaatse geldende aanduiding is toegestaan, mits – voor zover gelegen in dan wel grenzend aan de als Natura 2000 gebied aangewezen gebieden ‘Veluwerandmeren’, ‘Veluwe’ en/of de aanduiding 'Arkemheen' – een natuuronderzoek in het kader van de Natuurbeschermingswet heeft plaatsgevonden, en met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    • 1. het betreft een vorm van dagrecreatie die voor wat betreft aard, omvang en hinder vergelijkbaar is met de vorm van dagrecreatie genoemd in lid 13.1;
    • 2. de nieuwe vorm van dagrecreatie mag gelet op de aard, omvang en ligging geen onevenredige afbreuk doen aan het (leef)milieu en het landschap;
    • 3. aangetoond dient te worden dat er geen sprake zal zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
    • 4. aangetoond dient te worden dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van de naburige gronden.
  • c. lid 14.1 voor het vergroten van de oppervlakte ten behoeve van de uitoefening van aan huis verbonden beroepen en aan huis verbonden bedrijven, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte kan worden vergroot tot maximaal 100 m2;
    • 2. aangetoond wordt dat er geen sprake zal zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking en dat het parkeren op eigen terrein zal plaatsvinden;
    • 3. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
    • 4. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;
  • d. lid 14.1 voor het toestaan van de uitoefening van aan huis verbonden beroepen en aan huis verbonden bedrijven in bijgebouwen, mits geen aantasting plaatsvindt van de milieuhygiënische belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.