direct naar inhoud van Artikel 33 Algemene aanduidingsregels
Plan: Westelijk Buitengebied
Status: concept
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0273.BPBGWBuitengebied-VO01

Artikel 33 Algemene aanduidingsregels

33.1 Geluidzone - industrie
33.1.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte in verband met de nabijheid van een industrieterrein als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder.

33.1.2 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' is de bouw van nieuwe gebouwen of de uitbreiding van bestaande gebouwen ten behoeve van geluidgevoelige functies als bedoeld in de Wet geluidhinder slechts toegestaan, indien de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein van de gevels van het geluidgevoelige gebouw of de geluidgevoelige functie niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.

33.2 Overig - Landgoed
33.2.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding ‘overig - landgoed’ zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. het behoud, het herstel en/of ontwikkeling van de aanwezige cultuurhistorische, natuur- en landschapswaarden;
  • b. extensieve dagrecreatie.
33.2.2 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding 'overig - landgoed' mogen, naast bouwwerken die zijn toegestaan op grond van de andere ter plaatse geldende bestemming(en), ook bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van het bepaalde in lid 33.2.1 worden gebouwd met een bouwhoogte van maximaal 3 m.

33.2.3 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van evenementen.

33.2.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 33.2.2 ten behoeve van het toestaan van evenementen van tijdelijke aard, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. het te gebruiken terrein dient te voorzien in zijn eigen parkeerbehoefte;
  • b. wanneer het terrein niet in gebruik is, het afgesloten is voor gemotoriseerd verkeer en publiek.
33.3 Reconstructiewetzone - extensiveringsgebied

Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' zijn specifieke regels van toepassing die zijn opgenomen in de artikelen 3, 4 en 35.

33.4 Reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied

Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied' zijn specifieke regels van toepassing die zijn opgenomen in de artikelen 3, 4 en 35.

33.5 Veiligheidszone - lpg
33.5.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding ‘veiligheidszone - lpg' zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefmilieu in verband met een lpg-installatie.

33.5.2 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding ‘veiligheidszone - lpg' mogen, in afwijking van de andere ter plaatse geldende bestemming(en), geen nieuwe bouwwerken ten behoeve van (beperkt) kwetsbare objecten worden gebouwd, tenzij deze behoren tot de inrichting waartoe ook het vulpunt lpg behoort.

33.5.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 33.5.2 ten behoeve van het toestaan van bouwwerken ten behoeve van (beperkt) kwetsbare objecten, mits ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.

33.6 Vrijwaringszone - dijk
33.6.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding ‘vrijwaringszone - dijk' zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het belang van het waterbeheer.

33.6.2 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding ‘vrijwaringszone - dijk' mogen, in afwijking van de andere ter plaatse geldende bestemming(en), geen nieuwe bouwwerken worden opgericht, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een bouwhoogte van maximaal 2 m, een en ander indien het belang van het waterbeheer hierdoor niet wordt belemmerd, in verband waarmee de waterbeheerder gehoord wordt.

33.6.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 33.6.2 ten behoeve van:

  • a. bouwwerken die op grond van de andere ter plaatse geldende bestemming(en) zijn toegestaan, mits geen strijd ontstaat met het belang van het waterbeheer, in verband waarmee de waterbeheerder gehoord wordt;
  • b. het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van het belang van het waterbeheer, met een bouwhoogte van maximaal 10 m.
33.7 Overig - arkemheen

Ter plaatse van de aanduiding 'arkemheen' zijn specifieke regels van toepassing die zijn opgenomen in de artikelen 3, 4, 12, 13, 14, 15, 20 en 35.