direct naar inhoud van Regels
Plan: Facetbestemmingsplan Microwindmolens
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0273.BPBKMicrowindmolen-ON01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

Het bestemmingsplan Facetbestemmingsplan Microwindmolens met identificatienummer NL.IMRO.0273.BPBKMicrowindmolen-ON01 van de gemeente Putten.

1.2 bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Toepassing ander bestemmingsplan

Op het onderhavige bestemmingsplan 'Facetbestemmingsplan Microwindmolens' zijn:

de voorschriften/regels en bijbehorende plankaart(en)/verbeelding(en) van de hierna aangegeven ruimtelijke plannen, alsmede de verleende vrijstellingen/ontheffingen/afwijkingen van overeenkomstige toepassing, met inachtneming van het bepaalde in dit bestemmingsplan.

Gebiedsaanduiding
(verbeelding)
 
Bestemmingsplan/
beheersverordening
van toepassing  
Vastgesteld  
overige zone - Hoge Eng   Bestemmingsplan 'Hoge Eng'   12-01-2012  
overige zone - Veegplan stedelijk gebied   Bestemmingsplan 'Veegplan stedelijk gebied'   04-09-2014  
overige zone - Bedrijventerrein Hoge Eng, herziening Hoge Engweg 8   'Bestemmingsplan Bedrijventerrein Hoge Eng, herziening Hoge Engweg 8   29-09-2016  
overige zone - Sportpark de Putter Eng 2013   Beheersverordening Sportpark de Putter Eng 2013   04-07-2013  

Artikel 3 Toegevoegde, gewijzigde bepalingen

Aan de voorschriften van de in Artikel 2 genoemde ruimtelijke plannen wordt toegevoegd:

3.1 Bestemmingsplan 'Hoge Eng'

Aan de regels van het bestemmingsplan 'Hoge Eng' worden de volgende artikelen toegevoegd:

3.1.1 Toevoeging Artikel 2 Wijze van meten

Aan artikel 2 wordt het sublid f toegevoegd, luidend:

f. de hoogte van een (micro)windmolens/-turbines:

vanaf het dakvlak van het gebouw tot aan het hoogste punt van de verticaal staande wiek.

3.1.2 Toevoeging Artikel 15 Algemene afwijkingsregels

Aan artikel 15 lid 1 wordt het sublid f toegevoegd, luidend:

f. het bepaalde in artikel 5.2, sub e voor het bouwen van bedrijfsinstallaties, waaronder begrepen kleine (micro)windmolens/-turbines, op het dak van een gebouw tot maximaal 5 m hoog, gemeten vanaf het dakvlak, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het woon- en leefmilieu
  • de natuurwaarden
  • het bebouwingsbeeld
  • de verkeersveiligheid.
3.2 Bestemmingsplan 'Veegplan stedelijk gebied'

Aan de regels van het bestemmingsplan 'Veegplan stedelijk gebied' worden de volgende artikelen toegevoegd:

3.2.1 Toevoeging Artikel 2 Wijze van meten

Aan artikel 2 wordt het lid 2.8 toegevoegd, luidend:

2.8. de hoogte van een (micro)windmolens/-turbines:

vanaf het dakvlak van het gebouw tot aan het hoogste punt van de verticaal staande wiek.

3.2.2 Toevoeging Artikel 21 Algemene afwijkingsregels

Aan artikel 21 lid a wordt het sublid 6 toegevoegd, luidend:

6. het bepaalde in artikel 3.2.5 voor het bouwen van bedrijfsinstallaties, waaronder begrepen kleine (micro)windmolens/-turbines, op het dak van een gebouw tot maximaal 5 m hoog, gemeten vanaf het dakvlak, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het woon- en leefmilieu
  • de natuurwaarden
  • het bebouwingsbeeld
  • de verkeersveiligheid.
3.3 'Bestemmingsplan Bedrijventerrein Hoge Eng, herziening Hoge Engweg 8'

Aan de regels van het 'bestemmingsplan Bedrijventerrein Hoge Eng, herziening Hoge Engweg 8' worden de volgende artikelen toegevoegd:

3.3.1 Toevoeging Artikel 2 Wijze van meten

Aan artikel 2 wordt sub e toegevoegd, luidend:

e. de hoogte van een (micro)windmolens/-turbines:

vanaf het dakvlak van het gebouw tot aan het hoogste punt van de verticaal staande wiek.

3.3.2 Toevoeging Artikel 7 Algemene afwijkingsregels

Aan artikel 7 lid 1 wordt het sublid f toegevoegd, luidend:

f. het bepaalde in artikel 3.2, sub c voor het bouwen van bedrijfsinstallaties, waaronder begrepen kleine (micro)windmolens/-turbines, op het dak van een gebouw tot maximaal 5 m hoog, gemeten vanaf het dakvlak, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het woon- en leefmilieu
  • de natuurwaarden
  • het bebouwingsbeeld
  • de verkeersveiligheid.
3.4 Beheersverordening Sportpark de Putter Eng 2013

Aan de regels van de beheersverordening 'Sportpark de Putter Eng 2013' worden artikelen 2A en 2B toegevoegd:

3.4.1 Artikel 2B Wijze van meten

Aan de voorschriften van het bestemmingsplan 'Sportpark De Putter Eng 2001', artikel 2 wordt sub e toegevoegd, luidend:

e. de hoogte van een (micro)windmolens/-turbines:

vanaf het dakvlak van het gebouw tot aan het hoogste punt van de verticaal staande wiek.

3.4.2 Artikel 2A Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de voorschriften van het bestemmingsplan 'Sportpark De Putter Eng 2001', artikel 4 'Sportdoeleinden', lid 2, voor het bouwen van bedrijfsinstallaties, waaronder begrepen kleine (micro)windmolens/-turbines, op het dak van een gebouw tot maximaal 5 m hoog, gemeten vanaf het dakvlak, is toegestaan mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het woon- en leefmilieu
  • de natuurwaarden
  • het bebouwingsbeeld
  • de verkeersveiligheid.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 4 Overgangsrecht

4.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • 4. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a. met maximaal 10 %.
  • b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
4.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 5 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Facetbestemmingsplan Microwindmolens'.