Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Huinerweg 8
Status: ontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.0273.BPHuinerweg8-0401

4.5 Archeologie

Op 16 januari 1992 is in Valletta (Malta) het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed (Verdrag van Malta) ondertekend. Het Nederlandse parlement heeft dit verdrag in 1998 goedgekeurd. Het Verdrag van Malta voorziet in bescherming van het Europees archeologisch erfgoed onder meer door de risico's op aantasting van dit erfgoed te beperken. Deze bescherming is in Nederland wettelijk verankerd in de Monumentenwet 1988. Op basis van deze wet zijn mogelijke (toevals)vondsten bij het verrichten van werkzaamheden in de bodem altijd beschermd. Er geldt een meldingsplicht bij het vinden van (mogelijke) waardevolle zaken. Dat melden dient terstond te gebeuren. In het kader van een goede ruimtelijke ordening in relatie tot de Monumentenwet kan vooronderzoek naar mogelijke waarden nodig zijn zodat waar nodig die waarden veiliggesteld kunnen worden en / of het initiatief aangepast kan worden.
 
Planspecifiek
Op de volgende afbeelding is een uitsnede van de archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart opgenomen. Het plangebied valt binnen een gebied met een hoge archeologische verwachtingswaarde.
  
Archeologische kaart
 
Om te bepalen of er geen archeologische waarden verstoord worden is een archeologisch bureau- & verkennend booronderzoek uitgevoerd, zie bijlage 1. De conclusie van het onderzoek luidt:
'Het veldonderzoek heeft uitgewesten dat er binnen het gehele plangebied nog een restant van het eerddek aanwezig is. Onder het eerddek is geen podzolbodem aanwezig. Onder het eerddek kunnen nog archeologische resten aanwezig zijn uit de periode Neolithicum – Late Middeleeuwen. Hierdoor wordt geadviseerd om de mogelijk aanwezige resten te behouden door de ontgravingsdiepte te beperken tot een diepte van 80 `a 130 cm –mv (afhankelijk van de dikte van het eerddek binnen het plangebied) of anders een vervolgonderzoek d.m.v. proefsleuven uit te voeren.' 
Voor onderhavig plan zal voor de bouw van twee woningen de grond niet dieper dan 2 meter geroerd worden. Vervolgonderzoek wordt dan ook niet noodzakelijk geacht. Om te waarborgen dat de grond niet dieper dan 80 geroerd wordt zonder vervolgonderzoek, is een dubbelbestemming archeologie opgenomen waarin deze voorwaarde is opgenomen.