Vanuit de Wet geurhinder en veehouderij moet worden bepaald of de geurbelasting van (intensieve) veehouderijen het leefklimaat niet negatief beïnvloed. In de wet zijn voor verschillende vormen van veehouderijen maximaal toelaatbare odeur units aangegeven waarbinnen geen geurgevoelige bestemmingen mogen liggen.
Onder geurgevoelige bestemmingen wordt, op basis van jurisprudentie, bestemmingen verstaan vergelijkbaar met wonen. Dit is nader gedefinieerd als bebouwing waar mensen ca 8 uur per dag 5 dagen per week verblijven.
Planspecifiek
Voor onderhavig plan is een geuronderzoek uitgevoerd, zie bijlage
1 om te bepalen of de omliggende agrarische bedrijven geen overschrijding van de geurnormen voor onderhavig plan opleveren.
Ten westen van de projectlocatie ligt een vijftal veehouderijen. Van noord naar zuid gaat het om de volgende bedrijven:
- Matseweg 7, melkrundveehouderij;
- Matseweg 14, kalverhouderij met paarden;
- Huinerweg 17, kalverhouderij;
- Huinerschoolweg 1, eendenhouderij met schapen, kippen en geiten;
- Klunenweg 4, geitenhouderij met vleesvarkens en paarden.
De conclusie van het onderzoek is dat voor alle bedrijven geldt dat de geurnormen binnen onderhavig bestemmingsplan niet overschreden worden.