15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Wonen - Landgoed 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. het behoud en/of de ontwikkeling van de aanwezige cultuurhistorische, natuur- en landschapswaarden;
tevens zijn deze gronden bestemd voor:
-
b. wonen, waaronder de huisvesting van groepen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
-
c. aan huis verbonden beroepen en aan huis verbonden bedrijven, conform het gestelde in lid 23.2;
-
d. een museum, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'museum';
-
e. horeca, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
-
f. trouwen en vergaderen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
-
g. educatie, horeca en museum, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gemengd';
-
h. opslag, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
-
i. feesten en partijen, uitsluitend in de periode tussen zonsopkomst en zonsondergang;
-
j. evenementen;
met de daarbij behorende:
-
k. bouwwerken, tuinen en erven.
15.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
- het ruimtelijk beeld;
- de onderlinge afstand van bebouwing met het oog op hinder ten opzichte van aangrenzende functies;
- de verschijningsvorm van de hoofdgebouwen;
- het uitzicht van woningen;
- de verkeersveiligheid;
nadere eisen stellen aan:
-
a. de plaats van gebouwen indien de onderlinge afstand binnen het bouwperceel meer dan 20 m bedraagt;
-
b. de goot- en bouwhoogte en dakvorm van de hoofdgebouwen in die zin dat bij verbouwing aangesloten dient te worden bij de bestaande goot- en bouwhoogte en dakvorm;
-
c. de plaats van bijgebouwen in die zin dat deze achter de achtergevel van het hoofdgebouw worden gebouwd;
-
d. de plaats van bouwwerken indien de afstand tot de as van de weg minder dan 20 m bedraagt.
15.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
15.5.1 Verbod
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het geheel of gedeeltelijk verharden van on- en halfverharde wegen en paden;
-
b. het vellen of rooien van houtopstanden;
-
c. het aanleggen van voet-, fiets- en ruiterpaden en dagrecreatieve voorzieningen;
-
d. het aanbrengen van drainage, het dempen of graven van watergangen.
15.5.2 Uitzondering op verbod
De in lid 15.5.1 bedoelde vergunning is niet vereist voor normaal onderhoud en werken of werkzaamheden met het oog op natuurbeheer en natuurontwikkeling.
15.5.3 Toepassingsvoorwaarden
De in lid 15.5.1 bedoelde werken en werkzaamheden zijn alleen toelaatbaar, indien door de uitvoering van het andere werk dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvende afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen dan wel hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.