direct naar inhoud van Regels
Plan: Herziening bestemmingsplan Kleine Kernen Sluis
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1714.bpkleinekernen1h-ON01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Geachte raadpleger
Hieronder wordt aangegeven welke aanpassingen in de regels worden doorgevoerd door middel van de 1e herziening, door toevoegingen en vervallen regels gemarkeerd in de betreffende artikelleden weer te geven. Uitsluitend de delen van de regels die roze (vervallen) en grijs (toegevoegd) zijn gemarkeerd, worden in het kader van de 1e herziening aangepast.

Voor het overige blijven de regels van dit hoofdstuk uit het bestemmingsplan 'Kleine kernen Sluis' (NL.IMRO.1714.bpkleinekernen-OH01) ongewijzigd.  

Artikel 1 Begrippen

61. gestapeld

een hoofdgebouw waarin meerdere woningen /wooneenheden zijn ondergebracht, zodanig dat deze boven, beneden dan wel naast elkaar zijn gesitueerd, waarbij per woning /wooneenheid een zelfstandige toegankelijkheid gewaarborgd is

64a Huishouden (toevoegen aan de begrippen)

een samenlevingsverband dat wordt gevormd door een persoon of meerdere personen die:

  • eerstegraads familie van elkaar zijn, aangevuld met ten hoogste twee individuele personen;
  • een woongroep bestaande uit ten hoogste 4 personen die continu een eenheid vormt;
  • ten hoogste vier individuele personen.

118. wonen

het gehuisvest zijn in een woning /wooneenheid.

119. woning /wooneenheid

een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding, niet zijnde een bijzondere woonvorm, of voor de huisvesting van maximaal vier personen wanneer er daarnaast geen huishouding in het gebouw is ondergebracht.

een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Geachte raadpleger
Hieronder wordt aangegeven welke aanpassingen in de regels worden doorgevoerd door middel van de 1e herziening, door toevoegingen en vervallen regels gemarkeerd in de betreffende artikelleden weer te geven. Uitsluiten artikelleden die worden herzien in het kader van de 1e herziening worden hierna weergegeven. Uitsluitend de delen van de regels die roze (vervallen) en grijs (toegevoegd) zijn gemarkeerd, worden in het kader van de 1e herziening aangepast.

Voor het overige zijn de regels van dit hoofdstuk uit het bestemmingsplan 'Kleine Kernen Sluis' (NL.IMRO.1714.bpkleinekernen-OH01) onverkort van toepassing.  

Artikel 28 Wonen

28.4 Specifieke gebruiksregels

28.4.1 Verboden gebruik

Tot het verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub c Wabo wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van de huisvesting van personen;
  • b. garages en bergplaatsen voor handel en distributie van goederen;
  • c. kamerbewoning;
  • d. uitoefening bedrijfsmatige activiteiten in een woning en/of bij de woning behorende bijgebouwen.

Artikel 31 Waarde - Archeologie - 1

31.2 Bouwregels

31.2.2 Bouwwerken ten dienste van de andere aldaar geldende bestemming(en)

Met betrekking tot het bouwen van bouwwerken ten dienste van de andere aldaar geldende bestemmingen gelden, met inachtneming van de voor de betreffende bestemming(en) geldende (bouw)regels, de volgende regels:

  • a. reeds bestaande bouwwerken mogen worden vernieuwd of veranderd, mits de bestaande oppervlakte, voor zover gelegen op of onder het maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de locatie en maat van de bestaande fundering;
  • b. er mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd of uitgebreid, indien de oppervlakte van de bodemverstoring niet groter is dan 50 m² en de diepte van de bodemverstoring niet meer is dan 40 cm.

31.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

31.4.2 Uitzonderingsregel

Het in lid 31.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van:

  • a. werken of werkzaamheden die het normale onderhoud betreffen of die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan;
  • b. werken of werkzaamheden in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een daartoe erkende partij;
  • c. werken of werkzaamheden die betrekking hebben op locaties die niet groter zijn dan 50 m²;
  • d. het uitvoeren van grondbewerkingen niet dieper dan 40 cm.

Artikel 32 Waarde - Archeologie - 2

32.2 Bouwregels

32.2.2 Bouwwerken ten dienste van de andere aldaar geldende bestemming(en)

Met betrekking tot het bouwen van bouwwerken ten dienste van de andere aldaar geldende bestemmingen gelden, met inachtneming van de voor de betreffende bestemming(en) geldende (bouw)regels, de volgende regels:

  • a. reeds bestaande bouwwerken mogen worden vernieuwd of veranderd, mits de bestaande oppervlakte, voor zover gelegen op of onder het maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de locatie en maat van de bestaande fundering;
  • b. er mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd of uitgebreid, indien de oppervlakte van de bodemverstoring niet groter is dan 250 m² en de diepte van de bodemverstoring niet meer is dan 40 cm.

32.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

32.4.2 Uitzonderingsregel

Het in lid 32.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van:

  • a. werken of werkzaamheden die het normale onderhoud betreffen of die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan;
  • b. werken of werkzaamheden in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een daartoe erkende partij;
  • c. werken of werkzaamheden die betrekking hebben op locaties die niet groter zijn dan 250 m²;
  • d. het uitvoeren van grondbewerkingen niet dieper dan 40 cm.

Artikel 33 Waarde - Archeologie - 3

33.2 Bouwregels

33.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de volgende regel:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal 2 m.

33.2.2 Bouwwerken ten dienste van de andere aldaar geldende bestemming(en)

Met betrekking tot het bouwen van bouwwerken ten dienste van de andere aldaar geldende bestemmingen gelden, met inachtneming van de voor de betreffende bestemming(en) geldende (bouw)regels, de volgende regels:

  • a. reeds bestaande bouwwerken mogen worden vernieuwd of veranderd, mits de bestaande oppervlakte, voor zover gelegen op of onder het maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de locatie en maat van de bestaande fundering;
  • b. er mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd of uitgebreid, indien de oppervlakte van de bodemverstoring niet groter is dan 500 m² en de diepte van de bodemverstoring niet meer is dan 40 cm.

33.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

33.4.2 Uitzonderingsregel

Het in lid 33.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van:

  • a. werken of werkzaamheden die het normale onderhoud betreffen of die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan;
  • b. werken of werkzaamheden in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een daartoe erkende partij;
  • c. werken of werkzaamheden die betrekking hebben op locaties die niet groter zijn dan 500 m²;
  • d. het uitvoeren van grondbewerkingen niet dieper dan 40 cm.

Artikel 34 Waarde - Archeologie - 4

34.2 Bouwregels

34.2.2 Bouwwerken ten dienste van de andere aldaar geldende bestemming(en)

Met betrekking tot het bouwen van bouwwerken ten dienste van de andere aldaar geldende bestemmingen gelden, met inachtneming van de voor de betreffende bestemming(en) geldende (bouw)regels, de volgende regels:

  • a. reeds bestaande bouwwerken mogen worden vernieuwd of veranderd, mits de bestaande oppervlakte, voor zover gelegen op of onder het maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de locatie en maat van de bestaande fundering;
  • b. er mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd of uitgebreid, indien de oppervlakte van de bodemverstoring niet groter is dan 2.500 m² en de diepte van de bodemverstoring niet meer is dan 40 cm.

34.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

34.4.2 Uitzonderingsregel

Het in lid 34.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van:

  • a. werken of werkzaamheden die het normale onderhoud betreffen of die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan;
  • b. werken of werkzaamheden in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een daartoe erkende partij;
  • c. werken of werkzaamheden die betrekking hebben op locaties die niet groter zijn dan 2.400 m²;
  • d. het uitvoeren van grondbewerkingen niet dieper dan 40 cm.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Geachte raadpleger
Hieronder wordt aangegeven welke aanpassingen in de regels worden doorgevoerd door middel van de 1e herziening, door toevoegingen en vervallen regels gemarkeerd in de betreffende artikelleden weer te geven. Uitsluiten artikelleden die worden herzien in het kader van de 1e herziening worden hierna weergegeven. Uitsluitend de delen van de regels die roze (vervallen) en grijs (toegevoegd) zijn gemarkeerd, worden in het kader van de 1e herziening aangepast.

Voor het overige blijven de regels van dit hoofdstuk uit het bestemmingsplan 'Kleine kernen Sluis' (NL.IMRO.1714.bpkleinekernen-OH01) ongewijzigd.  

Artikel 43 Algemene afwijkingsregels

43.2 Huisvesting individuele personen

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken voor het gebruik van een woning in strijd met het begrip woning als bedoeld in artikel 1 lid 119 ten behoeve van de huisvesting van maximaal tien personen, met dien verstande dat:

  • a. de woning een totale bruto vloeroppervlakte heeft van minimaal 120 m2 ;
  • b. indien mogelijk op het eigen terrein voldoende parkeergelegenheid wordt geboden en indien op eigen terrein geen ruimte is voor parkeergelegenheid, dan dient in de nabijheid van de eigen woning ruim voldoende openbare parkeergelegenheid te zijn, zodanig dat de activiteiten geen parkeeroverlast kunnen veroorzaken;
  • c. de vergunning tot afwijking niet tot gevolg heeft dat de belangen van derden onevenredig worden geschaad;
  • d. er aangetoond wordt dat er sprake is van een goed woon- en leefklimaat in het betreffende hoofdgebouw (veiligheid, milieuhinder).

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Geachte raadpleger
Hieronder wordt aangegeven welke aanpassingen in de regels worden doorgevoerd door middel van de 1e herziening, door toevoegingen en vervallen regels gemarkeerd in de betreffende artikelleden weer te geven. Uitsluiten artikelleden die worden herzien in het kader van de 1e herziening worden hierna weergegeven. Uitsluitend de delen van de regels die roze (vervallen) en grijs (toegevoegd) zijn gemarkeerd worden in het kader van de 1e herziening aangepast.

Voor het overige blijven de regels van dit hoofdstuk uit het bestemmingsplan 'Kleine kernen Sluis' (NL.IMRO.1714.bpkleinekernen-OH01) ongewijzigd.  

Artikel 46 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan '1e herziening Kleine kernen Sluis'.