Plan: | Landschapscamping de Paardenwei |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1714.wpbrugsevaart12-ON01 |
Tabel B2.1 Overzicht toetsings- en beoordelingsaspecten en afweging/beoordeling
Aspect/kader | Beoordelingsaspect | Afweging/beoordeling | |
Bodemkwaliteit | |||
- Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.1.6) - Besluit Bodemkwaliteit |
- In verband met de uitvoerbaarheid van een plan onderzoek te worden verricht naar de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde nieuwe functie. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone gronden te worden gerealiseerd. - Functie mag geen bedreiging vormen voor de bodemkwaliteit. |
Uit informatie die bij de gemeente beschikbaar is, is gebleken dat nader bodemkundig onderzoek niet noodzakelijk is. De bodemkwaliteit is voldoende voor de beoogde recreatieve en natuurfunctie. De functie vormt evenmin een bedreiging voor de bodemkwaliteit. | |
Archeologie | |||
- Bestemmingsplan Buitengebied - Verordening interimbeleid archeologie Sluis (14 december 2010) |
Verbod om in een archeologisch monument of archeologisch verwachtingsgebied de bodem dieper dan 40 cm onder de oppervlakte te verstoren. Op het verbod zijn uitzonderingen mogelijk. Onderzoek moet worden uitgevoerd als ruimtelijke ingrepen worden uitgevoerd of gepland die de eventuele archeologische waarden kunnen aantasten. In gebieden met middelhoge en hoge archeologische waarden is onderzoek nodig. |
Een veldonderzoek niet noodzakelijk, dit vanwege de verwachtingswaarden en de geringe ingrepen in de bodem. De volledige toetsing vindt plaats in tabel B2.2. |
|
Cultuurhistorie | |||
Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zeeland. | Geen aantasting dan wel versterking van de kenmerkende cultuurhistorische waarden binnen het plangebied en de omgeving. | De locatie en directe omgeving daarvan maken geen onderdeel uit van de Cultuurhistori-sche Hoofdstructuur. Het perceel ligt in een relatief jonge polder (ingedijkt 19e eeuw) waar door herinrichting de historisch-ruimtelijke structuur grotendeels is verdwenen. Het perceel waarop de landschapscamping is voorzien, is voordurend agrarisch in gebruik geweest. Verder was op het perceel geen bebouwing aanwezig (noch daarvoor of andersoortige bebouwing). Er worden geen cultuurhistorische waarden aangetast. |
|
Kabels en leidingen | |||
- Jurisprudentie: goede ruimtelijke ordening - Telecommunicatiewet - Privaatrecht (burgerlijk recht) |
Zijn er planologisch relevante leidingen en hoogspanningslijnen in en in de directe omgeving aanwezig? | Nee |
|
Ecologie | |||
Natuurbeschermingswet 1998 | Gebiedsbescherming mag geen beletsel vormen voor de beoogde ontwikkeling. | De locatie vormt geen onderdeel van een beschermd natuurgebied, zoals bedoeld in de Natuurbeschermingswet 1998. Ook ontbreken provinciale ecologische verbindingszones en andere onderdelen van de provinciale ecologische hoofdstructuur op de locatie. De aanvraag van een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet 1988 is niet aan de orde. |
|
Flora- en faunawet | Geen aantasting, verontrusten of verstoren van beschermde dier- en plantensoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfsplaatsen. | De wet staat de uitvoering van het project niet in de weg. Het plangebied is nu in gebruik als grasland. Op grond van een veldbezoek op 1 juni 2012 kan het volgende worden geconcludeerd ten aanzien van beschermde natuurwaarden. - Er zijn geen beschermde planten aanwezig, wel broedvogels, kleine zoogdieren en in de tuin algemene soorten amfibieën. - De zoogdieren en amfibieën die in het plangebied voorkomen zijn algemene soorten, die staan vermeld op tabel 1 van de Flora- en faunawet. Voor deze soorten geldt een vrijstelling. Voor de beoogde ontwikkeling is geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet vereist. Hierbij dient wel gewerkt te worden volgens de principes van zorgvuldig handelen en mogen broedvogels niet worden verstoord. Dit laatste kan door de werkzaamheden buiten het broedseizoen (broedseizoen is van 15 maart t / m 15 juli) op te starten of door minimaal 20 meter rond een nest geen werkzaamheden uit te voeren. |
|
Water | |||
Besluit ruimtelijke ordening: verplichte watertoets voor ruimtelijke plannen. | De initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over het ruimtelijke planvoornemen | De watertoets is in overleg met het Waterschap Scheldestromen uitgevoerd. Het waterschap heeft inmiddels ingestemd met de watertoets. Het wateradvies is toegevoegd in bijlage 3. | |
Relatie met omliggende (bedrijfs)functies | |||
- Milieuzonering: Staat van Bedrijfsactiviteiten, gebaseerd op de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (2009). - Jurisprudentie: goede ruimtelijke ordening - Provinciaal beleid |
Afstemming tussen bedrijven en gevoelige functies. | Ten zuiden van de weg bevindt zich een landbouwbedrijf. De huidige minicamping en het agrarische bedrijf zijn gelegen tussen de landschapscamping het aangrenzende agrarische bedrijf. De afstand is meer dan 100 meter. Hierdoor worden geen belemmeringen opgeroepen. Er zijn vice versa geen milieubelemmeringen. |
|
Parkeren | |||
goede ruimtelijke ordening. | is er voldoende parkeergelegenheid (aanbod) aanwezig om de parkeervraag t.g.v. de uitbreiding op te vangen? | Ja, op het terrein wordt voorzien in een parkeerstrook met 48 nieuwe parkeerplaatsen. Dit is 120% van het aantal standplaatsen. In het algemeen is een parkeernorm van 1,2 parkeerplaatsen per standplaats voldoende. | |
Externe veiligheid | |||
- Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) - Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev) en het daaraan gekoppelde Basisnet Weg - Besluit externe veiligheid buisleidingen uit 2010 (afgekort Bevb) en de bijbehorende Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb). |
- Kunnen Bevi-inrichtingen in de omgeving een belemmering vormen voor de voorgenomen aanleg? - Is er sprake van vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, spoor, buisleidingen en water. |
Er zijn geen Bevi-inrichting en buisleidingen voor transport van risicovolle stoffen nabij de ontwikkeling. | |
Geluid | |||
- Wet milieubeheer Wet geluidhinder (wgh) - Jurisprudentie: goede ruimtelijke ordening |
Bedraagt de geluidbelasting minder dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB? |
De Wgh staat de beoogde ontwikkeling niet in de weg. De landschapscamping ligt langs een polderweg. Het aantal verkeersbewegingen is zeer beperkt. Zonder akoestisch onderzoek kan worden geconcludeerd dat de voorkeursgrenswaarde niet wordet overschreden. | |
Luchtkwaliteit | |||
- Wet milieubeheer (hoofdstuk 5, titel 5.2 Wm; 'Wet luchtkwaliteit) - Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) | - Voldoen aan de in de wet genoemde grenswaarden - Bijdrage ontwikkeling aan verslechtering luchtkwaliteit |
Het aspect luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor voorgenomen ontwikkelingen. Op basis van de Grootschalige Concentratiekaarten Nederland (achtergrondconcentratie geleverd door het Planbureau voor de Leefomgeving; PBL) in combinatie met de afwezigheid van substantiële lokale bronnen kan worden geconcludeerd dat ter plaatse de concentraties stikstofdioxide en fijn stof onder de betreffende grenswaarden liggen. Ook de prognoses voor 2015 en 2020 voorspellen geen overschrijding (informatie PBL november 2009). Van een significante toename van het verkeer als gevolg van voorliggende ontwikkeling is geen sprake. De ontwikkelingsmogelijkheden in dit plan zijn beperkt en kleinschalig en op basis van het NIBM-tool van het ministerie van VROM is geconcludeerd dat het project in niet betekende mate (NIBM) bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. |
Tabel B2.2. Toetsing ontwikkeling aan archeologisch beleid
element | Ikaw, trefkans | vrijstelling tot | ingreep |
pluktuin | laag | 25.000 | 2.900 m2; vrijstelling wordt niet overschreden Aanplant bomen en struiken in de bouwvoor, dus geen verstoring. Archeologisch onderzoek kan niettemin verplicht zijn (zie toelichting onder tabel). |
Konijnenberg | hoog/middelhoog | 250 | Accentueren oud dijklichaam (geringe ophoging), geen verstoring van de ondergrond. De rietpoel wordt aangelegd in een zeer laag gelegen deel van het perceel (uitgraving circa 40 cm). De plantgaten voor het struweel en de aanleg van de rietpoel overschrijden samen niet de vrijstellingsgrens. Archeologisch onderzoek kan niettemin verplicht zijn (zie toelichting onder tabel). |
wandelpad | middelhoog | 250 | hier vinden geen ingrepen in de ondergrond plaats. |
notenwei | zeer laag | 25.000 | plantgaten voor de laan gaan tot een diepte van 0,7 meter (groter plantmateriaal). Dit betreft circa 15 bomen. Het rietveld heeft een oppervlakte van 500 m2, waarvan circa 100 m2 dieper gaat dan de bouwvoor (diepte 1,2 m). De vrijstellingsgrens wordt niet overschreden. |
landschapscamping | zeer laag | 25.000 | Alleen de drainage gaat dieper dan de bouwvoor. Het betreft 6 buizen met een lengte van elk 130 meter. Deze wordt met een kettingfrees (breedte 0,2 m aangelegd op een diepte van 0,6 m. De totale oppervlakte van de verstoring blijft ruim onder de aangegeven vrijstellingsgrens. |
Toelichting