direct naar inhoud van 3.3 Resultaten overleg
Plan: Landschapscamping de Paardenwei
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1714.wpbrugsevaart12-VG01

3.3 Resultaten overleg

Waterschap Scheldestromen, brief van 10 juli

Overlegreactie

Het concept wijzigingsplan 'Landschapscamping de Paardenwei' (versie 15 juni 2012) geeft geen aanleiding tot het maken opmerkingen. In de waterparagraaf (bijlage 3) is aan de hand van de relevante thema's uiteengezet wat de consequenties zijn van het plan en hoe daarmee wordt omgegaan. De overlegreactie is tevens het wateradvies (zie eveneens bijlage 3).

Namens Gedeputeerde Staten, Directie Ruimte, Milieu en Water, brief van 13 augustus 2012

Overlegreactie

  • a. In het plan is de archeologische toets niet uitgevoerd. Ook wordt geen aandacht besteed aan cultuurhistorie. Per 1 januari 2013 is dit op basis van de Bro echter wel verplicht. Verzocht wordt om een passage in het bestemmingsplan te wijden aan archeologie en cultuurhistorie.
  • b. Het plan beschrijft in beperkte mate de voorgenomen landschappelijke inpassing van de landschapscamping. Hieruit is echter niet te op maken wat het eindbeeld van de landschappelijke inpassing zal zijn. Onduidelijk is welke breedte de landschappelijke inpassing zal krijgen.
  • c. Tot slot hecht de provincie er waarde aan dat de landschappelijke inpassing zowel publieksrechtelijk (via het bestemmingsplan) alsmede privaatrechtelijk (via een private overeenkomst tussen de initiatiefnemer en de gemeente) wordt vastgelegd.

Gemeentelijke reactie

  • a. De gevraagde archeologische toets en de aandacht voor het aspect cultuurhistorie zijn opgenomen in bijlage 2.
  • b. In paragraaf 1.3 is de beschrijving is aangevuld.
  • c. Voor de landschapscamping zijn in dit wijzigingsplan alsnog regels opgenomen. De regels hebben onder andere tot doel de landschappelijke inpassing van de landschapscamping ook publieksrechtelijk te borgen. De groenstroken stroken zijn niet expliciet vastgelegd. Deze zijn namelijk mogelijk binnen de verschillende bestemmingen.

Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ), brief van 4 oktober 2012

Overlegreactie

  • a. De ruimtelijke onderbouwing dient te worden aangevuld met het gemeentelijk archeologiebeleid en de gegevens over de omvang en diepte van de daadwerkerkelijke (bodem)verstoringen die aan het SCEZ zijn verstrekt.
  • b. Hieruit blijkt dat het deel van het terrein dat dieper dan 0,4 meter beneden het maaiveld wordt verstoord samen 271 m2 groot is. Dit te verstoren terrein valt in zones waar een lage tot middelhoge archeologische verwachting geldt. Hiervoor geldt een vrijstellingsnorm van 250 - 25.000 m2 en een diepte van 0,4 beneden het maaiveld. Omdat de invulling van de deelplannen aangeeft dat de verstoring zich niet concentreert in gebieden met een middelhoge archeologische verwachting maar daadwerkelijk ook in gebieden met een lage archeologische verwachting, blijft de verstoring beneden de vrijstellingsnorm. Ondanks dat op basis hiervan archeologisch onderzoek niet verplicht is, wordt geadviseerd een vervolgonderzoek uit te voeren voor de pluktuin en de reconstructie van de historische dijk. Deze onderzoeken kunnen samen worden uitgevoerd en dienen te bestaan uit een bureauonderzoek met controleboringen.

Gemeentelijke reactie

  • a. De ruimtelijke onderbouwing (i.c. de toelichting op het bestemmingsplan) is aangevuld met deze gegevens.
  • b. Op basis van de huidige plannen concludeert de gemeente dat het niet verplichte onderzoek onnodig veel kosten met zich meebrengt en in geen verhouding staat tot de resultaten die verwacht kunnen worden. In tabel 2.2. van bijlage 2 wordt nader ingegaan op het aspect archeologie.